Hoofdstuk 7 - Soorten en relaties

Hoofdstuk 7
Soorten en relaties

Toetsweek: SE Hoofdstuk 5, 7 en 8
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 7
Soorten en relaties

Toetsweek: SE Hoofdstuk 5, 7 en 8

Slide 1 - Diapositive

7.1
1. Je herkent abiotische en biotische factoren.
2. Je interpreteert gegevens uit een tolerantiediagram.
3. Je bepaalt de indeling van soorten in groepen op basis van hun wetenschappelijke soortnaam.

Slide 2 - Diapositive

Tolerantie
  • Benoem een biotische en een abiotische factor die invloed op jou hebben.
  • Teken een tolerantiediagram voor de abiotische factor voor jezelf

Slide 3 - Diapositive

Biotische en abiotische factoren

Slide 4 - Diapositive

Tolerantiegebied- en grens

Slide 5 - Diapositive

Ordening en naamgeving

Slide 6 - Diapositive

Han Solo

Slide 7 - Diapositive

Gollumjapyx Smeagol

Slide 8 - Diapositive

Scaptyia beyonce

Slide 9 - Diapositive

Pison eu

Slide 10 - Diapositive

7.2
4. Je vergelijkt de begrippen populatiegrootte en populatiedichtheid.
5. Je legt verband tussen de draagkracht van een gebied en de populatiegrootte.
6. Je verklaart de invloed van monoculturen en biologische landbouw op de biodiversiteit en populatiegrootte in een gebied.
7. Je beschrijft geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij planten.

Slide 11 - Diapositive

Populaties
- Geef de definities van de volgende begrippen: populatiegrootte, populatiedichtheid, draagkracht 
- Geef daarbij ook duidelijk aan wat het verschil is tussen de begrippen

Slide 12 - Diapositive

Populatie
  • Alle organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied
  • Populatiegrootte
  • Populatiedichtheid
  • Draagkracht

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Monocultuur
  • Grote akker met 1 soort gewas
  • Makkelijk zaaien en oogsten
  • Chemische bestrijding
  • Bemesting
  • Ecologische of biologische landbouw
  • Klonen (ongeslachtelijke voortplanting)
  • Weefselkweek

Slide 16 - Diapositive

Klonen en weefselkweek

Slide 17 - Diapositive

7.3
8. Je herkent vormen van symbiose.

Slide 18 - Diapositive

Symbiose
Welke drie vormen van symbiose zijn er en wat is hun definitie?

Slide 19 - Diapositive

Symbiose
  • Mutualisme: +/+
  • Commensalisme: +/0
  • Parasitisme: +/-

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

7.4
9. Je legt het verschil uit tussen habitat en ecosysteem.
10. Je herkent verschillende relaties tussen organismen.
11. Je legt uit hoe dynamische evenwichten ontstaan en beredeneert het effect van verstoringen op dit evenwicht.

Slide 22 - Diapositive

Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? Verbeter de onjuiste stellingen.
1. Habitat en ecosysteem zijn twee termen die in de biologie hetzelfde betekenen.
2. Dynamische evenwichten ontstaan ​​wanneer de populaties van verschillende soorten in een ecosysteem fluctueren rond een bepaald niveau, waarbij ze reageren op veranderingen in hun omgeving.

Slide 23 - Diapositive

Habitat, levensgemeenschap, ecosysteem

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

7.5
12. Je legt het verschil uit tussen autotrofe en heterotrofe organismen.
13. Je legt het verschil uit tussen een voedselketen en een voedselweb.
14. Je herkent de trofische niveaus in een voedselweb.
15. Je beschrijft de stroom van energie en organische stoffen door de verschillende trofische niveaus in een voedselweb.

Slide 26 - Diapositive

Voedselrelaties
  • Is de afbeelding hieronder een voedselweb of een voedselketen? Leg je antwoord uit.
  • Zet bij elk van de organismen of ze autotroof of heterotroof zijn.
  • Zet bij elk van de organismen tot welk trofisch niveau ze behoren. 
  • Zet bij elk van de organismen of ze producent of consument zijn en van welke orde.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

  • Biotische en abiotische factoren, tolerantie
  • Wetenschappelijke naam, ordening soorten
  • Populatiegrootte en populatiedichtheid, draagkracht
  • Exoten en plagen
  • Monocultuur, chemische bestrijding, bemesting, klonen, weefselkweek
  • Symbiose
  • Predator-prooirelatie, dynamisch evenwicht
  • Habitat en ecosysteem
  • Producent en consument, herbivoor, omnivoor en carnivoor, heterotroof en autotroof
  • Voedselweb en voedselketen, trofische niveaus

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Vidéo

Slide 34 - Lien