Het voedingsetiket

Het voedingsetiket
5BCT STEM Farma
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
FarmaSecundair onderwijs

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 180 min

Éléments de cette leçon

Het voedingsetiket
5BCT STEM Farma

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Oreo
a Bekijk het filmpje over Oreo koekjes. Beantwoord daarna onderstaande vragen.

a1 Over welk voedingsmiddel gaat het? _____________________
a2 Over welke chemische stof gaat het? _____________________
a3 Hoe wordt de stof vermeld op het voedingsetiket? ____________________________

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Jumbo/Shokobons
a1 Op het etiket van chocopasta van de Nederlandse supermarktketen Jumbo staat niet duidelijk vermeld dat er sporen van hazelnoten in de choco aanwezig kunnen zijn.
___________________________________________________________________________
a2 In 2022 was er rond de paasperiode heel wat te doen over kinderchocolade van Ferrero. Aan de hand van het etiket wist men welke producten men uit de winkels moest wegnemen om meer besmettingen te voorkomen. Leg uit.
___________________________________________________________________________

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Slide 9 - Lien

Wat moet er op het etiket vermeld worden?

Slide 10 - Carte mentale

Reglementering etikettering 
5BCT STEM Farma

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

1 De verkoopsbenaming
  • Vertelt wat je koopt
  • Niet eender wat
  • Melk
  • Yoghurt
  • Fruitsap

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

2 Ingrediëntenlijst: algemeen
  • Voorafgegaan door het woord 'ingrediënten'
  • Hoofdingrediënt vooraan, kleinste hoeveelheid achteraan
  • Specifieke benaming bv. palmolie, kokosolie, smaakstoffen, suiker (verschillende benamingen), fruit (enkel als er echt fruit in zit)
  • Soms niet nodig (1 ingrediënt bv. koffie)

Slide 18 - Diapositive

2 Ingrediëntenlijst: additieven
  • Toevoegsels: E nummers
  • Keuze: volledige naam of nummer
  • Een echt ingrediënt (ook in de lijst)
  • Planten (bv. Stevia), dieren (! veggie), kunstmatig
  • Waarom?
  • Zie lijst cursus

Slide 19 - Diapositive

2 Ingrediëntenlijst: additieven
De E-nummers zijn onderverdeeld in de volgende groepen:
E100-199: Kleurstoffen
E200-299: Conserveermiddelen / Voedingszuren
E300-399: Antioxidanten
E400-499: Emulgatoren
E500-599: Diverse additieven
E600-699: Smaakversterkers
E700-799: Conserveermiddelen

Slide 20 - Diapositive

2 Ingrediëntenlijst: contaminanten
Schadelijke stoffen bv. metalen, nitriet (spinazie), pesticiden, hormonen (veeteelt), mycotoxinen...




Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

3 Voedingswaarde
Op welke (3) manieren kan de voedingswaarde vermeld worden?

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

3 Voedingswaarde
  • Visualiseren per 100g of per 100 ml

  • Visualiseren per portie of verpakking

  • Visualiseren per percentage 
referentie-innames




Slide 25 - Diapositive

3 Voedingswaarde
Verplicht:

- het gehalte aan energie (uitgedrukt in kJ/kcal);
- het gehalte aan vetten en verzadigde vetzuren;
- het gehalte aan koolhydraten en suikers;
- het gehalte aan eiwitten;
- het gehalte aan zout (= gehalte natrium x 2,5).
- nutriënten waarvoor een voedings- of gezondheidsclaim 
wordt gemaakt (bv. vitaminen en mineralen)









Slide 26 - Diapositive

3 Voedingswaarde
Nutri-score: wat is dit?











Slide 27 - Diapositive

3 Voedingswaarde
Nutri-score: wat is dit?

https://youtu.be/-DXDDt96NSM











Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

4 Intoleranties en allergenen

Slide 30 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een allergie en een intolerantie?

Slide 31 - Question ouverte

Verschil
Wat is het verschil tussen een voedingsintolerantie en een voedingsallergie?
________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

5 Houdbaarheids-en bewaarvoorschriften

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Lien

Verschil
• 'tht'
o Afkorting voluit: _________________________________
o Betekenis: na deze datum kan de _______________________ van het voedingsmid-del_______________________, maar het is nog geschikt voor _______________________________________
• 'tgt'
o Afkorting voluit: _______________________________________
o Betekenis: de vermelde datum is de datum voor ____________________________





Slide 38 - Diapositive

5 Houdbaarheids-en bewaarvoorschriften
• bij te koelen levensmiddelen zoals yoghurt: "te bewaren op max 7°C";
• bij diepvriesproducten: "na ontdooiing niet opnieuw invriezen";
• op dranken: "uit de zon en op een droge, koele plaats bewaren".

Slide 39 - Diapositive

Toepassen: opdracht
1 Kleef het etiket in je cursus
2 Duid aan: 
  • verkoopsbenaming
  • ingrediëntenlijst
  • voedingswaarde
  • Nutriscore
  • allergenen
3 Ga dieper in op de ingrediëntenlijst: hoe worden de ingrediënten vermeld? Zijn er E nummers vermeld en zo ja, welke? Wat is de betekenis?
4 Hoe is de houdbaarheid vermeld? Wat wil dit zeggen?

Slide 40 - Diapositive

Toepassen: opdracht
5 Maak een fout etiket aan van je etiket dat je gebruikte of een ander

Slide 41 - Diapositive

Bij chips staat er volgende houdbaarheid vermeld:
A
tht
B
tgt
C
allebei
D
geen

Slide 42 - Quiz

Met de E nummers worden...aangeduid
A
contaminanten
B
additieven
C
allergenen
D
intoleranties

Slide 43 - Quiz

Verplicht te vermelden op het etiket is
A
energie, verzadigde vetzuren, vezels...
B
Vezels, suikers, vetten...
C
energie, zout, eiwitten...
D
Mineralen, energie, suikers...

Slide 44 - Quiz

Van E nummers wordt je ziek
A
ja
B
neen
C
?

Slide 45 - Quiz

Additieven zijn synthetische stoffen
A
ja
B
soms, maar ook plantaardig of dierlijk
C
soms, maar kan ook plantaardig zijn

Slide 46 - Quiz