3TL 2.4 les 10/11

Paragraaf 2.4 Blessures
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 2.4 Blessures

Slide 1 - Diapositive

Welke blessures aan botten en
gewrichten zijn er?

Slide 2 - Carte mentale

Blessures aan botten en gewrichten


  1.  Botbreuk 
  2.  Ontwrichting 
  3.  Verstuiking (verzwikking)
  4.  Knieblessure: voetbalknie (meniscus) of gescheurde kruisband

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de verschillende spierblessures noemen
  • Je kunt uitleggen wat deze spierblessures inhouden
  • Je kunt vertellen hoe blessures voorkomen kunnen worden
  • Je kunt uitleggen wat de voordelen van sporten zijn

Slide 4 - Diapositive

Spierblessures
Blessure = letsel 
  1. Spierpijn (door afvalstoffen)
  2. Spierkramp (sterk samentrekken spier)
  3. Spierscheuring (b.v. zweepslag)
  4. Kneuzing (beschadiging spiercellen en bloedvaatjes) Bloeduitstorting (bloedvaatjes in de huid beschadigd)

Slide 5 - Diapositive

Behandelen spierblessures
Spierpijn: Cooling down, hersteltraining, rustig bewegen
Spierkramp: Direct stoppen, rust houden
Spierscheuring: Koelen en rust nemen
Kneuzing: Koelen en rust nemen

Slide 6 - Diapositive

Spierpijn
In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 7 - Diapositive

Spierblessures
Spierkramp
Als een spier zich plotseling krachtig samentrekt, heb je spierkramp. Je spier voelt hard en doet pijn.

Slide 8 - Diapositive

Spierblessures
Spierscheuring
 Bij een spierscheuring zit er binnenin de spier een scheurtje. Een plotselinge spierscheuring heet een zweepslag. Na een spierscheuring moet je koelen en rust nemen.

Slide 9 - Diapositive

Spierblessures
Spierkneuzing
Na een flinke val of tijdens het sporten kan je een spierkneuzing oplopen. De spiervezels en bloedvaatjes gaan stuk, hierdoor ontstaat een blauwe plek. Door snel te koelen verminder je de zwelling en pijn.

Slide 10 - Diapositive

Dit wordt ook wel zweepslag genoemd. Het komt vaak voor in hamstring of kuit.
Welke blessure is dit?
A
Spierscheuring
B
Botbreuk
C
Verzwikking
D
Kneuzing

Slide 11 - Quiz

Hoe voorkom je een blessure?

Slide 12 - Carte mentale

Slide 13 - Vidéo

Blessures voorkomen
  • Beschermende kleding
  • Intapen (soort linnen plakband)
  • Warming-up (doorbloeding spieren)
  • Cooling-down (afvoer afvalstoffen) 

Slide 14 - Diapositive

Wat is GEEN effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën

Slide 15 - Quiz

Kies het juist antwoord:
"Na het sporten doe je een aantal oefeningen om blessures te voorkomen."
A
Warming-up
B
Rekken & strekken
C
Cooling-down

Slide 16 - Quiz

De voordelen van sporten
De basisconditie moet op pijl blijven om gezond te blijven.
Door een goede basisconditie heb je:
  • Minder kans op blessures 
  • Sterkere botten
  • Betere weerstand (Je wordt minder snel ziek: hartspier wordt sterker, betere doorbloeding)

Slide 17 - Diapositive

De volgende les
Dieren bewegen

Hoe bewegen dieren met hun wervelkolom?

Lezen voor de volgende les: blz. 59 en 60

Slide 18 - Diapositive

Maken 
LessonUp les 10/11
Boek: lezen blz. 56 t/m 58
Opdracht: 12 t/m 23 werkboek

Lezen voor de volgende les: blz 59 en 60






Slide 19 - Diapositive