Consumentenprijs en Omzet

Consumentenprijs en Omzet

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen consumentenomzet en consumentenprijs.
• Aan het einde van de les kun je de inkoopfactuurprijs berekenen inclusief BTW.
• Aan het einde van de les kun je de consumentenprijs van een product berekenen met een gegeven brutowinstopslag.
• Aan het einde van de les kun je het onderscheid maken tussen brutowinst en brutowinstmarge en deze berekenen.
• Aan het einde van de les kun je de verkoopprijs exclusief BTW berekenen vanuit de consumentenprijs inclusief BTW.
• Aan het einde van de les kun je de omrekenfactor gebruiken om de theoretische consumentenprijs te berekenen.

Wat weet je al over consumentenprijzen en omzet?

Wie bepaalt de consumentenprijs van een product?

1. De overheid.
2. De groothandel.
3. De consument zelf.
4. De verkoper of producent van het product.

Wat is de definitie van consumentenprijs?

1. De prijs die producenten vragen voor producten.
2. De prijs die consumenten betalen voor producten.
3. De prijs die de overheid vaststelt voor producten.
4. De prijs die winkels betalen voor producten.

Het onderscheid tussen consumentenomzet en consumentenprijs

Consumentenomzet: De totale omzet van alle verkochte producten inclusief BTW.
Consumentenprijs: De prijs van één individueel product inclusief BTW.

Berekening van de inkoopfactuurprijs inclusief BTW

Inkoopfactuurprijs: De inkoopprijs van producten vermeerderd met BTW.

Berekening van de consumentenprijs met een brutowinstopslag

Brutowinstopslag: Een opslag op de inkoopprijs uitgedrukt als percentage om de verkoopprijs te bepalen.

Het begrip en de berekening van brutowinst en brutowinstmarge

Brutowinstmarge: De brutowinst uitgedrukt als percentage van de verkoopprijs.

Het omrekenen van consumentenprijs naar verkoopprijs exclusief BTW

Omrekenfactor: Een factor waarmee de inkoopprijs wordt vermenigvuldigd om de consumentenprijs inclusief BTW te berekenen.

Gegeven Definities

Consumentenomzet: De totale omzet van alle verkochte producten inclusief BTW.
Consumentenprijs: De prijs van één individueel product inclusief BTW.
Inkoopfactuurprijs: De inkoopprijs van producten vermeerderd met BTW.
Brutowinstopslag: Een opslag op de inkoopprijs uitgedrukt als percentage om de verkoopprijs te bepalen.
Brutowinstmarge: De brutowinst uitgedrukt als percentage van de verkoopprijs.
Omrekenfactor: Een factor waarmee de inkoopprijs wordt vermenigvuldigd om de consumentenprijs inclusief BTW te berekenen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.