3gt th 5 bas 4 hersenen

De hersenen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De hersenen

Slide 1 - Diapositive

Eerst even herhalen

Slide 2 - Diapositive

Zenuwcellen
Verzenden van impulsen gaat via zenuwcellen
200 km/uur of sneller.

Zenuwcellen bestaan uit: Cellichaam en uitlopers

Slide 3 - Diapositive

 Typen zenuwcellen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen 3 typen zenuwcellen:
  • Gevoelszenuwcellen
  • Schakelcellen 
  • Bewegingszenuwcellen

Slide 4 - Diapositive

Welke zenuwcel staat hiernaast?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel

Slide 5 - Quiz

Het ruggenmerg

zenuwen verbonden met het ruggenmerg. 

Het ruggenmerg begint bij de hersenen en eindigt in de lendenwervels.

Slide 6 - Diapositive

In het ruggenmerg bevinden zich
A
Alleen schakelcellen
B
Gevoelszenuwcellen en het cellichaam van de bewegingszenuwcel
C
Schakelcellen en het cellichaam van de bewegingszenuwcel
D
Alleen gevoelszenuwcellen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Diapositive

Rugzijde
Buikzijde
Zenuwknoop
Witte stof
Grijze stof
Bewegingszenuw

Slide 9 - Question de remorquage

Wat bevindt zich in de zenuwknoop?
A
Cellichaam gevoelszenuwcel
B
Uitloper gevoelszenuwcel
C
Cellichaam bewegingszenuwcel
D
Cellichaam schakelcel

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Schuif de woorden naar de juiste plek
Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg

Slide 13 - Question de remorquage

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Grijze stof ligt bij de grote hersenen
A
aan de buitenkant
B
Binnenin
C
verspreid

Slide 19 - Quiz

Waar liggen de cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen?
A
in de witte stof (schors)
B
in de grijze stof (merg)

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Welk deel van de hersenen regelt de ademhaling?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

In de grote hersenen
A
Worden prikkels vanaf je zintuigen verwerkt
B
Worden impulsen vanaf je zintuigen verwerkt
C
Worden bewegingen op elkaar afgestemd
D
Zetten prikkels om in impulsen

Slide 27 - Quiz

De kleine hersenen
A
Zorgen er voor dat je kunt zien
B
Zorgen voor een juiste hartslag en bloeddruk
C
Zorgen voor een juiste coördinatie
D
Zorgen voor de juiste emoties

Slide 28 - Quiz

Beinvloeden van je hersenen
Alcohol verdooft je hersenen en beschadigd hersenen blijvend

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Drugs
Drugs zijn stoffen die je hersenen beïnvloeden.

Ze kunnen:
- verdoven                               (downers)
- oppeppen                              (uppers)
- je bewustzijn veranderen      (trippers)

Voorbeelden van drugs:
- Tabak en  Alcohol
- Soft- en harddrugs (hasj, wiet, cocaïne)
- Slaap- en kalmeringsmiddelen
- Cafeïne en XTC

Het kan je ontspannen en laat je dingen (een moment) vergeten.

Drugs beïnvloedt je hersenen:
Het denken, voelen en 
wat je om je heen ziet en hoort.

Slide 31 - Diapositive

Hiervan wordt je rustig.
Deze stimuleren je.
Deze werken hallucinerend.
Deze zijn verslavend en verwoesten je lichaam.
hasj
heroïne
Xtc-pillen
cocaïne
koffie
tabak
cocaïne
heroïne
hasj
heroïne
cocaïne
Xtc-pillen

Slide 32 - Question de remorquage

Slide 33 - Vidéo

Welk gedeelte van de hersenen werkt bij de dieren niet meer zo goed

Slide 34 - Question ouverte

Aan de slag
maak huiswerk: bas 4: 22 t/m 26 28 30
maandag voordat je les begint af!

Slide 35 - Diapositive