The Great Depression

De Grote Depressie
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de 'Grote Depressie' in 1929?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

De Grote Depressie
Wat waren de oorzaken en gevolgen van de 'Grote Depressie' in 1929?

Slide 1 - Diapositive

Waar staat de 'Grote Depressie' voor?
A
Heel veel mensen voelde zich er depressief
B
Heel Europa kwam in een grote economische depressie
C
Amerika en Europa kwamen in een grote economische depressie
D
Amerika kwam in een grote economische depressie

Slide 2 - Quiz

De Grote Depressie

Slide 3 - Carte mentale

Slide 4 - Vidéo

Oorzaken en gevolgen van de Grote Depressie

Slide 5 - Diapositive

Wat vooraf ging....
  • Politiek: gedomineerd door Republikeinen. 
  1. Belasting voor bedrijven omlaag.
  2. Stakende arbeiders hard aanpakken.
  3. Minimumloon afgeschaft.
  4. Wetgeving kinderarbeid teruggedraaid.
Overheid moet zich niet bemoeien met de economie!!

Slide 6 - Diapositive

Noem één gevolg van dit beleid van de overheid.

Slide 7 - Question ouverte

De oorzaken

  1. Overproductie in de landbouw --> Export naar Europa ging niet meer.
  2. Mensen hadden heel veel schulden bij de banken.
  3. Speculatie (handel met veel risico) met aandelen.

Slide 8 - Diapositive

De oorzaken van de Economische wereldcrisis 1929

  1. Overproductie in de landbouw --> Export naar Europa ging niet meer.
  2. Mensen hadden heel veel schulden bij de banken.
  3. Risico volle handel met aandelen.

Slide 9 - Diapositive

Beurkrach en crisis
  • Markt is verzadigd.
  • 24 oktober 1929: Zwarte Donderdag --> Aandelen werden te koop gezet --> waarde van de aandelen daalde enorm.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Noem 3 oorzaken van de crisis in 1929

Slide 13 - Question ouverte

Wat is géén gevolg van de economische wereldcrisis?
A
De overproductie in de landbouw neemt toe.
B
Veel mensen zijn werkloos.
C
Er waren veel tegenstanders van de Democratie.
D
Politieke onrust.

Slide 14 - Quiz