Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 90 min
Éléments de cette leçon
Geschiedenis vakatelier 4: 'Een Gouden Eeuw'
Slide 1 - Diapositive
Wat hebben deze schilderijen met elkaar gemeen?
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Eregalerij Rijksmuseum
Slide 12 - Diapositive
Gouden Eeuw
Slide 13 - Carte mentale
Leerdoelen
Je kunt aan het einde van dit vakatelier ….
uitleggen waarom de 17e eeuw ook wel de Gouden Eeuw wordt genoemd;
verschillende soorten tijdsbeleving onderscheiden;
het verloop van de ontwikkeling van tijdsbesef bij (jonge) kinderen beschrijven;
beschrijven welke opbouw de praktijktoets ‘De canon van Nederland’ heeft;
aangeven hoe je je kunt voorbereiden op de praktijktoets ‘De canon van Nederland’;
de tijdvaknaam ‘regenten en vorsten’ verklaren.
Slide 14 - Diapositive
Het schoolvak Geschiedenis gaat over tijd
Wanneer niemand het mij vraagt, weet ik het. Wanneer ik het iemand die het mij vraagt zou willen uitleggen, weet ik het niet.’ (kerkvader Augustinus, 354-430)
Tijd is een ongrijpbaar begrip
Slide 15 - Diapositive
Hoe leren we tijd?
Ervaren / waarnemen
contact tussen verschillende generaties
oude en nieuwe dingen: overblijfselen
een omgeving die verandert
Kunstgrepen om tijd te vatten
cyclische tijd (bijv. kalender / klok)
lineaire tijd (bijv. tijdlint / balk)
rekenkundige tijd (bijv. tijdrekening in eeuwen)
Slide 16 - Diapositive
Soorten tijd
Cyclische tijd (dagelijkse tijd / natuur)
Sociale tijd (generaties)
Mythische tijd (oude verhalen)
Deze drie tijdservaringen liggen voor de hand / hebben mensen geen tot weinig moeite mee.
Maar historisch denken over tijd stelt veel meer eisen aan de mens / is erg complex!
Slide 17 - Diapositive
4. Historische tijd
Ideeën over verleden:
volstrekt anders dan heden (vreemde wereld)
onvoorstelbaar lang / indeling in perioden
wat in de ene tijd hoort, hoort niet in de andere (anachronisme)
logica lijkt te ontbreken / toevalligheid (contingentie)
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd
Slide 20 - Quiz
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd
Slide 21 - Quiz
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd
Slide 22 - Quiz
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd
Slide 23 - Quiz
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd
Slide 24 - Quiz
Welke soort tijd?
A
cyclische tijd
B
mythische tijd
C
sociale tijd
D
historische tijd
Slide 25 - Quiz
Regenten en vorsten
Rembrandt- De grote schilders
Wijs op de tijdbalk het tijdvak (of tijdvakken) aan waar het venster thuishoort.
Leg uit welke relatie er is tussen de naam van het bijbehorende tijdvak en de inhoud van het venster;
Verklaar de subtitel (onderschrift) van het venster;
Geef een koppeling van het venster met de actualiteit (concreet bericht of situatie uit de media);
Noem een beeldvormer uit de categorie ‘werkelijkheid’ die duidelijk bij het venster past en kinderen aanzet / stimuleert tot beeldvorming.
Beeldmerk
Op de voorgrond zie je een kroon, die symbool staat voor een vorst. In deze tijd hadden vorsten veel macht in Europa. Nederland was echter een uitzondering en had regenten die de Republiek bestuurden; erg vooruitstrevend voor die tijd!
Op de achtergrond zie je Amsterdam, in de 17e eeuw de belangrijkste stapelmarkt van Europa. Amsterdam was welvarend. Aan de nieuw aangelegde grachten woonden de regenten; het waren vaak kleine paleisjes, versierd met kunst en andere pronkstukken: het zorgde voor aanzien!
Slide 26 - Diapositive
Wat zijn regenten?
Slide 27 - Carte mentale
Naar een gouden tijd
aanloop in 16e eeuw...
Reformatie
Beeldenstorm 1566
Opstand
val van Antwerpen 1585
‘braindrain’ -> rijke, gestudeerde, ontwikkelde Vlamingen vluchten naar de ‘vrije’ Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
stimulans voor de handel, wetenschap, kunst, etc.
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
https:
Slide 30 - Lien
Oefening praktijktoets
maak groepjes van 2 of 3
kies een canonvenster uit de 'tijd van regenten en vorsten'
verdiep je in het canonvenster
beantwoord vervolgens samen de vijf standaard vragen van de praktijktoets
maak aantekeningen
herhaal dit evt. met een ander canonvenster
timer
10:00
Slide 31 - Diapositive
Oefening praktijktoets
ga in je vaste praktijktoetsgroepje zitten
speel de praktijktoets na
Kortom: bevraag elkaar volgens de vijf vaste vragen van de praktijktoets
Slide 32 - Diapositive
Terugblik op vakatelier
opbouw van atelier? opening? kern? afsluiting?
welke canonvensters?
beeldvorming? beeldvormers?
didactische werkvormen?
betrokken? waarom wel / niet?
rol docent?
attitude van studenten?
volgende atelier.. verwachtingen?
Slide 33 - Diapositive
Voorbereiding voor vakatelier 5
Neem mee:
een volledig ingevuld lesvoorbereidingsformulier van stageopdracht ‘Beeldvormer in de geschiedenisles’ + evt. bijlagen. Deze les heb je reeds in je stageklas verzorgd of ga je binnenkort verzorgen.
Bestudeer vooraf:
via www.entoen.nu: de vensters ‘De patriotten’, ‘Eise Eisinga’ en ‘Napoleon’ Kooij, C. van der, & Groot-Reuvekamp, M. de, (2016). Geschiedenis & Samenleving. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers, 147-160.