Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
BS 3: Het Ruggenmerg
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
10.3.1 Je kunt de delen van het ruggenmerg noemen met hun functies en kenmerken.
Slide 2 - Diapositive
Gewervelde dieren
- Alle gewervelde dieren hebben een wervelkolom.
- De wervels beschermen het ruggenmerg.
Slide 3 - Diapositive
Wervelkanaal
Hoofdkanaal voor het ontvangen van impulsen
Het ruggenmerg ligt beschermt in het wervelkanaal van de wervelkolom. -> opening in de wervels.
Het bot zorgt voor bescherming en stevigheid
Tussen 2 wervels komt steeds aan beide kanten een zenuw uit het ruggenmerg
Slide 4 - Diapositive
Grijze stof zit in het midden van het ruggenmerg en heeft een grijze kleur. Dit komt door de cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen.
Witte stof ligt om de grijze stof, hierin zitten met name de uitlopers van de zenuwcellen. Door de isolatielaag ziet dit er wittig uit.
Zenuwknopen cellichamen van gevoelszenuwcellen/ Inham aan de buikzijde
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Vliezen
Om het ruggenmerg liggen vliezen ter bescherming.
Zo schuurt het ruggenmerg niet tegen het bot van de wervels en is het ook extra beschermt tegen infecties.
Slide 7 - Diapositive
Een overzicht van de ligging van de zenuwcellen in het ruggenmerg en daarbuiten.
Slide 8 - Diapositive
Hersenstam
Geleidt impulsen:
• ruggenmerg grote en kleine hersenen
• van zintuigen in hoofd en hals de grote en de kleine hersenen
• grote en kleine hersenen spieren en klieren in hoofd en hals
Slide 9 - Diapositive
Hersenstam
De hersenstam ligt in het verlengde van het ruggenmerg.
Naast het geleiden van impulsenstuurt de hersenstam ook belangrijke levensfuncties aan, zoals hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur van het lichaam.
Slide 10 - Diapositive
De grote hersenen
De grote hersenen bestaan uit een linker en een rechter hersenhelft.
De grote hersenen zijn erg geplooid.
In de hersenschors (buitenste laag) ligt de grijze stof.
Als impulsen in de grote hersenen zijn verwerkt, wordt je je bewust van een prikkel.
Slide 11 - Diapositive
De grote hersenen
Hersencentra
Gevoelscentra
Bewegingscentra
Slide 12 - Diapositive
Kleine hersenen
Kleine hersenen zijn verantwoordelijk voor coördinatie (samenwerken spieren, evenwicht bewaren).
Slide 13 - Diapositive
Het zenuwstelsel beïnvloeden
Stoffen die de werking van het zenuwstelsel beïnvloeden:
Medicijnen, tabak, drugs en alcohol.
Deze stoffen kunnen het doorgeven van impulsen remmen of stimuleren.
Slide 14 - Diapositive
Beinvloeden van zenuwstelsel
Waarnemingsvermogen en reactievermogen nemen af
Downers: ademhaling/hartslag omlaag + je wordt traag
Uppers: ademhaling/hartslag omhoog + je voelt je wakker
Bewustzijnsveranderende middelen: verstoren alles. Je gedachten kunnen alle kanten op, hallucineren, emotionele uitbarstingen.
Slide 15 - Diapositive
Beïnvloeding zenuwstelsel
drugs beïnvloeden je zenuwstelsel:
- kalmeren; rustgevend: hasj en heroïne
- stimulerend: xtc, cocaïne
- hallucinerend: cocaïne, hasj en heroïne
Sommige drugs zijn erg verslavend.
Slide 16 - Diapositive
Beïnvloeding van het zenuwstelsel
Morfine: zorgt dat de impulsen van de pijnzintuigen de hersenen niet bereiken
Slaap en kalmeringsmiddelen remmen doorgeven impulsen. → maken je suf
Alcohol heeft een verdovende werking en is schadelijk voor de gezondheid
Dit is een aantekening
Slide 17 - Diapositive
Aan de slag
Maak :
Basisstof 3: 4 t/m 6
Basisstof 4: 1, 2, 3, 5, 6
Slide 18 - Diapositive
Kennisvragen van deze stof
Slide 19 - Diapositive
Het ruggenmerg vervoert ...
A
Prikkels
B
Impulsen
Slide 20 - Quiz
Bij welke zenuwcel zit het cellichaam nooit in het ruggenmerg?
A
beweginszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcel
Slide 21 - Quiz
De afbeelding is een doorsnede van het ruggenmerg. Het ruggenmerg hoort bij het...
A
Centrale zenuwstelsel
B
De hersenen
C
De zenuwen
Slide 22 - Quiz
In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen. in het ruggenmerg vind je vooral:
A
gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
B
schakelcellen en bewegingszenuwcellen
C
schakelcellen en gevoelszenuwencellen
Slide 23 - Quiz
Ongeluk: het gevoel in de benen is wel aanwezig, maar de spieren kunnen niet worden bewogen. Welke zenuwcellen zijn waarschijnlijk aangetast?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel
Slide 24 - Quiz
Wat voor type zenuwcel is zenuwcel 1?
A
Bewegingszenuwcel
B
Schakelcel
C
Gevoelszenuwcel
D
Weet ik niet
Slide 25 - Quiz
In de afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.
Bij welk cijfer komt een impuls die ontstaat in de huid van de rechterarm aan bij het ruggenmerg?