speelstijlen

Wat gaan we doen?
- klassikale les over oorsprong theater oudheid en de Medea van Toneelschrijver Euripides: maak aantekeningen--> 
- bekijken moderne versie van de Medea met betrekking tot mise- en- scene en theatervormgeving--> hoe beinvloeden die de spanning?

- laatste 10 minuten terug in de klas om huiswerk te noteren en te evalueren

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?
- klassikale les over oorsprong theater oudheid en de Medea van Toneelschrijver Euripides: maak aantekeningen--> 
- bekijken moderne versie van de Medea met betrekking tot mise- en- scene en theatervormgeving--> hoe beinvloeden die de spanning?

- laatste 10 minuten terug in de klas om huiswerk te noteren en te evalueren

Slide 1 - Diapositive

Medea 
SANDYS 
(19e eeuw)
Hoe herkennen wij MEDEA?

Argonautenschip
Colchos--> vreemd land
attributen van tovenares
bloedkoralen
fatale blik

Slide 2 - Diapositive

Theater in de oudheid en de Medea van Euripides (500 voor Christus)
  • Belangrijkste 3 tragedieschrijvers: Aeyschylos (Oresteia), Sophocles (Koning Oidipus) , Euripides (de Medea)
  • Euripides was de jongste en minst religieus. Goden spelen nauwelijks een rol. Aardse zaken des te meer. Keuze en eigen wil nu van belang, niet het lot dat goden bepalen.
  • Theaterfestivals duurden 3 dagen, ter eren van God Dyonisos. Tragedies werden afgewisseld met een comedie. Tragedie bestond uit 5 bedrijven met een proloog en een epiloog
  • Theater was voor iedereen. De mythes werden herkend, het toneelstuk was echter nieuw en speciaal voor dit festival geschreven.
  • Hoe zijn deze stukken overgeleverd denken jullie? Wat zegt dat over de kwaliteit van de overgeleverde toneelstukken?

Slide 3 - Diapositive

theatergebouw oudheid
  • buitenlucht (gewelfbouw bij Romeinen)
  • alleen mannen
  • bloederige scènes d.m.v. bodeverhaal (geen special effects!)
  • maskers voor verschillende personages en emoties.
  • Tragedie volgens vast patroon
  • proscenium, podium, scaenae, parodos, orchestra, cavae (tribune)

Slide 4 - Diapositive

Tragedie--> de Poëtica van Aristoteles
Vaste toneelwetten--> nu ook nog toepasbaar op film, toneel en literatuur.
mythos
plot
hamartia
peripeteia
catharsis

Slide 5 - Diapositive

Vreemd of Vervreemdend?
opdracht 8 hoofdstuk 20, blz. 164
  • mise- en scène:
de manier waarop de spelers het speelvlak opkomen, zich opstellen en verplaatsen

  • theatervormgeving: Inrichting van het toneel met betrekking tot decor, kostuums en attributen


Hoe dragen deze bij aan de spanning?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

Episch theater
Inzicht geven, niet de emotie maar de ratio aanspreken, is een van de belangrijkste uitgangspunten van het episch theater. Om te bereiken dat het publiek zich niet te zeer door het verhaal laat meeslepen zet Brecht – en later andere theatermakers – zogenaamde ‘vervreemdingstechnieken’ in. Met die technieken wordt afstand gecreëerd. Het episch theater lijkt in niets op het echte leven, zo maakt het episch theater vaak gebruik van maskers of opvallende grimering. Bijwijlen wordt er een verteller ingezet die zich als een ceremoniemeester of conferencier tot het publiek richt en commentaar geeft op de gebeurtenissen op het toneel. Ook de personages maken in hun spel het publiek steeds duidelijk dat er 'slechts' toneel gespeeld wordt: de spelers identificeren zich nooit volledig met hun rol en leveren soms zelfs commentaar op hun eigen rol of spel. Er zijn vaak wisselingen van plaats en tijd, die slechts verduidelijkt worden door eenvoudige rekwisieten zoals een naambordje, en decorwisselingen vinden voor het oog van het publiek plaats. Nu en dan wordt het spel doorbroken voor een lied, maar niet zoals in een musical een verstrooiend lied maar een lied dat eerder bespiegelend is of waarin commentaar geleverd wordt op de situatie op het toneel. Ook de karakters in het episch theater lijken niet op echte mensen, ze zijn meer archetypen of stereotypen die elk één kant van een discussie of argument vertegenwoordigen. Als een episch regisseur de scheiding tussen goed en kwaad ter discussie wil stellen, dan zien we aan de ene kant een stereotiepe boef en aan de andere kant een bijna heilige goedzak. Alle eigenschappen van mensen worden uitvergroot. Door deze afstandscheppende technieken te gebruiken verhindert de theatermaker dat het publiek zich te veel in de personages of gebeurtenissen inleeft. Zo kan de toeschouwer aan het denken worden gezet.

Veel technieken waar het episch theater gebruik van maakt, zijn op zich niet nieuw. De verteller zagen we al bij de Grieken in de vorm van koren. Plaats- en tijdwisselingen zien we vanaf de Middeleeuwen. Echter, de manier waarop episch theatermakers de oude technieken inzetten, maakt dat het episch theater als een aparte stroming gezien kan worden. Brecht is zeker niet de enige episch theatermaker, maar hij was wel degene die de stroming populair maakte, vandaar dat het episch theater bijna onlosmakelijk met hem verbonden is. De afstandelijke manier waarop acteurs hun rol spelen, wordt soms Brechtiaans acteren genoemd. Brecht zelf was trouwens niet echt blij met de term episch theater, hij gaf de voorkeur aan de term dialectisch theater omdat wat Brecht betrof de nadruk veel meer op de discussie dan op het spel, vorm of de techniek moest liggen.

Slide 8 - Diapositive

Naturalistisch theater
STANISLAVSKI

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

afsluiting en evaluatie
  • heeft iedereen de brillen herkenning en vervreemding goed opgezet?
  • theaterkenmerken toegepast?
  • Episch theater, absurdistisch theater bestudeerd? Herken je de elementen hiervan
  • Huiswerk voor na de vakantie:
op vakantie beeldend kunstwerk analyseren met behulp van opdracht 5 contrast:
Bekijk een beeldend kunstwerk in een museum (gebruik je cultuurpas--> Stedelijk, Rijks (Rembrandt en Velasquez) en analuseer et aan de hand van zes kenmerken van beeldende kunst. Kijk je daarna door de analyse anders naar het kunstwerk dan daarvoor?

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien