Het Menselijk Lichaam Deel 1/3

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 1:

Het menselijk lichaam

Stevigheid

Botten geven stevigheid en bescherming aan je lichaam.

Wat zijn je 'ledematen'?

1. je armen en benen
2. vrienden die medelijden met je hebben
3. armen
4. benen

Hoofd

Romp

Arm

Been

Ledematen

Hoeveel botten heeft een mens?

1. 200
2. 206
3. 260
4. 300

'Jouw lichaam bevat ongeveer 206 botten! Je schedel bestaat uit 29 botten, je wervelkolom uit 26 botten, de voorkant van je borstkas bestaat uit 25 botstukken, je schouders en armen tellen 64 botten en je heupen en benen 62 botten.

Hoofd

Schedel

Bovenkaak

Onderkaak

Halswervel

Romp

Sleutelbeen

Schouderblad

Rib

Borstbeen

Lendenwervel

Opperarmbeen

Heupbeen

Botten van de hand

Ellepijp

Dijbeen

Spaakbeen

Staartbeen

Kuitbeen

Scheenbeen

Knieschijf

Dijbeen

Botten van de voet

Een halswervel hoort bij de wervelkolom

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Een sleutelbeen zit aan
je bovenbeen.

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Een ellepijp zit in
je romp.

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Een kuitbeen zit in je onderbeen.

1. dit klopt
2. dit is onjuist

Je botten zitten aan elkaar met  gewrichten.

Door gewrichten kan je lichaam soepel bewegen.

ellenboog-gewricht

Wat is de functie van een gewricht?

1. Voor de stevigheid
2. Beweging mogelijk maken
3. Aanhechting van de spieren
4. Voor het gewicht

Onderdelen gewricht

Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer

Kraakbeenlaagje: makkelijker bewegen en tegen slijtage

Gewrichtssmeer: makkelijker bewegen.

Gewrichtskapsel: Extra versteviging

gewrichtskom

gewrichtkogel

gewrichtsmeer

kraakbeenlaagje

gewrichtkapsel

gewrichtssmeer

kapselband

kraakbeenlaagje

gewrichtskapsel

gewrichtskom

gewrichtskogel

Wat is het? 'Houdt botten bij elkaar en maakt gewrichtssmeer.'

1. gewrichtskogel
2. kraakbeenlaagje
3. gewrichtskapsel
4. gewrichtskom

Spieren en organen

Spieren

Aan je botten zitten spieren.

Spieren en gewrichten heb je nodig om bewegingen te kunnen maken. 

Een spier die ontspannen is, is langer en dunner.

Als je arm buigt, heb je je 'armbuigspier' (biceps) gespannen. 

Als je de arm weer wil strekken, dan is je 'armstrekspier' (triceps) gespannen

Waar kan je lichaam door bewegen?

1. Alleen door botten
2. Door botten en spieren samen
3. Alleen door spieren

je spieren zitten vast aan je skelet met

1. pezen
2. spierbundels
3. vliezen
4. spieren

Organen en Spijsvertering

Organen 

• De maag -  helpt bij het verteren van het eten.
• De lever - haalt giftige stoffen uit je bloed.
• De longen - zorgen voor ademhaling.
• Het hart - pompt het bloed door je lichaam. 

Spijsvertering

• Mond (Speeksel).
• Slokdarm (Spieren).
• Maag (vermengd met maagsap, zuur doodt de bacteriën)
• Dunne darm (darmsap, voedingstoffen opgenomen in het bloed. 
• Dikke darm (water wordt eruit gehaald)
• Endeldarm (Ontlasting)