Don 16 maart Les 31

Deel 2 van de les:
Pak erbij: Kern, schrift, pen

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deel 2 van de les:
Pak erbij: Kern, schrift, pen

Slide 1 - Diapositive

PTO-3
Les 24, 25, 26, 30 (alleen informatie van pagina 122), 31 (alleen de begrippen die op de LessonUp staan), 32, 34, stencil over spreekwoorden (les 35).

Slide 2 - Diapositive

Vandaag donderdag 16 maart
Wat is Nederlands - les 31

Slide 3 - Diapositive

Begrippen die je moet kennen:
Let op: deze begrippen komen niet duidelijk in het boek naar voren, dus gebruik deze LessonUp.

Taal, dialect, verwantschap, leenwoorden, neologismen, Standaardnederlands, Middelnederlands en ouderwets Nederlands.

Slide 4 - Diapositive

Taal versus dialect
Dialecten zijn talen die in een kleiner gebied gesproken worden dan 'talen'. 

Bijvoorbeeld: 
Taal = Nederlands 
Dialect = Haags (uit Den Haag), Zeeuws (uit Zeeland) 

Slide 5 - Diapositive

filmpje dialecten
https://www.youtube.com/watch?v=g2GWPLf7mMo

00.40 - 2.47.

Slide 6 - Diapositive

Nieuwe woorden
1. Talen zijn verwant aan elkaar, dus lijken woorden op elkaar: verwantschap
  • Engels: book – Nederlands: boek
  • Duits: Frau – Nederlands: vrouw

2. Woorden worden uit andere talen geleend: leenwoorden
Engels: computer - Nederlands: computer
Frans: ambulance - Nederlands: ambulance
Arabisch: koffie - Nederlands: koffie
Nederlands: koekje - Engels: cookie
Een leenwoord is een woord dat in taal A is overgenomen uit taal B.
   

Slide 7 - Diapositive

Neologismen
neologisme: een passend (nieuw) woord i.p.v. een leenwoord.

  • Engels: computer > Frans: ordinateur (en niet 'computer')

  • Portugees: banana > Nederlands: geelbeug (maar dit woord wordt nu niet meer gebruikt)


Slide 8 - Diapositive

Vormen van Nederlands 1
Standaardnederlands = het Nederlands dat nu geaccepteerd is. 
Dialect = het Nederlands dat niet overal geaccepteerd is. 

Middelnederlands = het Nederlands dat gesproken werd tussen 500 en 1500 (de middeleeuwen) 

Ouderwets Nederlands = een vorm van Nederlands die tegenwoordig minder gebruikt wordt, maar nog wél correct is.

Slide 9 - Diapositive

Vormen van Nederlands 2
Middelnederlands = het Nederlands dat gesproken werd tussen 1000 en 1500 (midden en eind van de middeleeuwen). 



O
Niet 'Oudnederlands' zeggen!
< Jacob van Maerlant: 
Der naturen bloeme (encyclopedie)
geschreven in 1270

Slide 10 - Diapositive

Vormen van Nederlands 3
Ouderwets Nederlands = een vorm van Nederlands die tegenwoordig minder gebruikt wordt, maar nog wél correct is.


Slide 11 - Diapositive

Vormen van Nederlands 3
Ouderwets Nederlands = een vorm van Nederlands die tegenwoordig minder gebruikt wordt, maar nog wél correct is.
's komt van 'des'
des Hertogenbosch
des Gravenhage

Wel nog gebruikelijk in: 
's middags > des middag

Slide 12 - Diapositive

Les 31: maak opdracht 2, 5 en 7

Slide 13 - Diapositive

Les 35
stencil

Slide 14 - Diapositive