Je krijgt straks een korte scène te zien. Beschrijf de spelgegevens van deze scène.
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Vidéo
Beschrijf de spelgegevens van Sneeuwwitje
Slide 7 - Question ouverte
Spelgegevens
De spelgegevens leggen dus eigenlijk het verhaal uit van de scène, het toneelstuk, de film etc. Wanneer je de spelgegevens beschrijft van een scène, dan geef je natuurlijk altijd de gegevens van het verhaal van de scène. Dus:
Wie: Sneeuwwitje
Wat: vlucht het bos in
Waar: het bos
waarom: haar boze stiefmoeder wil haar laten vermoorden
Wanneer: de middeleeuwen
En niet:
Wie: Sanne die sneeuwwitje speelt
Wat: ze speelt toneel
Waar: in het theater
Waarom: omdat ze actrice is
Wanneer: zaterdagavond om 20.00
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Beschrijf de spelgegevens van deze scène.
Slide 10 - Question ouverte
Voorstelling
Inhoud theaterstuk
Spelgegevens / 5 w’s geven houvast
Wie personages
Wat verhaal of handeling
Waar plaats verhaal
Waarom motieven personages
Wanneer tijd toneelstuk
Slide 11 - Diapositive
Acteren
Acteurs essentieel onderdeel van een voorstelling
Theatraal middel (volgende les meer hierover)
Verbeeldingskracht
Gevoel voor timing, ritme en muzikaliteit
Hun gereedschap: lichaam (bewegingen) en stem
Slide 12 - Diapositive
Personage
Onderdeel verhaal
Acteur gebruikt lichaam en stem om personage zo goed mogelijk over te brengen
Kan een hoge of lage status aannemen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Welke personages heb je in het fragment gezien?
Slide 15 - Question ouverte
Transformatie
Transformatie van:
Fysiek
mimiek
stem
= uitbeelden van een persoon
Ingeleefd = realistisch
Uitvergroot = karikaturaal
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Vidéo
Opdracht 2
Bekijk scene uit voorstelling Wrak (zie volgende slide)