biologie quiz

Regeling en beweging
Esmee 19D
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Regeling en beweging
Esmee 19D

Slide 1 - Diapositive

Dit is een quiz over regelingen en bewegingen.
Met o.a. vragen over de volgende onderwerpen:
-  zenuwstelsel
- hormoonstelsel
- spierstelsel en skelet

Slide 2 - Diapositive

Wat is de functie van gevoelszenuwcellen?
A
Geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
Geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 3 - Quiz

Wat is de werking van de belangrijkste hormonen?

Slide 4 - Question ouverte

Noem een voorbeeld van een bewegelijk beenverbinding

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een vaste beenverbinding?
A
Er is geen beweging mogelijk tussen de botten
B
Er is wel beweging mogelijk tussen de botten

Slide 6 - Quiz

kraakbeenlaagje
gewrichtssmeer
gewrichtskapsel
gewrichtsband
gewrichtskogel
gewrichtskom

Slide 7 - Question de remorquage

Het verschil tussen een bewuste reactie en een reflex is?
A
Bij een reflex is het ruggenmerg niet belangrijk
B
Bij een reflex zijn de zenuwen dikker
C
Bij een reflex gaat de impuls sneller dan bij een bewuste reactie
D
Bij een reflex gaan impulsen niet eerst naar de hersenen

Slide 8 - Quiz

Wat doet een gewricht?

Slide 9 - Question ouverte

Grote hersenen
Kleine hersenen
Hersenstam
Ruggenmerg

Slide 10 - Question de remorquage

Waar zitten de uitlopers aan vast bij een bewegingszenuwcellen?

Slide 11 - Question ouverte

Welke onderdelen van het skelet horen bij elkaar?
Bekkengordel
Borstkas
Schoudergordel
Heupbeenderen en heiligbeen
Ribben, borstwervels, borstbeen
Schouderblad en sleutelbeen

Slide 12 - Question de remorquage

Zintuigen zetten prikkels om in impulsen
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Cellen in de alvleesklier die insuline en glucagon maken
Is verhoogd in het bloed na een maaltijd
Stimuleert de omzetting van glucose naar glycogeen
Komt vrij als je bloedsuikerspiegel te laag is
Eilandjes van Langerhans
Glucose
Insuline
Glucagon

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep de juiste namen achter de nummers 
1 =
2 =
3 =
4 =
5 =
Schildkier
Hypofyse
Teelbal(len)
Eilandjes van Langerhans
Bijnieren

Slide 15 - Question de remorquage

Wat is een kenmerk van een kraakbeenweefsel?
A
weinig buigzaam
B
zeer buigzaam

Slide 16 - Quiz

Leg de 6 stappen van de werking van het zenuwstelsel uit.

Slide 17 - Question ouverte

Is dit een kraakbeenweefsel of een beenweefsel?

Slide 18 - Question ouverte

lendewervels
nekwervels
staartbeentje
heiligbeen
borstwervels

Slide 19 - Question de remorquage

Noem een kenmerk van een beenweefsel

Slide 20 - Question ouverte

Wat heeft iedere zenuw?

Slide 21 - Question ouverte

Een schakelcel heeft alleen korte uitlopers
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

witte stof
grijze stof

Slide 23 - Question de remorquage

Wat zijn antagonisten?

Slide 24 - Question ouverte

Welk deel van het zenuwstelsel kan de signalen niet meer zo snel verwerken? als je onder invloed van alcohol en drugs bent.
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Ruggenmerg

Slide 25 - Quiz

Zien we hier kraakbeenweefsel of beenweefsel?

Slide 26 - Question ouverte

Hormoonklieren hebben meestal wel een afvoerbuis?
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Wat is de functie hormonen?

Slide 28 - Question ouverte

spier
pees
spiervezelbundel
spiervezel

Slide 29 - Question de remorquage

Als spiervezels samentrekken wordt de spier korter en dikker.
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz