H7 7.1+7.2 nabespreken + intro 7.3/7.4 klassikaal

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 7

Deze les:

-inleveren mapje po

-hw controle + nabespreken 7.1 en 7.2

7.3+7.4

7.1

Biotische en abiotische factoren

Tolerantie

Wetenschappelijke naamgeving

Ordening

Biotische en abiotische factoren

Tolerantiegebied- en grens

vr 3 bij bron 2

Ordening en naamgeving

vr  10 bij bron 3

7.2

Populatiegrootte- en dichtheid

Draagkracht

Plagen en exoten

Monocultuur

Populatie

• Alle organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied
• Populatiegrootte
• Populatiedichtheid
• Draagkracht

vr 19 en 20 bespreken

Stikstofprobleem in Nederland

kunstmest= stikstofzouten (nitraat)

Stel dat je de populatiedichtheid wilt bepalen. Je vangt 8 kreeften, merkt ze en zet ze terug. Een maand later vang je 6 kreeften. 3 ervan zijn gemerkt. Hoe groot is de populatie?

1. 4
2. 16
3. 24
4. 48

Monocultuur

• Grote akker met 1 soort gewas
  
• Makkelijk zaaien en oogsten
• Chemische bestrijding
• Bemesting
• Ecologische of biologische landbouw
• Klonen (ongeslachtelijke voortplanting)
• Weefselkweek

Klonen en weefselkweek

Hoe gaat geslachtelijke voortplanting? zie bron 7

7.3

Symbiose

Symbiose

• Mutualisme: +/+
• Parasitisme: +/-
• Commensalisme: +/0

Deze symbiose is...

1. Mutualisme
2. Parasitisme
3. Commensalisme

Deze symbiose is...

1. Mutualisme
2. Parasitisme
3. Commensalisme

Deze symbiose is...

1. Mutualisme
2. Parasitisme
3. Commensalisme

Deze symbiose is...

1. Mutualisme
2. Parasitisme
3. Commensalisme

Deze symbiose is...

1. Mutualisme
2. Parasitisme
3. Commensalisme

7.4

Mimicry

Voedselrelaties

7.5

Voedselketen en voedselweb

Herbivoor, omnivoor, carnivoor

Heterotroof en autotroof

Producent en consument

1-I. Zowel habitat als ecosysteem zijn leefgebieden met kenmerkende biotische en abiotische factoren

1. Juist
2. Onjuist

1-II. Een habitat beschrijft een leefgebied van één soort, terwijl een ecosysteem een leefgebied vormt voor meerdere soorten.

1. Juist
2. Onjuist

1-III. Parasitisme is een voorbeeld van een predator-prooirelatie

1. Juist
2. Onjuist

Voedselweb

• Maak een voedselweb met de aanwezige organismen
  - Spitsmuis is carnivoor, huismuis is omnivoor
  - Konijn is een te grote prooi voor de slang
• Schrijf twee voedselketens op: 1 met de slang als consument van de derde orde en 1 met de slang als consument van de tweede orde

Begrippen:

• Producent en consument, herbivoor, omnivoor en carnivoor, heterotroof en autotroof
• Voedselweb en voedselketen, trofische niveaus

1. Consumenten 1ste orde
2. Consumenten 2de orde
3. Reducenten
4. Consumenten 1ste en 2de orde

1. Cacaoplant en endofyten
2. Cacaoplant en Phytophtera
3. Phytophtera en endofyten
4. Tomatenplant en Phytophtera

1. Geen van beide
2. Verklaring I
3. Verklaring II
4. Verklaring I en II