bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
spelling blok 3
bijvoeglijk naamwoord
bijvoeglijk naamwoord afgeleid van een voltooid deelwoord.
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Na deze les:
- kun je bijvoeglijk naamwoord correct spellen.
- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een voltooid deelwoord.
Slide 2 - Diapositive
Wat was ook alweer een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 3 - Question ouverte
schema blz 140
Slide 4 - Diapositive
Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.
een ... kip (braden)
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.
een ... ketting (zilver)
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.
de ... vlieg (irritant)
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf het bijvoeglijke naamwoord goed op. Gebruik het schema op blz 140.
het ... geld (verdwijnen)
Slide 8 - Question ouverte
regels om bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden te maken.
Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en.
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
de excuses zijn aangeboden
de aangeboden excuses.
Slide 9 - Diapositive
regels om bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden te maken.
Als het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal een -e als uitgang
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
de helicopter is geland
de gelande helicopter.
Slide 10 - Diapositive
regels om bijvoeglijke naamwoorden van werkwoorden te maken.
Een voltooid deelwoord dat is afgeleid van een voltooid deelwoord, schrijf je altijd zo kort mogelijk. Je schrijdt dus alleen dd of tt als dat nodig is voor de juiste uitspraak.
voltooid deelwoord
bijvoeglijk naamwoord
Het geld is besteed.
De discussie is verhit.
Het bestede geld.
De verhitte discussie.
Slide 11 - Diapositive
Huiswerk
Maak opdracht 21 tm 24.
Het moet deze les af zijn. Wat niet af is, is huiswerk.