1HV Blok 3 Spelling bijvoeglijk naamwoord

Spelling

Bijvoeglijke naamwoorden maken van werkwoorden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Spelling

Bijvoeglijke naamwoorden maken van werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Les en doelen
Theorie en oefenen met het maken van bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden.
Doel
Je kunt een bijvoeglijk naamwoord maken van een werkwoord.

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord
Van werkwoorden kun je 
bijvoeglijke naamwoorden maken.
Je gebruikt daarvoor het 
voltooid deelwoord of
het tegenwoordig deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Regel 1
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en.

Slide 4 - Diapositive

Werkwoord = aanbieden
de ... excuses

Slide 5 - Question ouverte

Regel 2
Als het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal -e als uitgang.

Slide 6 - Diapositive

werkwoord = landen
de ... helikopter

Slide 7 - Question ouverte

Regel 3
Een bn dat is afgeleid van een vd schrijf je altijd zo kort mogelijk!
Alleen dd of tt als het nodig is 
voor de uitspraak.

Slide 8 - Diapositive

werkwoord = verkleden
de ... kinderen

Slide 9 - Question ouverte

werkwoord = verhitten
de ... discussie

Slide 10 - Question ouverte

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 11 - Carte mentale

Huiswerk

Slide 12 - Diapositive