Marketing strategieën op VWO6 niveau

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Marketing strategieën op VWO6 niveau

Examenopgave CE2022-t2 opgave 2

Leerdoel - tbv Opgave 3 examen '22-2

Aan het einde van deze les kan jij marketingbegrippen toepassen als: swot-analyse, 5-krachten model van Porter, distributie indirect en direct, prijspentratiepolitiek en afroompolitiek, push- en pull strategie.

Stel vast of de leerlingen bekend zijn met de verschillende termen.

Wat weet jij al over marketing strategieën op VWO6 niveau?

SWOT-analyse

SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. Met deze analyse kan je de sterke en zwakke punten van een product of bedrijf evalueren en daarop inspelen.

Leg uit wat een SWOT-analyse is en geef een voorbeeld.

5-krachten model van Porter

Het model van Porter beschrijft vijf krachten die invloed hebben op de markt: de dreiging van nieuwe toetreders, de dreiging van substituten, de onderhandelingsmacht van afnemers, de onderhandelingsmacht van leveranciers en de mate van concurrentie in de markt.

Leg uit wat het 5-krachten model van Porter is en geef een voorbeeld.

Welke kracht beschrijft de invloed van beschikbare alternatieven voor het product of de dienst?

1. Onderhandelingsmacht van afnemers
2. Dreiging van nieuwe toetreders
3. Dreiging van substituten
4. Onderhandelingsmacht van leveranciers

Wat zijn de vijf krachten van het model van Porter?

1. Onderhandelingsmacht van afnemers
2. Onderhandelingsmacht van leveranciers
3. Dreiging van nieuwe toetreders
4. Dreiging van substituten

Distributie direct en indirect

Bij directe distributie gaat het product rechtstreeks van de producent naar de consument, bij indirecte distributie gaat het product via tussenpersonen naar de consument.

Leg uit wat het verschil is tussen directe en indirecte distributie en geef een voorbeeld.

Wat betekent SWOT?

1. Strengths, Weaknesses, Opportunities en Tools
2. Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats
3. Strengths, Weaknesses, Opportunities en Trends
4. Strengths, Weaknesses, Opportunities en Tactics

Prijspenetratiepolitiek

Bij prijspenetratiepolitiek wordt het product in eerste instantie tegen een lage prijs aangeboden om zo snel mogelijk marktaandeel te veroveren.

Leg uit wat prijspenetratiepolitiek is en geef een voorbeeld.

Afroompolitiek

Bij afroompolitiek wordt het product in eerste instantie tegen een hoge prijs aangeboden om zo snel mogelijk winst te maken.

Leg uit wat afroompolitiek is en geef een voorbeeld.

Prijspenetratiepolitiek is beter dan afroompolitiek.

Prijspenetratiepolitiek is effectiever voor marktaandeel.

Afroompolitiek is beter voor snelle winst.

Prijspenetratiepolitiek kan leiden tot kwaliteitsverlaging.

Afroompolitiek kan klanten wegjagen door hoge prijzen.

Push-strategie

Bij een push-strategie worden producten actief gepromoot richting de tussenpersonen met als doel deze tussenpersonen te overtuigen om het product te verkopen aan de consument.

Leg uit wat een push-strategie is en geef een voorbeeld.

Pull-strategie

Bij een pull-strategie worden producten actief gepromoot richting de consument met als doel deze consumenten te overtuigen om het product te kopen bij de tussenpersonen.

Leg uit wat een pull-strategie is en geef een voorbeeld.

Wat is het verschil tussen een push- en pull-strategie?

1. Er is geen verschil tussen push- en pull-strategie
2. Push-strategie richt zich op de concurrentie, pull-strategie op de markt
3. Push-strategie richt zich op consumenten, pull-strategie op tussenpersonen
4. Push-strategie richt zich op tussenpersonen, pull-strategie op consumenten

Wat is het doel van een pull-strategie?

1. Tussenpersonen overtuigen om producten te verkopen
2. Consumenten overtuigen om producten niet te kopen
3. Producten promoten bij concurrenten
4. Consumenten overtuigen om producten te kopen bij de tussenpersonen

Wat is het doel van een push-strategie?

1. Tussenpersonen overtuigen om producten te verkopen
2. Producten promoten bij concurrenten
3. Tussenpersonen overtuigen om producten niet te verkopen
4. Consumenten overtuigen om producten te kopen

Opdracht SWOT-analyse

Eén groepje  van 2 of 3 maakt een SWOT-analyse voor een product naar keuze en presenteert deze aan de klas.

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze de tijd om de SWOT-analyse uit te voeren en hun presentatie voor te bereiden.

Opdracht 5-krachten model van Porter

Een groepje maakt een 5-krachten model van Porter voor een product naar keuze en presenteert deze aan de klas.

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze de tijd om het 5-krachten model van Porter uit te voeren en hun presentatie voor te bereiden.

Opdracht distributie

Een groepje maakt een plan voor de distributie van een nieuw product en presenteert deze aan de klas.

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze de tijd om hun plan voor de distributie van het nieuwe product uit te werken en hun presentatie voor te bereiden.

Opdracht prijsbeleid

Een groepjes maakt een plan voor het prijsbeleid (afroom of penetratie) van een nieuw product en presenteertdeze aan de klas.

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze de tijd om hun plan voor het prijsbeleid van het nieuwe product uit te werken en hun presentatie voor te bereiden.

Opdracht promotie

Een groepje maakt een plan voor de promotie van het schooltheater aan de 3e klassen,en presenteer deze aan de klas.

Laat de leerlingen in groepjes werken en geef ze de tijd om hun plan voor de promotie van het nieuwe product uit te werken en hun presentatie voor te bereiden.

Exmenvraag 3

Maak de toets om te kijken of je de stof beheerst.

Let op: niet schrijven op de originelen!

Lever die straks weer voorin.

Maak een toets om te kijken of de leerlingen de stof begrepen hebben.

Antwoorden Examenvraag 3

Bespreek de antwoorden van de toets,

adhv model docent

Bespreek de antwoorden van de toets met de leerlingen om te kijken wat ze nog niet begrepen hebben.

Evaluatie

Evalueer de les met de leerlingen.

Evalueer de les met de leerlingen om te kijken wat er goed ging en wat er beter kan de volgende keer.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.