2 KGT Th. 5.3 Variatie in genotypen

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat is variatie in genotypen?
A
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype als de ouders
B
Een nakomeling heeft hetzelfde genotype maar een ander fenotype
C
Een nakomeling heeft en ander genotype dan de ouders

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Deze informatie verschilt op de 2 chromosomen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Een nakomeling heeft een ander genotype dan de ouders. 
Broers en zussen hebben ook verschillende genotypen.
Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat bij 
de nakomelingen variatie in genotypen. 
Daardoor verschilt ook het fenotype.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

B.v. albinisme: het lichaam is 
niet staat pigment te vormen 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Wat is een mutatie?
A
Een verandering in het fenotype
B
Een verandering in het genotype

Slide 14 - Quiz

Wat heeft meer invloed? Een mutatie in een geslachtscel of een mutatie in een lichaamscel?
A
Geslachtscel
B
Lichaamscel
C
Beide evenveel

Slide 15 - Quiz

Een ander woord voor kankergezwel is:

Voorbeeld van chemische schadelijke stoffen zijn sigarettenrook en asbest. Dit is een voorbeeld van:

Mensen die ziek worden door een kankergezwel
hebben:



Tumor
Mutagene invloeden
Kanker

Slide 16 - Question de remorquage

Zet de begrippen op de juiste plek
Kankercel
Uitzaaiing
Tumor

Slide 17 - Question de remorquage