spelling blok 3 (opdr 21-24) (rvl)

spelling blok 3
bijvoeglijk naamwoord
bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

spelling blok 3
bijvoeglijk naamwoord
bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord.

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les:
- kun je bijvoeglijk naamwoord correct spellen.
- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een voltooid deelwoord. 

Slide 2 - Diapositive

Wat was ook alweer een bijvoeglijk naamwoord?

Slide 3 - Question ouverte

schema blz 140

Slide 4 - Diapositive

Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.

een ... kip (braden)

Slide 5 - Question ouverte

Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.

een ... ketting (zilver)

Slide 6 - Question ouverte

Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.

de ... vlieg (irritant)

Slide 7 - Question ouverte

Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.

het ... geld (verdwijnen)

Slide 8 - Question ouverte

regels om bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden te maken.
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en. 

voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
de excuses zijn aangeboden
de aangeboden excuses.

Slide 9 - Diapositive

regels om bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden te maken.
Als het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal een -e als uitgang

voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
de helicopter is geland
de gelande helicopter.

Slide 10 - Diapositive

regels om bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden te maken.
Een voltooid deelwoord dat is afgeleid van een voltooid deelwoord, schrijf je altijd zo kort mogelijk. Je schrijdt dus alleen dd of tt als dat nodig is voor de juiste uitspraak. 
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
Het geld is besteed.

De discussie is verhit.
Het bestede geld.

De verhitte discussie.

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk

Maak opdracht 21 tm 24. 
Het moet deze les af zijn. Wat niet af is, is huiswerk. 
Doe precies wat er staat.
blz 139 tm 141

Slide 12 - Diapositive