Les 4 - Voeding en gedrag 2

Voeding en gedrag 2

Les 4
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Voeding en gedrag 2

Les 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weekplanning
Week 1: Voedingspatronen in de wereld
Week 2: Voedingspatroon van Surinamers,Turken, Marokkanen, Aziaten en Afrikanen
Week 3: Eetstoornissen
Week 4: Kauw- en slikproblemen, verminderde eetlust en diëten
Week 5: Voeding en medicatie
Week 6: Voeding en sport
Week 7: Uitloop + herhaling
Week 8: Toets

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun jij: 
  • Kauw- en slikproblemen herkennen 
  • Adviezen geven bij kauw- en slikproblemen
  • Toelichten wat dik vloeibare voeding is en welke kenmerken dit heeft
  • Toelichten wat dun vloeibare voeding is en welke kenmerken dit heeft

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van anorexia nervosa?
A
Negatief zelfbeeld
B
Angst om dik te worden
C
Perfectionist
D
Angst om af te vallen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan heeft een eetbui en na het eten braakt hij. Welk eetstoornis is dit?
A
Anorexia
B
Boulimia
C
Binge eating disorder
D
Orthorexia

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het overmatige eten wordt niet gecompenseerd. Welk eetstoornis is dit?
A
Anorexia
B
Boulimia
C
Binge eating disorder
D
Orthorexia

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk eetstoornis zie je
vaak het gebit zoals in
de afbeelding?
A
Anorexia
B
Boulimia
C
Binge eating disorder
D
Orthorexia

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk symptoom is kenmerkend voor orthorexia?
A
Herhaalde episoden van eetbuien
B
Regelmatig maatregelen nemen om gewichtstoename te voorkomen
C
Alleen het aller gezondste willen eten
D
Een zeer laag lichaamsgewicht en maar toch zichzelf te dik vinden.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Maak een poster over de toegewezen eetstoornis.
  • Geef weer wat het eetstoornis is
  • De kenmerken van het eetstoornis (hoe kan iemand het eetstoornis herkennen?)
  • Geef een advies waar hulp gezocht kan worden

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kauw- en slikproblemen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kauwen en slikken
We gebruiken de spieren van de: 
  • lippen
  • kaken
  • wangen
  • tong
  • gehemelte
  • keel
De spieren werken nauw met elkaar samen zodat we veilig kunnen slikken. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stappen van kauwen en slikken
  1. Er wordt een hap of slok genomen
  2. Er wordt gekauwd 
  3. Het eten wordt op de tong verzameld
  4. De tong duwt het voedsel richting de keelholte
  5.  Het gehemelte gaat omhoog en sluit de opening naar de neusholte
    af. 
  6. Het strotklepje kantelt en sluit de luchtpijp af. 
  7. Het voedsel komt in de slokdarm terecht.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kauw- en slikproblemen
  • Kunnen op alle leeftijden voorkomen
  •  Kunnen van lange en korte duur zijn
  • Ontstaan vaak na ziekte
  • Mensen kunnen het eten moeilijk weg krijgen

Slikstoornis = dysfagie

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinderen:

  • Verslikken
  • Moeite met drinken uit de borst of fles
  • Veel kokhalzen


Volwassen: 

  • Moeite hebben met het kauwen van voedsel
  • Kauwen en slikken doet pijn
  • Verslikken of hoesten tijdens het eten en drinken
  • Voedsel kan niet worden doorgeslikt
  • Er loop voedsel of vocht uit de mond
  • Er blijft voedsel achter in de mond, keel of wangen
  • Smaakverlies

Slide 14 - Diapositive

Onder slikproblemen bij kinderen verstaan we: .....
Oorzaak
Kauw- en slikproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben:

  • Hersenbeschadiging door bijvoorbeeld een trauma of hersentumor 
  • Een ziekte, zoals kanker, de ziekte van Parkinson, dementie of een spierziekte
  • Vroeggeboorte
  • Stofwisselingsziekten
  • Spierzwakte bij ouderen
  • Aandoeningen aan de mond, strottenhoofd, stembanden of slokdarm, zoals schisis of tumoren in het mond-keelgebied.

    Slikproblemen kunnen soms ook aanwezig zijn zonder een duidelijk aanwijsbare oorzaak.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kun je doen bij slikproblemen?
  • Houd een prettige houding aan
  • Pas het eet- en drinkgerei aan (bijv. plastic beker)
  • Eten en drinken met iemand in de buurt
  • Eten en drinken in een rustige omgeving
  • Kleine hapjes en slokjes (iemand kan snel moe raken)
  • Let goed op de bewegingen van het mond-keelgebied 
  • Laat eten en drinken eerst ruiken en zien!

Slide 16 - Diapositive

Rechtop zitten bij eten en drinken. Hoofd recht en bij voorkeur iets naar voren of opzij. 

Wanneer rechtop zitten niet lukt, halfliggende houding of helemaal op de zij. Nooit in achteroverliggende houding!

Advies: blijf 10 minuten na de maaltijd rechtop zitten. 

Schuine beker: het hoofd kan rechtop blijven wordt het t/m de laatste slok als prettig ervaren. 
  • Smalle ronde lepel 
  • Warmwaterbord: houdt eten warm als iemand langzaam eet. Koud eten kan reden zijn om maaltijd te laten staan. 


Voedingsadvies
  • De voeding aanpassen aan de mogelijkheden
  • Zo mogelijk blijven kauwen en niet te snel overstappen op gemalen of vloeibare voeding, 
  • Een andere keuze van voedingsmiddelen om tekorten te voorkomen.
  • Bij gemalen voeding producten herkenbaar houden
  • Voedsel zeer fijn snijden of malen, en met vocht, room, jus of saus op de gewenste dikte brengen.
  • Verdikkingsmiddel toevoegen.
  • Gerechten afwisselen en zorgen voor variatie in kleur.

Slide 17 - Diapositive

  • De voeding aanpassen aan de kauw- en slikmogelijkheden.
  • Zo mogelijk blijven kauwen en niet te snel overstappen op gemalen of vloeibare voeding, want kauwen heeft een gunstig effect op de smaak en op de speekselproductie.
  • Een andere keuze van voedingsmiddelen om tekorten te voorkomen.
  • Bij gemalen voeding producten herkenbaar houden door niet alles door elkaar te mengen maar onderdelen apart te houden.
  • Voedsel zeer fijn snijden of malen, en met vocht, room, jus of saus op de gewenste dikte brengen.
  • Verdikkingsmiddel toevoegen om de voeding gemakkelijker te laten glijden en om verslikken te voorkomen bij dunvloeibare voeding. Bij grote kans op verslikken geven producten van gemengde consistentie vaak problemen, zoals dunne soep met stukjes vlees, met bindmiddel (vermicelli) of met groenten.
  • Gerechten afwisselen en zorgen voor variatie in kleur.
Dik vloeibare voeding
Dik vloeibare voeding bestaat uit glad gebonden voeding, die met een lepel kan worden genuttigd en zonder kauwen gemakkelijk kan worden doorgeslikt. 
  • Verdikkingsmiddelen
  • Weinig variatie -> daarom vaak energieverrijkt!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dun vloeibare voeding
Dun vloeibare voeding bestaat uit voeding die u niet hoeft te kauwen en zo
dun en glad is dat het door een rietje kan.

  • Weinig variatie -> daarom vaak energieverrijkt!
  • Verdunnen door toevoeging van bouillon, room, boter, melk, jus of saus. 
  • Babyvoeding

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun jij: 
  • Kauw- en slikproblemen herkennen 
  • Adviezen geven bij kauw- en slikproblemen
  • Toelichten wat dik vloeibare voeding is en welke kenmerken dit heeft
  • Toelichten wat dun vloeibare voeding is en welke kenmerken dit heeft

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions