Thema 13 Transport

Thema 13 Transport
13.1 t/m 13.7
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 53 diapositives, avec diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 13 Transport
13.1 t/m 13.7

Slide 1 - Diapositive

13.1 Bloed
Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Onderdelen bloed

BLOEDPLASMA


BLOEDPLAATJES


WITTE BLOEDCELLEN


RODE BLOEDCELLEN



Slide 4 - Diapositive

onderdelen bloed
bloedplasma
rode bloedcellen
witte bloedcellen
bloedplaatjes
- vervoert meerdere stoffen oa voedingsstoffen
- bevat het eiwit fibrinogeen
-vervoert alleen zuurstof. 
-geen celkern
-bevat hemoglobine
-maken ziekteverwekkers onschadelijk - hebben celkern
- geen vaste vorm
- stukjes cellen 
- geen celkern
- functie bij bloedstolling

Slide 5 - Diapositive

Onderdelen bloed/functies

Slide 6 - Diapositive

Bloedcellen worden 
gemaakt in het rode
beenmerg. 
Stamcellen veranderen
in ander type cellen. 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Aan de slag!
- LZ  13.1
MK 13.1 opdr. 1t/m 3, 5 t/m 7

Slide 9 - Diapositive

13.2 Bloedvaten
 - Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van het bloed daarin aangeven.

Slide 10 - Diapositive

3 typen bloedvaten
- Gaan naar de                                                              - gaan van de 
organen toe                                                                   organen weg.

Slide 11 - Diapositive

dubbele bloedsomloop

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Opdracht in groepjes!
- Schrijf de weg die het bloed aflegt bij de kleine en grote bloedsomloop in de juiste volgorde op een papier.
 

Slide 18 - Diapositive

Aan de slag!
- LZ  13.2 en bekijk de filmpjes
MK 13.2 opdr.  1 t/m 3, 5 t/m 8

Slide 19 - Diapositive

13.3 Het hart
 -  Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
- Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 20 - Diapositive

Bovenste holle ader
Onderste holle ader
Longslagader
Aorta
Longader
Rechter boezem
Rechter kamer
Linker kamer
Linker boezem
Leer de onderdelen van het hart

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Diapositive

De harttspier...
  • krijgt glucose en zuurstof via de kransslagaders
  • geeft Koolstofdioxide af aan de kransaders

  • de kransslagaders komen van de aorta
  • de kransaders gaan naar de bovenste holle ader

Slide 24 - Diapositive

Aan de slag!
- LZ  13.2 en 13.3
- MK 13.3 opdr. 1 -2, 4 t/m 7
- Plaatje van het hart in je schrift met de onderdelen erbij. 

Slide 25 - Diapositive

13.4 Hart- en vaatziekten
Je kunt de gevolgen van hart- en vaatziekten noemen en aangeven hoe je de kans op harten vaatziekten kunt verkleinen.

Slide 26 - Diapositive

Slagaderverkalking

Slide 27 - Diapositive

Slagaderverkalking

Vettige stoffen plakken aan de wand --> ontstaan slagaderverkalking.

Cholesterol is de vettige stof die het meest zorgt voor slagaderverkalking.

De wanden van de slagaders worden minder elastisch.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Vidéo

Oorzaken hart- en vaatziekten
Erfelijke aanleg
Ongezonde leefstijl
Overgewicht
Roken
Weinig beweging
Stress

Slide 31 - Diapositive

Aan de slag!
- LZ  13.4
- Bekijk de filmpjes van 13.4
- MK 13.4 opdr. 1 - 2 - 4 - 5 - 7
- Plaatje van het hart in je schrift

Slide 32 - Diapositive

13.5 Weefselvloeistof en lymfe
LYMFEVATENSTELSEL
Bestaat uit lymfevaten en lymfeknopen.

Functie
- Afvoeren van afvalstoffen uit de organen.
- Afweer tegen ziekteverwekkers. 

LYMFEKNOPEN /  LYMFEKLIEREN
Zuiveren de lymfe van o.a. ziekteverwekkers. 

Slide 33 - Diapositive

Wat doen je lymfeknopen
  • Lymfevaten voeren lymfe naar de lymfeklieren / lymfeknopen.

  • Hier wordt het lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers.

  • Dit wordt gedaan door de witte bloedcellen. 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Vidéo

Aan de slag!
- LZ  13.5
- Bekijk de filmpjes van 13.5
- MK 13.5 opdr. 1 - 4 -5


Slide 37 - Diapositive

13.6 Afweer
 - Je kunt beschrijven hoe antistoffen bescherming bieden tegen infecties en op welke manieren immuniteit kan ontstaan.
- Je kunt omschrijven hoe stoffen een allergische reactie kunnen veroorzaken.





3.5 Afweer

Slide 38 - Diapositive

Afweer
• Het laagje talg op de huid.
• Het slijmvlies in de wand van de luchtwegen.
• Maagsap bevat zoutzuur, waardoor bacteriën worden gedood.
• Witte bloedcellen sluiten de ziekteverwekkers in .





3.5 Afweer

Slide 39 - Diapositive

Antigenen en antistoffen

Antigeen = gemeen
-> lichaamsvreemd en is van de ziekteverwekker
Antistof = tof
-> lichaamseigen en is van een witte bloedcel

Slide 40 - Diapositive

EEe
Een antistof is specifiek voor de ziekteverwekker/ antigeen.

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Diapositive

Aan de slag!
- LZ 13.5 en 13.6
- MK 13.5 opdr. 1 - 4 - 5
-MK 13.6 opdr. 1 - 4 - 5 - 7 - 8

Slide 45 - Diapositive

13.7 Bloedgroepen
Transplantatie en bloedtransfusies

- Je kunt de problemen beschrijven die het afweersysteem veroorzaakt bij transplantaties en auto-immuunziekten.
- Je kunt de rol van bloedfactoren bij bloedtransfusies en de rol van de resusfactor bij zwangerschap beschrijven.

Slide 46 - Diapositive

Slide 47 - Vidéo

Slide 48 - Diapositive

Bloedtransfusie
Bij een bloedtransfusie krijgt iemand bloed van een donor. Het beste is donorbloed van dezelfde bloedgroep. 
 In het bloed van de ontvanger mogen géén antistoffen aanwezig zijn tegen de bloedfactoren van de donor. 

Slide 49 - Diapositive

Slide 50 - Diapositive

Slide 51 - Lien

Aan de slag!
- LZ 13.7
- plak de schema's in je schrift en vul in.
- MK 13.7 opdr. 1- 2- 3- 5 - 6
- oefenen op bioplek.org met bloedtransfusies 

Slide 52 - Diapositive

Leren voor SE5C T13 en 14
  • Gebruik de leerbladen
  • Maak de test jezelfs
  • Maak de diagnostische toets
  • Kijk de aantekeningen goed door.
  • SE  boekje 3 en leerbladen ophalen

Slide 53 - Diapositive