Basisstof 3 Fotosynthese

Basisstof 3 Fotosynthese
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 3 Fotosynthese

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent het dat een enzym substraatspecifiek is?
A
Een enzym kan maar één type substraat produceren
B
Een enzym kan maar één type substraat omzetten
C
Een enzym heeft maar één actief centrum
D
Een enzym wordt geactiveerd door één specifiek substraat

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een enzym?
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De optimumtemperatuur van een enzym vertelt je...
A
...bij welke temperatuur het enzym kapot gaat
B
...bij welke temperatuur het enzym gaat werken
C
...bij welke temperatuur het enzym het beste werkt
D
-

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk enzym mis je als je een lactose-intolerantie hebt?
A
lactese
B
lactase
C
lactose
D
lactise

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur zichtbaar licht wordt nauwelijks geabsorbeerd door bladgroen?
A
rood
B
blauw
C
groen
D
geel

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg het verband uit tussen het absorptiespectrum en de naam ‘bladgroen’.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Drie potten bevatten water en een tak waterpest. Pot 1 staat onder een oranje lamp, pot 2 onder een violette lamp en pot 3 onder een groene lamp.
In welke pot is de fotosyntheseactiviteit het hoogst?
A
1
B
2
C
3

Slide 12 - Quiz

De fotosyntheseactiviteit is het hoogst in pot 2. Deze kleur (violet) wordt door bladgroen het meest geabsorbeerd.
Drie potten bevatten water en een tak waterpest. Pot 1 staat onder een oranje lamp, pot 2 onder een violette lamp en pot 3 onder een groene lamp.
In welke pot verbruikt de tak waterpest de kleinste hoeveelheid koolstofdioxide?
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quiz

De fotosyntheseactiviteit is het hoogst in pot 2. Deze kleur (violet) wordt door bladgroen het meest geabsorbeerd.
Maken

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions