Oefentoets H3 en 4



Oefentoets bij H3 en H4


H3 Interbellum
H4 Tweede Wereldoorlog
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon



Oefentoets bij H3 en H4


H3 Interbellum
H4 Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Diapositive

Wanneer is het Interbellum?
A
1914-1918
B
1918-1933
C
1918-1940
D
1940-1945

Slide 2 - Quiz

Wat betekent Interbellum?

Slide 3 - Question ouverte

Wie is deze man?
A
Lenin
B
Stalin
C
Mussert
D
Mussolini

Slide 4 - Quiz

Welk begrip past er het beste bij de afbeelding?
A
Showproces
B
Geheime Politie
C
Terreur
D
Collectivisatie

Slide 5 - Quiz

Welke oorzaak voor de val van de Weimar Republiek zie je op de afbeelding?
A
Hitler aan de macht
B
Hyperinflatie
C
Beurskrach
D
Vrede van Versailles

Slide 6 - Quiz

Hoe wordt het idee genoemd om Duitsland geld te lenen om de crisis te verminderen?

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit hoe de crisis van de VS in 1929 invloed kon hebben op de situatie in Duitsland

Slide 8 - Question ouverte

Hoe wordt de fascistisch leider van Italië genoemd?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen Hitler en Mussolini als je één woord mag gebruiken?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is géén kenmerk van het fascisme?
A
Sterke leider
B
Democratisch
C
Nationalisme
D
Geweld is goed

Slide 11 - Quiz

Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Antisemitisme
B
Rassenleer
C
Dictatuur
D
Gelijkschakeling

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt het genoemd als je gehersenspoeld wordt waardoor je denkt dat alle ideeën van bv Hitler waar zijn?

Slide 13 - Question ouverte

"We moeten met Hitler gaan praten om oorlog te voorkomen" Welk begrip past hierbij?
A
Indoctrinatie
B
Gelijkschakeling
C
Pleasen
D
Appeasement

Slide 14 - Quiz

Welke organisatie in Nazi Duitsland was er speciaal voor vrouwen?
A
SA
B
SS
C
HJ
D
BDM

Slide 15 - Quiz

Hoe kan het dat in Nederland in de crisis werklozen aan het werk zijn?
A
Aanpassingspolitiek
B
Werkverschaffing
C
Bezuiniging
D
Mussertisme

Slide 16 - Quiz

Waardoor had het nationaalsocialisme minder succes in NL?

Slide 17 - Question ouverte

Wie is deze man?
A
Churchill
B
Roosevelt
C
Mussolini
D
Wilhelmina

Slide 18 - Quiz

Van welk type oorlog is de verovering van Nederland onderdeel?

Slide 19 - Question ouverte

Van welke operatie was de verovering van SU onderdeel?

Slide 20 - Question ouverte

Wat was de aanleiding voor de VS om mee te gaan doen in de Tweede Wereldoorlog?

Slide 21 - Question ouverte

Hoe wordt het genoemd als je jezelf overgeeft als land?
A
Capitulatie
B
Collaboratie

Slide 22 - Quiz

Was operatie Market Garden een succes?
A
Ja want een deel van NL werd bevrijd
B
Nee, want de slag om Arnhem werd verloren

Slide 23 - Quiz

De spoorwegstaking had geen succes.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Welke twee woorden zijn benamingen voor vernietiging voor de Joden (die van het boek eerst)

Slide 25 - Question ouverte

Wanneer begon het offensief om West-Europa te bevrijden? Hoe heet dit?
A
3 juni Slag om Stalingrad
B
6 juni Slag om Stalingrad
C
3 juni D-Day
D
6 juni D-Day

Slide 26 - Quiz

Welk bombardement zie je op de afbeelding?
A
Berlijn
B
Hiroshima
C
Tokyo
D
Rotterdam

Slide 27 - Quiz

Waarom is de Tweede Wereldoorlog belangrijk voor de Indonesische onafhankelijkheid?

Slide 28 - Question ouverte

Hoe noemt Nederland de onafhankelijkheidsoorlog tegen Indonesië?

Slide 29 - Question ouverte

Welk ding kun je ALTIJD zeggen waarom een bron betrouwbaar is?

Slide 30 - Question ouverte