Lezen Signaalwoorden best


NE 2 T/HAVO 
Blok 4 Lezen
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


NE 2 T/HAVO 
Blok 4 Lezen

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel
  • je weet wat een zins- en alineaverband is
  • je kan signaalwoorden voor opsomming, tegenstelling en voorbeeld herkennen in een tekst
  • je kan zins- en alineaverbanden met een opsomming, tegenstelling en voorbeeld benoemen

LEES DE VOLGENDE SLIDES AUB GOED DOOR !!!

Slide 2 - Diapositive

Stel je voor dat je ouders zeggen :

'Je mag naar het schoolfeest, tenzij je veel gaat drinken'.

Dan snap je waarschijnlijk wel wat ze bedoelen, ook al weet je niet hoe het tekstverband heet en welk signaalwoord er is gebruikt.

Slide 3 - Diapositive

Stel je voor dat je ouders zeggen :

'Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt'.

In dit geval is het al wat lastiger om te bedenken wat ze bedoelen. Moet je vriendin nu wel of niet naar het schoolfeest komen? 

Slide 4 - Diapositive

Filmpje

In het volgend filmpje wordt uitgelegd 
wat een zins- en alineaverband is en 
de verschillende signaalwoorden en verbanden komen aan bod.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

verbanden in een tekst 
Wat zijn verbanden?
Een tekst bestaat uit zinnen. Het zijn geen losse zinnen. De zinnen hebben iets met elkaar te maken. Tussen de zinnen bestaan verbanden. 
Dat noem je een zinsverband. 
Bijvoorbeeld een 
  • opsomming
  • oorzaak 
  • tegenstelling.

Slide 7 - Diapositive

voorbeeld
 Je herkent een verband meestal aan
een signaalwoord. 
Voorbeeld:
Het heeft vannacht flink gesneeuwd. Daardoor zijn de wegen glad.
Oorzaak: Het heeft flink gesneeuwd.
Gevolg: De wegen zijn glad.

Aan het signaalwoord daardoor kun je zien dat het om een oorzaak en een gevolg gaat.

Slide 8 - Diapositive

voorbeelden van Signaalwoorden

Slide 9 - Diapositive

Vul het ontbrekende signaalwoord in.

Op vakantie lopen mensen vaak ziektes op,
........ malaria en het zika-virus.
A
zoals
B
dus
C
maar
D
en

Slide 10 - Quiz

Vul het ontbrekende signaalwoord in.

Ik wil graag een nieuwe fiets kopen,
........ dit kan niet want ik heb geen geld.
A
zoals
B
dus
C
maar
D
en

Slide 11 - Quiz

Vul het ontbrekende signaalwoord in.

We zijn nog geen achttien jaar,
......... we mogen nog geen alcohol kopen.
A
zoals
B
dus
C
maar
D
en

Slide 12 - Quiz

 Alineaverbanden 

  • Opsomming 
  • Tegenstelling
  • Voorbeeld 

Slide 13 - Diapositive

Opsomming
Na een uitspraak of bewering worden verschillende dingen achter elkaar opgenoemd. 

Je herkent een opsomming aan signaalwoorden als:
  • ook
  • verder
  • bovendien
  • nog
  • daarnaast
  • niet alleen....maar ook
  • ten eerste, ten tweede..

Slide 14 - Diapositive

Kijk eens naar de volgende tekst
Lachen en tanden laten zien
Wanneer een dier zijn bek openspert en zijn tanden laat zien, hangt er nogal eens een dreiging in de lucht. Bij mensen die hun tanden bloot lachen, is er niets aan de hand. Hoe kan dat? Ten eerste laten primaten niet altijd hun tanden zien, omdat ze boos zijn. Een aap die zijn tanden op elkaar zet en zijn mondhoeken optrekt, stelt zich zelfs onderdanig op.
Waarschijnlijk is onze brede lach daarvan afgeleid. Daarnaast is aan onze mimiek, zoals de pretlichtjes in onze ogen, duidelijk te zien dat we niet dreigen, maar de grootste lol hebben.

Uit: Q&A Vraag het Know How! Waarom laten we onze tanden zien als we lachen? In: Know How.


Slide 15 - Diapositive

Opsomming
Lachen en tanden laten zien
Wanneer een dier zijn bek openspert en zijn tanden laat zien, hangt er nogal eens een dreiging in de lucht. Bij mensen die hun tanden bloot lachen, is er niets aan de hand. Hoe kan dat? Ten eerste laten primaten niet altijd hun tanden zien, omdat ze boos zijn. Een aap die zijn tanden op elkaar zet en zijn mondhoeken optrekt, stelt zich zelfs onderdanig op.
Waarschijnlijk is onze brede lach daarvan afgeleid. Daarnaast is aan onze mimiek, zoals de pretlichtjes in onze ogen, duidelijk te zien dat we niet dreigen, maar de grootste lol hebben.

Uit: Q&A Vraag het Know How! Waarom laten we onze tanden zien als we lachen? In: Know How.


Slide 16 - Diapositive

Tegenstelling
Na een uitspraak of bewering wordt meteen het tegenovergestelde beweerd. 

Je herkent een tegenstelling aan signaalwoorden als:
  • maar
  • daarentegen
  • echter
  • integendeel
  • enerzijds..anderzijds
  • daar staat tegenover 

Slide 17 - Diapositive

Kijk nogmaals naar de volgende tekst
Lachen en tanden laten zien
Wanneer een dier zijn bek openspert en zijn tanden laat zien, hangt er nogal eens een dreiging in de lucht. Bij mensen die hun tanden bloot lachen, is er niets aan de hand. Hoe kan dat? Ten eerste laten primaten niet altijd hun tanden zien, omdat ze boos zijn. Een aap die zijn tanden op elkaar zet en zijn mondhoeken optrekt, stelt zich zelfs onderdanig op.
Waarschijnlijk is onze brede lach daarvan afgeleid. Daarnaast is aan onze mimiek, zoals de pretlichtjes in onze ogen, duidelijk te zien dat we niet dreigen, maar de grootste lol hebben.

Uit: Q&A Vraag het Know How! Waarom laten we onze tanden zien als we lachen? In: Know How.


Slide 18 - Diapositive

Tegenstelling
Lachen en tanden laten zien
Wanneer een dier zijn bek openspert en zijn tanden laat zien, hangt er nogal eens een dreiging in de lucht. Bij mensen die hun tanden bloot lachen, is er niets aan de hand. Hoe kan dat? Ten eerste laten primaten niet altijd hun tanden zien, omdat ze boos zijn. Een aap die zijn tanden op elkaar zet en zijn mondhoeken optrekt, stelt zich zelfs onderdanig op.
Waarschijnlijk is onze brede lach daarvan afgeleid. Daarnaast is aan onze mimiek, zoals de pretlichtjes in onze ogen, duidelijk te zien dat we niet dreigen, maar de grootste lol hebben.

Uit: Q&A Vraag het Know How! Waarom laten we onze tanden zien als we lachen? In: Know How.


Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld
Een uitspraak of bewering kan ook gevolgd worden door een of meer voorbeelden. 

Je herkent een voorbeeld aan signaalwoorden als:
  • bijvoorbeeld
  • als voorbeeld
  • zoals
  • zo

Slide 20 - Diapositive

Kijk naar de volgende teksten
Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen op de aarde voor. Zo houdt de kakkerlak het al meer dan tweehonderd miljoen jaar vol. 

Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd.

Slide 21 - Diapositive

Voorbeeld
Kleine kriebelbeestjes komen al eeuwen op de aarde voor. Zo houdt de kakkerlak het al meer dan tweehonderd miljoen jaar vol.

Chimpansees en bonobo’s laten het vaakst emoties zien die als typisch menselijk worden beschouwd. Zoals affectie en spijt. 

Slide 22 - Diapositive

Welk tekstverband geeft het signaalwoord aan?
Sleep de signaalwoorden naar het goed tekstverband.
opsomming
tegenstelling
voorbeeld
echter
maar
ook
zo
daarnaast
zoals

Slide 23 - Question de remorquage

Wat is een opsomming?
A
Dat betekent dat er een som staat in de tekst.
B
Als er in een zin of tekst een opsomming wordt gemaakt van iets.
C
Dat betekent dat er iets wiskundigs wordt besproken in de tekst.
D
Als er een eind wordt gemaakt aan een verhaal.

Slide 24 - Quiz

Welke zin is een tegenstelling?
A
Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
B
Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
C
Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer.
D
Ik lust fruit, snoep, kaas en erwtensoep.

Slide 25 - Quiz

In welke zin zie je het tekstverband
'voorbeeld' ?
A
Ik houd erg van fruit, zoals appels en peren.
B
Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.
C
Ook al had ik goed geleerd, toch had ik een slecht cijfer
D
Ik houd niet van fruit, maar veel meer van snoep.

Slide 26 - Quiz

Van alle grote planteneters, zoals olifanten, giraffen en gorilla’s, wordt bijna zestig procent met uitsterven bedreigd.

Het verband dat in deze zin staat is een.....
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling

Slide 27 - Quiz

Verder kunnen dolfijnen mooie gebeurtenissen onthouden, hebben ze zelfinzicht en voelen ze emotionele pijn. En hun hersenomvang is relatief groter dan die van de mens. Ook kunnen ze zo’n honderd woorden leren begrijpen. Daarbij gebruiken ze net als de chimpansee gereedschap, zoals schelpen om vissen mee te vangen.
Maar het allergrootste verschil met de apen: dolfijnen denken na over de toekomst.

Het verband tussen deze twee alinea's is een ..........
A
opsomming
B
voorbeeld
C
tegenstelling

Slide 28 - Quiz

Chimpansees werden lange tijd beschouwd als de meest intelligente soort van het dierenrijk. Ze communiceren met elkaar via taal, maar ook door middel van gezichtsuitdrukking en gebaren.
A
'maar ook' geeft een tegenstelling aan
B
'maar ook' geeft een opsomming aan

Slide 29 - Quiz

Welk verband zie je in onderstaande tekst en welke 2 signaalwoorden geven dit aan?
Allereerst hebben vleeseters geen prooien meer en neemt hun aantal af. Daarnaast wordt het landschap veel minder divers en de grond armer, omdat planteneters geen zaden of mest meer verspreiden.

Slide 30 - Question ouverte

Lees de tekst

Slide 31 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 32 - Question ouverte

Waarom wilde Ibrahim graag stage lopen in het buurthuis? Geef drie redenen.

Slide 33 - Question ouverte

Noteer uit alinea 2
drie signaalwoorden.

Slide 34 - Question ouverte

Welke twee activiteiten voerde Ibrahim op zijn stage uit?

Slide 35 - Question ouverte

Noteer een tegenstelling uit alinea 4.

Slide 36 - Question ouverte

Lees de tekst
Als je op de tekst klikt, 
kan je 'm vergroten.

Slide 37 - Diapositive

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 38 - Question ouverte

Welk verband volgt na de eerste zin van alinea 2?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 39 - Quiz

Met welke verschillende kanten van het beroep maak je kennis tijdens een snuffelstage?

Slide 40 - Question ouverte

Wat leer je niet tijdens een snuffelstage?

Slide 41 - Question ouverte

Welke twee verbanden staan in alinea 3?

Slide 42 - Question ouverte

Wat is het doel van een plaatsingsstage?

Slide 43 - Question ouverte

Waarom hebben sommige scholen ook interne stages?

Slide 44 - Question ouverte

Wat is het verband tussen de eerste en de tweede zin van alinea 6?
A
voorbeeld
B
opsomming
C
tegenstelling

Slide 45 - Quiz

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Als je stage loopt in het vmbo, moet je aan verschillende zaken denken.
B
Hoe een stage in de praktijk ingevuld wordt, verschilt per opleiding.
C
In het vmbo kun je verschillende soorten stages lopen.

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Lien

GELEERD?

- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden opsomming, tegenstelling en voorbeeld in een tekst herkennen en begrijpen
Verbanden en signaalwoorden

Slide 48 - Diapositive