Kunst Renaissance - literatuur

Renaissance
en Literatuur 
20-80 Kunst
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Renaissance
en Literatuur 
20-80 Kunst

Slide 1 - Diapositive

Vorige les ging over Romantiek.
Wat herinner je nog van dit tijdperk?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Programma 
1. Renaissance algemeen 

2. Renaissance & literatuur 

    - Korte pauze -
 
3. Creatieve opdracht 

Slide 4 - Diapositive

1. Renaissance algemeen

Slide 5 - Diapositive

Waar denken jullie aan bij 'Renaissance' ?

Slide 6 - Question ouverte

Wanneer was het tijdperk van de Renaissance?
A
+/- 1790 tot 1850
B
+/- 500 tot 1500 na Christus
C
+/- 1400 tot 1600
D
+/- 1905 - 1940

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'Renaissance' ?

Slide 8 - Question ouverte

Renaissance = wedergeboorte 
De Renaissance staat bekend als een periode in de Europese geschiedenis die duurde van de 14e tot de 16e eeuw. Op allerlei gebieden, zoals de literatuur, muziek, architectuur en kunst vond een sterke oriëntatie plaats op de klassieke oudheid.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Stijlkenmerken Renaissance

- Antieken tot nieuw leven
- Idealiseren van klassieke oudheid
- Verheerlijking individu 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Uomo Universale
Duizendkunstenaar. 
Iemand die op verschillende gebieden van kunst intelligent en werkzaam is.  

Bijv.  Schilderen, beeldhouwen, en schrijven.

Slide 13 - Diapositive

Uomo Universale 
Leonardo Da Vinci werd als voorbeeld gezien.
Maar : In wezen grepen de renaissancehumanisten terug op het Oudgriekse vormings- en opvoedingsideaal, "paideia" (παιδεία), waarbij studenten een brede scholing kregen in onderwerpen als retorica, grammatica, muziek, filosofie, aardrijkskunde, natuurlijke historie, wiskunde, natuurkunde en gymnastiek. Ook hier werd het ideaal nagestreefd van een zo volledig mogelijke ontwikkeling die recht deed aan de ware menselijke aard. 

Slide 14 - Diapositive

2. Renaissance & Literatuur

Slide 15 - Diapositive

Welke auteurs / schrijvers uit de Renaissance ken je?

Slide 16 - Carte mentale

In de Renaissance ( 1400 - 1600 ) werden er al boeken gedrukt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Renaissance & Literatuur

De uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg

Slide 18 - Diapositive

Vormen van literatuur 
- Theater script  
- Verhalen 
- Lied teksten
- Gedichten

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

William Shakespeare
Jean-Baptiste Molière 

Slide 21 - Diapositive

William Shakespeare schreef o.a. gedichten van 14 regels. Hoe noem je dit soort gedichten?

Slide 22 - Question ouverte

Taalgebruik tijdens de Renaissance

Slide 23 - Diapositive

             KJV Bijbel

Slide 24 - Diapositive

Frankrijk - Renaissance 
In de zestiende eeuw vestigde het Frans zich als een belangrijke literaire taal, met schrijvers die de voornaamste genres van moderne literatuur in Frankrijk creëerden. In verhalend proza zijn François Rabelais en Pierre de Ronsard de meest prominente figuren. In de poëzie is dat vooral Joachim du Bellay. 


Slide 25 - Diapositive

Joachim Du Bellay
In 1549 laat Joachim Du Bellay (1522-1560) een manifest verschijnen, getiteld La défense et illustration de la langue française. De Franse taal moest "verdedigd" ("défense") worden tegen de humanisten, die door een te blinde bewondering van de Antieke schrijvers het Latijn tot enige literatuurtaal wilden maken. Het Frans moest ook "verrijkt"  worden: qua woordenschat door ontleningen aan het Italiaans, aan verschillende Franse dialecten, aan het Latijn en aan het Grieks.

Slide 26 - Diapositive

3. Opdracht 

Slide 27 - Diapositive

Opdracht : Schrijf een sonnet 
Wat?
Maak een eigen sonnet gedicht (of meerdere).
Hoe?
Zoek voorbeeld sonnetten. Zoek uit wat de structuur is van een sonnet. Bedenk een onderwerp & schrijf. 
Hulp?
Je telefoon om inspiratie op te zoeken.
Tijd? 
De rest van dit uur.
Klaar?
Maak eventueel een mooie Renaissance Layout eromheen.

Slide 28 - Diapositive