Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Wat betekent Horeca
Slide 1 - Question ouverte
Onder deze branche vallen:
restaurants, cafetaria's, snackbars en cateringbedrijven.
Hotels, pensions en conferentieoorden.
Café's, discotheken, bioscopen en theaters.
Slide 2 - Diapositive
Wat zijn beroepen die je in de horeca kunt doen?
Slide 3 - Question ouverte
Wat betekent recreatie?
Slide 4 - Question ouverte
Recreatie
Alle activiteiten die iemand voor zijn plezier onderneemt. Bijvoorbeeld: een dagje naar het strand of pretpark, wandelen, sporten, bezoek aan museum, theater of café, een rondvaart, de wekelijkse zangavond, uit eten gaan, winkelen voor het plezier.
Slide 5 - Diapositive
Wat zijn beroepen die je in de recreatie kunt doen?
Slide 6 - Question ouverte
Wat moet je allemaal kunnen om in de Horeca te werken?
Slide 7 - Question ouverte
Kwaliteiten
Door horecawerk leer je proactief te zijn, je bent verantwoordelijk voor je eigen gedrag.
Je leert omgaan met stress.
Door horecawerk leer je oplossingsgericht werken.
Je leert omgaan met feedback.
Helder communiceren is heel belangrijk in de horeca.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Veiligheid
Niet lopen met een mes
Werk hygiënisch; schone handen, schone werkplek, schoon materiaal.