4-7 april 23_ P4 week 14_lvh en iv

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

T G 2 D

 

Welkom!

Programma deze week

1. Leerdoelen P4


2. Leesvaardigheid
3. Uitleg interview-opdracht

Leerdoel deze week

Aan het eind van deze week weet je wat er van je verwacht wordt bij spreekvaardigheid, schrijfvaardigheid en leesvaardigheid in deze vierde periode. Bovendien heb je een tekst over een beroemde sporter gelezen en geanalyseerd

 => TEA 4 spreekvaardigheid: interview in tweetallen

Leerdoelen P4

1. Telefoongesprek voeren
2. Interview houden en presentatievaardigheden
3. Kennis opdoen over Nederlandse beroemdheden (lezen, schrijven)
4. Beeldend taalgebruik gebruiken

Doel: luister- en spreekvaardigheid verbeteren via het thema Nederlandse beroemdheden

Materiaal P4

1.  Document Leerdoelen, zie Teams
2. Document Theorie Nieuw Ned. P4, zie Teams
3. Nieuw Nederlands, boek en online
4. Diverse documenten die je in de les krijgt (en op Teams staan)

Altijd meenemen: laptop en schrift

Wat weet je over Femke Bol?

Overleg in groepjes van drie tot vier. Eén persoon geeft antwoord bij LessonUp.

tekst over Femke op Teams, Bestanden, Lesmateriaal

Wat weten jullie over Femke Bol? (niets? Wat zou je willen weten?)

Tekst lezen en moeilijke woorden onderstrepen

Welke woorden kennen jullie niet?

Zoek de volgende woorden op en noteer ze in je schrift 

Welke interviewvragen zouden gesteld kunnen zijn bij deze tekst?

Welke beroemde Nederlander zou jij willen interviewen?

H1, Spreken: 

Informatief gesprek: info vragen en geven

• stel je open of gesloten vragen? 
  
• vraag je naar feiten of een mening?
• wat zijn vervolgvragen?  
• Hoe bedoelt u dat? Kunt u dat toelichten? Waarom vindt u ...?
• Stel controlevragen:
• Dus u vindt...? Dus als ik het goed begrijp, dan...
• Houding: kijk de ander aan, blijf oogcontact houden, geef aan dat je de ander begrijpt, bedank voor de informatie

Volgende les: interviewopdracht

• Je gaat een volwassene in je eigen omgeving interviewen die je nog niet goed kent. 
• Dus geen ouders, opa's/oma's, vrienden, broers of zussen
• Doel: je leert meer over zijn of haar leven
• Voorbereiding: vragen formuleren op papier
• Vorm: via de telefoon: je maakt een audio-opname

Welke vragen heb je nog? 

T G 2 D

Welkom

Programma

Lezen in je eigen leesboek

Vragen voorbereiden voor interview

Leerdoel

• Aan het eind van deze les heb je een interview gelezen en weet je hoe je een interview afneemt via de telefoon.

Lees interview 

Nienke woont in een bus

Hoe komt de interviewer aan de informatie over Nienke? 

Waarop let je als je een 

telefoongesprek met iemand voert? 

Telefoongesprek: waarop letten?

1. Duidelijk praten
2. Je naam noemen
3. Vragen of het uitkomt dat je belt / afspraak maken
4. Verzoek doen om een interview te houden
5. Toestemming om het op te nemen om het later uit te werken
6. Vriendelijk en beleefd zijn en bedanken

=> zie formulier Tips voor een interview via de telefoon

Interviewopdracht

• Je gaat een volwassene in je eigen omgeving interviewen die je nog niet goed kent. 
• Dus geen ouders, opa's/oma's, vrienden, broers of zussen
• Doel: je leert meer over zijn of haar leven
• Voorbereiding: vragen formuleren op papier
• Vorm: via de telefoon: je maakt een audio-opname

Welke interviewvormen zijn er?

• Enquête (gestandaardiseerde vragen en antwoorden: bv. klanttevredenheidsonderzoek)
• Half-gestandaardiseerd interview (hoofd- en deelonderwerpen heeft interviewer vastgesteld; respondent kan vrij antwoorden)
• Open interview (alleen het hoofdonderwerp staat vast)

Jouw interview is half-gestandaardiseerd

Bepaal je doel!  Dus: wat wil je te weten komen?

1. Stel vragen over de jeugd van deze volwassene
2. Luister goed en vraag door
3. Vat samen en check of je het goed begrepen hebt
4. Houd extra vragen achter de hand

Tijdens het gesprek aantekeningen! 

• Schrijf de belangrijkste informatie op in steekwoorden.
• Noteer de informatie schematisch met behulp van signaalwoorden.
• Gebruik symbolen als streepjes of letters voor opsommingen en pijltjes voor verbanden (bijv: oorzaak → gevolg; voordelen ↔ nadelen).
• Gebruik afkortingen zoals bv. (bijvoorbeeld).

Schrijf nu vijf vragen op die je zou kunnen stellen aan jouw respondent

Welke vragen heb je nog?

Zelfstandig werken

1. Bepaal wie je gaat interviewen en bepaal wie een reserve-respondent kan zijn
2. Formuleer tien vragen: laat ze checken
3. Oefen het telefoongesprek met elkaar
4. Maak een afspraak voor het interview
5. Houd het interview, neem het op en lever het audiobestand in via Teams 

Leerdoelen deze week gehaald?

1. Je weet wat er deze periode van je verwacht wordt
   
2. Je weet hoe je een interview voert
3. Je kunt beleefd een telefoongesprek voeren
   

Wat heb je geleerd in 

deze les?