Ik ben jullie nieuwe docent Nederlands. Mijn naam is Kubra Aslan en ik ben 24 jaar oud. Vanaf deze week hebben jullie les van mij. Helaas kan ik jullie nog niet live zien, ik hoop dat de school weer snel open mag gaan. Jullie kunnen mij via magister of via de mail ask@rijswijkslyceum.nl benaderen.
Ik heb er zin in! Jullie ook?
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Voorstellen
Hallo allemaal!
Ik ben jullie nieuwe docent Nederlands. Mijn naam is Kubra Aslan en ik ben 24 jaar oud. Vanaf deze week hebben jullie les van mij. Helaas kan ik jullie nog niet live zien, ik hoop dat de school weer snel open mag gaan. Jullie kunnen mij via magister of via de mail ask@rijswijkslyceum.nl benaderen.
Ik heb er zin in! Jullie ook?
Slide 1 - Diapositive
Jullie zijn allemaal klaar met woordenschat H6. We beginnen deze week met taalverzorging grammatica H5.
Slide 2 - Diapositive
LESDOELEN
Aan het einde van deze les kunnen jullie:
- Alle woordsoorten opnoemen
- Het bijvoeglijk naamwoord toepassen
Slide 3 - Diapositive
Nakijken
Jullie beginnen met het nakijken van het huiswerk: Woordenschat H6, opdr 5, 6 en 7.
De Brug, opdr 8, 9, 10, 11 en 12.
Slide 4 - Diapositive
Antwoorden
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
even herhalen.....
Weet je het nog?
Woordsoorten...
Slide 8 - Diapositive
Benoem het onderwerp: Thuis oefen ik de grammatica.
A
thuis
B
oefen
C
de grammatica
D
ik
Slide 9 - Quiz
Wat is het mv in de zin: Ik geef aan de klas een les grammatica.
A
een les
B
een les grammatica
C
aan de klas
D
de klas
Slide 10 - Quiz
Benoem het meewerkend voorwerp: De docent gaf haar leerlingen een extra les over grammatica.
A
Een extra les
B
De docent
C
haar leerlingen
D
over grammatica
Slide 11 - Quiz
In welke zin staan precies drie werkwoorden?
A
De vliegen vliegen achter vliegen aan.
B
De reiziger zal met de trein gaan reizen.
C
In de mediatheek staan veel computers.
D
Misschien moeten wij verhuizen.
Slide 12 - Quiz
Ik rijd vijftig kilometer.
In deze zin staat .....
A
wel een lijdend voorwerp
B
geen lijdend voorwerp
Slide 13 - Quiz
Dit weekend speelt ze haar eerste hoofdrol. Wat is het lijdend voorwerp?
A
Speelt
B
ze
C
haar eerste hoofdrol
D
hoofdrol
Slide 14 - Quiz
Kinderen lezen tegenwoordig geen sprookjes meer. Wat is het lijdend voorwerp?
A
sprookjes
B
geen sprookjes
C
kinderen
D
tegenwoordig
Slide 15 - Quiz
Morgen zou ik het liefst de hele dag films kijken. Wat is het onderwerp?
A
zou
B
ik
C
de hele dag
D
films
Slide 16 - Quiz
Vindt u dat ook? Wat is het lijdend voorwerp?
A
vindt
B
u
C
dat
D
ook
Slide 17 - Quiz
Heeft je broer die blauwe auto gekocht? Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
heeft die blauwe auto gekocht
B
heeft auto gekocht
C
heeft je broer
D
heeft gekocht
Slide 18 - Quiz
Heb jij die foto echt getwitterd? Wat is het onderwerp?
A
heb
B
die foto
C
jij
D
echt
Slide 19 - Quiz
Pak nu de theorie uit je boek op blz. 132 er bij en lees de uitleg over het bijvoeglijk naamwoord.
Is het duidelijk? Zo niet, neem contact met mij op!
Slide 20 - Diapositive
Heb je de lesdoelen gehaald? Waarom wel/niet?
Slide 21 - Question ouverte
Taalverzorging Hoofdstuk 5
Opdracht 1 t/m 6 (uiterlijk 16 mei af)
Blz. 132 - 133 uit het boek
Je kunt de opdrachten online of in je schrift maken. Ik zal het fijn vinden als jullie mij een bericht sturen zodra jullie het af hebben.
Vergeet niet dagelijks 30 minuten uit je leesboek te lezen!