24/25 M4 Theorie Hfd 1.4 Theatervormen

23/24 M4 Theorie Hfd 1.4 Theatervormen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

23/24 M4 Theorie Hfd 1.4 Theatervormen

Slide 1 - Diapositive

Welkom bij deze lessonup
Deze lessonup beschrijft alle theorie van hoofdstuk 2 van de theorie reader.

Als je dit symbool ziet:           betekent dat, dat er een gesproken uitleg is. Klik op dit symbool om de uitleg te horen.

Vul alle vragen in, zo goed als je kunt, ik kan de antwoorden die je geeft lezen en je krijgt daar feedback op. Log dus in met eigen je voor- en achternaam.

Veel plezier! 

Slide 2 - Diapositive

Theater in categorieën 
Theater kun je indelen in verschillende categorieën.

Bijvoorbeeld in:
  • doelgroep 
  • theatervorm  
  • soort locatie

Slide 3 - Diapositive

Wat zou een specifieke doelgroep voor een theatervoorstelling kunnen zijn?

Slide 4 - Question ouverte

Voor wie maakt de regisseur  de voorstelling? 

Voor bejaarden uit het vegetarische verzorgingstehuis in Oosterbeek of voor bijvoorbeeld jongeren uit de bovenbouw? 


De keuzes die je maakt, hebben ook met je doelgroep te maken. Grappen voor jongeren zijn niet altijd geschikt voor een voorstelling voor kleuters.  
  
Doelgroepen die vaak specifiek benoemd worden zijn kindertheater en jongerentheater. 

Slide 5 - Diapositive

Theaterdiscipline of theatervorm
Een theatervoorstelling bevat vaak meer dan toneelspel alleen. Hoe je het soort theatervoorstelling noemt is afhankelijk van waar de nadruk op ligt.  Dus wat is de VORM van het soort theater. 
Discipline of vorm

Slide 6 - Diapositive

Quiz theatervormen
Welke vormen herken je?

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

Welk theatervorm was dit?
A
Muziektheater
B
Jeugdtheater
C
Musical
D
Teksttheater

Slide 9 - Quiz

0

Slide 10 - Vidéo

Welk theatervorm was dit?
A
Locatie theater
B
Kleinkunst
C
Musical
D
Muziektheater

Slide 11 - Quiz

0

Slide 12 - Vidéo

Welke theatervorm was dit?
A
Teksttoneel
B
Locatietheater
C
Muziektheater
D
Objecttheater

Slide 13 - Quiz

0

Slide 14 - Vidéo

Welke theatervorm was dit?
A
Kleinkunst
B
Teksttheater
C
Musical
D
Locatie theater

Slide 15 - Quiz

0

Slide 16 - Vidéo

Hoe noemen we deze vorm van theater?
A
Kleinkunst
B
Muziektheater
C
Cabaret
D
Musical

Slide 17 - Quiz

0

Slide 18 - Vidéo

Welk theatervorm zag je hier?
A
Muziektheater
B
Musical
C
Teksttoneel
D
Kleinkunst

Slide 19 - Quiz

Theaterdiscipline of -vorm
Bijvoorbeeld: Fysiek theater - jeugdtheater - musical - soap - cabaret/kleinkunst - poppentheater - muziektheater - danstheater - schimmenspel - objecttheater - teksttoneel - multimedia theater - locatietheater - improvisatietheater - etc. 


Slide 20 - Diapositive

Soort locatie
Een theatervoorstelling kun je op verschillende locaties spelen. Daarom kun je theatervoorstellingen ook indelen in het soort locatie waar het stuk wordt opgevoerd: 

  • Openluchttheater 
  • Vlakke vloer theater

Slide 21 - Diapositive

Vlakkevloertheater
Dit is een theater zonder verhoogd podium, waarbij het publiek meestal vanaf een oplopende tribune op het speelvlak kijkt. Hierdoor wordt de afstand tussen de acteurs en het publiek kleiner. 

Slide 22 - Diapositive

Kijkvraag
Wanneer je de volgende theatertrailer in categoriën zou zetten. Wat past daar dan bij en waar zie je dat aan?
Denk aan doelgroep, theaterdiscipline/theatervorm en soort locatie. ( vaak versterkt het ook elkaar)

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Welke categorieën heb je gezien? Gebruik bij je antwoord theaterbegrippen uit je reader.

Slide 25 - Question ouverte