Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
Thema 1 stofwisseling in de cel
Basisstof 2: Enzymen
Slide 1 - Diapositive
vandaag
herhalen bs 1 chemie in de cellen
leerdoelen bs 2 Enzymen
Uitleg enzymen
maken: 11 t/m 13
uitleg milieu factoren
Maken: 14 t/m 18
Afsluiten
Slide 2 - Diapositive
herhalen bs 1:
Nachtlicht
tip: gebruik je binas en/of boek
Slide 3 - Diapositive
lees blz 15 licht in de diepzee
Slide 4 - Diapositive
11a )is de zeevonk is heterotroof / autotroof, leg uit
Slide 5 - Question ouverte
11b) Waarom is bioluminescentie van zeevonk het best zichtbaar in de zomer?
Slide 6 - Question ouverte
11c) Waarom is ook een goede golfslag nodig voor bioluminescentie van zeevonk?
Slide 7 - Question ouverte
12) e relatie tussen de diepzeevissen die gebruikmaken van bioluminescentie en de bacteriën is een vorm van symbiose. Welke vorm van symbiose bestaat er tussen de diepzeevissen en de bacteriën?
Slide 8 - Question ouverte
De zaklantaarnvis en de hengelvis hebben een vlies waarmee ze de blaasjes met de lichtgevende bacteriën kunnen bedekken. Hierdoor stralen ze geen licht meer uit. Waarom is het voor deze vissen handig om dit vlies te hebben?
Slide 9 - Question ouverte
vandaag
leerdoelen bs 2 Enzymen
Uitleg enzymen
maken 14-16
uitleg milieu factoren
Maken 17-23
uitleg basisstof 2
maken opdrachten 26-30
Slide 10 - Diapositive
leerdoelen bs 2 Enzymen
Je kan de bouw en werking van enzymen beschrijven
Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven
Slide 11 - Diapositive
korte herhaling
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
lezen blz 16 t/m 19
timer
12:00
Slide 15 - Diapositive
Enzymen
Zijn altijd eiwitten
Er zijn twee soorten - Afbrekende enzymen voor
dissimilatie (bv bij vertering)
- Opbouwende enzymen
voor assimilatie (bv bij spiervorming)
Enzymen zijn verantwoordelijk voor de stofwisselingsreacties in de cel
Slide 16 - Diapositive
bouw enzym
Een enzym is een eiwit.
De vorm is belangrijk
voor de taak.
Slide 17 - Diapositive
enzymen
Slide 18 - Diapositive
Enzymen
In je speeksel zit een enzym voor afbraak zetmeel, namelijk ..??.. (BINAS).
Als deze in botsing komt met zetmeel knipt enzym zetmeel op in ..??.. (BINAS!)
Slide 19 - Diapositive
maken
• 14 t/m 16
timer
10:00
Slide 20 - Diapositive
Vandaag
Verder met bs 2 Enzymen
Leerdoelen bs 3 Fotosynthese
Uitleg bs 3 Fotosynthese
maken 22 t/m 24
Afsluiten met quiz
Slide 21 - Diapositive
Vandaag
verder met bss 2
Slide 22 - Diapositive
leerdoelen bs 2 Enzymen
Je kan de bouw en werking van enzymen beschrijven
Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven
Slide 23 - Diapositive
Wat is ook alweer een milieufactor? Leg uit met behulp van een voorbeeld.
Slide 24 - Question ouverte
Bij hoge temperatuur gaat een enzym 'kapot'
Slide 25 - Diapositive
Effectiviteit van een enzym is afhankelijk van temperatuur
Daardoor:
Minimumtemperatuur
Optimumtemperatuur
Maximumtemperatuur
Slide 26 - Diapositive
Invloed van temperatuur op werking enzym
Slide 27 - Diapositive
Effectiviteit van een enzym is afhankelijk van temperatuurpH-optimum
pH optimimun = pH-waarde waarbij werkzaamheid van enzym maximaal is
Bij verlagen van pH kunnen negatief geladen groepen een H+ opnemen en enzym destabiliseren
Bij verhogen van pH juist andersom
Slide 28 - Diapositive
waar zou pepsine kunnen werken?
De optimale pH voor pepsine ligt bij pH 2.
Verschillende enzymen hebben verschillende pH- optima
Slide 29 - Diapositive
Pepsine werkt bij een pH van 2
Slide 30 - Diapositive
Maken
opdrachten 17 t/m 22
Verdieping: 23 of 24-25
timer
20:00
Slide 31 - Diapositive
Leerdoelen gehaald? Je kan de bouw en werking van enzymen beschrijven Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven
😒🙁😐🙂😃
Slide 32 - Sondage
Leerdoelen bs 3 Fotosynthese
Je kan de fotosynthese uitleggen
Je kent de formule van de fotosynthese uit je hoofd
Slide 33 - Diapositive
Fotosynthese
Slide 34 - Diapositive
stofwisseling bij planten
fotosynthese:
verbranding:
Het compensatiepunt = netto evenveel zuurstof opname (dissimilatie) als afgifte (fotosynthese).
Slide 35 - Diapositive
overzicht fotosynthese
Binas 69a
Slide 36 - Diapositive
Licht
Licht is nodig voor fotosynthese. Fotosynthese is de productie van suikers in het blad van een plant.
Licht kan ook kunstmatig zijn.
Sommige planten houden van veel licht, andere van weinig licht.
Slide 37 - Diapositive
intensiteit fotosynthese
Is afhankelijk van:
hoeveelheid licht
CO2-gehalte
kleur licht
temperatuur
Slide 38 - Diapositive
Assimilatie
Fotosynthese = koolstofassimilatie.
Voortgezette assimilatie
Slide 39 - Diapositive
maken:
Opdrachten: 26 t/m 30
timer
12:00
Slide 40 - Diapositive
Leerdoelen gehaald?
Je kan de bouw en werking van enzymen beschrijven
Je kunt de invloed van milieufactoren op de enzymactiviteit beschrijven
Slide 41 - Diapositive
Een enzym is een ...
A
eiwit
B
koolhydraat
C
vet
D
mineraal
Slide 42 - Quiz
Raken enzymen op?
A
Nee, ze zijn te vergelijken met een schaar
B
Ja, ze werken steeds langzamer
C
Ja, ze werken dan niet meer
Slide 43 - Quiz
Wat doen enzymen?
A
Enzymen verbranden voedingsstoffen
B
Enzymen versnellen een reactie
C
Enzymen bevatten verteringssappen
D
Enzymen nemen voedingstoffen op in het bloed
Slide 44 - Quiz
Welk enzym heeft dezelfde optimumtemperatuur als de enzymen in jouw darmen?
A
enzym A
B
enzym B
Slide 45 - Quiz
Welk enzym vertoont de grootste enzymactiviteit bij 38 graden?
A
x (rood)
B
y (groen
C
z (paars)
D
ze zijn allemaal gelijk
Slide 46 - Quiz
Een enzym past precies op de om te zetten stof. Dat betekent dat het enzym ...
A
reactiespecifiek is
B
substraatspecifiek is
Slide 47 - Quiz
Welke bewering klopt over de enzymactiviteit en de enzymconcentratie bij temperaturen P, Q en R?
A
Bij alle drie de temperaturen is de enzymconcentratie gelijk.
B
Tussen P en Q neemt de activiteit toe, omdat de concentratie van het enzym toeneemt.
C
Tussen Q en R neemt de activiteit af, omdat de concentratie van het enzym afneemt.
Slide 48 - Quiz
Welke soort kan het beste tegen schommelingen van deze milieufactor (bijvoorbeeld hoeveelheid water in de bodem)?
A
soort A
B
soort B
Slide 49 - Quiz
De reactievergelijking van de fotosynthese is: (C6H12O6 = glucose)
A
6 CO2 + 6 O2 -> C6H12O6 + 6 H2O
B
6 CO2 + 6 H2O -> C6H12O6 + 6 O2
C
6 CO2 + 12 O2 -> C6H12O6 + 12 H2O
D
CO2 + H2O ->
C6H12O6 + O2
Slide 50 - Quiz
Wat is de rol van chlorofyl bij fotosynthese?
A
Het absorberen van lichtenergie
B
Het produceren van zuurstof
C
Het afbreken van watermoleculen
D
Het omzetten van koolstofdioxide in suikers
Slide 51 - Quiz
Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.
D
Door fotosynthese wordt CO2 gemaakt
Slide 52 - Quiz
Welke organel is verantwoordelijk voor fotosynthese?