HV1 zinsdelen tot en met lv herhaalles

Welkom!
Log vast in in de LessonUp

Leg dan je telefoon omgekeerd op tafel.

Noteer in je schrift de zinsdelen die je al kent.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Log vast in in de LessonUp

Leg dan je telefoon omgekeerd op tafel.

Noteer in je schrift de zinsdelen die je al kent.

Slide 1 - Diapositive

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je de zinsdelen pv, wg, ow, lv juist benoemen.

Planning van de les:
- herhaling zinsdelen tot nu toe (pv, wg, ow, lv)
- oefenen met quizvragen

Slide 2 - Diapositive

Hoe vind je de pv?
A
tijdproef
B
vraagproef
C
onderwerpproef
D
getalproef

Slide 3 - Quiz

Wat is het wg in de volgende zin?

Gisteren waren mijn zusjes aan het knutselen.
A
knutselen
B
waren knutselen
C
waren aan het knutselen

Slide 4 - Quiz

Wat is het wg in de volgende zin?

Ik zou dat liever niet aan hem willen vertellen.

Slide 5 - Question ouverte

Welke vraag stel je om het onderwerp van de zin te vinden?

Slide 6 - Question ouverte

Staat in elke zin een lijdend voorwerp?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz

Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te zoeken?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het lv in de volgende zin?

Heb jij dat echt gezegd tegen de docent?

A
dat
B
de docent
C
tegen de docent
D
geen lv

Slide 9 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

In tegenstelling tot zijn vader heeft Pieter een riant salaris.
A
zijn vader
B
Pieter
C
een riant salaris
D
geen lv

Slide 10 - Quiz

Schrijf het lijdend voorwerp op in de volgende zin.

Ik wil hem nooit meer zien.

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf het werkwoordelijk gezegde op.
Dit vervelende gedrag zou ik nooit kunnen begrijpen.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

De kat heeft gisteren in de sneeuw een klein muisje gevangen.
A
gisteren
B
een klein muisje
C
in de sneeuw een klein muisje
D
geen lv

Slide 13 - Quiz

Wat is het lv?

Wouter ging met zijn zus op vakantie naar Amerika.
A
met zijn zus
B
op vakantie naar Amerika
C
op vakantie
D
geen lv

Slide 14 - Quiz

Wat is het onderwerp in de zin?
Waarom heb ik zoveel appels geplukt?
A
zoveel appels
B
appels
C
waarom
D
ik

Slide 15 - Quiz

Wat is het lv?

Gisteren zouden wij op het IJsselmeer gaan zeilen.
A
wij
B
het IJsselmeer
C
op het IJsselmeer
D
geen lv

Slide 16 - Quiz

Hoe vond je de opdrachten gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Noem een onderdeel waarover je nog extra uitleg wilt.

Slide 18 - Question ouverte

Zinsdelen tot nu toe
PV - tijdproef, getalproef, vraagproef
WG - alle ww in een zin (dus óók PV!)
OW - wie/wat + WG
LV - wat/wie + WG + OW

Slide 19 - Diapositive

Oefenzinnen
1. Ik wil de hele dag wel ijsjes eten.
2. Hij staat daar zijn brommer te repareren.
3. Wie komt er vanavond naar de verjaardag van Joost?
4. Geef mij dat boek eens aan!
5. Wanneer heb jij die trui met foto van Tom Holland gekocht?

Slide 20 - Diapositive