Thema Eten en drinken: werkwoorden

Thema 4 
Eten en drinken
Werkwoorden
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsISK

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Thema 4 
Eten en drinken
Werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

De vrouw .... de donut
A
eet
B
drinkt
C
schilt
D
roert

Slide 3 - Quiz

Eten
طعام
yemek yemek
食物
food
መግቢ 
їжа 
cunto
comer
Ik eet
Jij eet
Hij eet 
Wij eten
Jullie eten

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Het kind .... een glas water
A
eet
B
drinkt
C
praat
D
schilt

Slide 6 - Quiz

Drinken
يشرب
içmek
 喝
to drink
መስቀል
пити
cabitaan
beber

Ik drink
Jij drinkt
Hij drinkt
Zij drinkt
Wij drinken
Jullie drinken

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Jij ..... de komkommer.
A
loopt
B
schilt
C
vindt
D
snijdt

Slide 9 - Quiz

Snijden
قطع
kesmek
cut
መቕረጽ 
різати
jarid
cortar




Ik snijd
Jij snijdt
Hij snijdt
Zij snijdt
Wij snijden
Jullie snijden

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Het kind en zijn vader zijn aan het .....
A
roeren
B
doen
C
hebben
D
koken

Slide 12 - Quiz

Koken
 طبخ (tabkh)
pişirmek
 烹饪 (pēngrèn)
cook
ምብላል (mblal)
готувати (hotuvaty)
karin
cocinar

Ik kook
Jij kookt
Hij kookt
Zij kookt
Wij koken
Jullie koken

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Ik .... de aardappel.
A
roer
B
eet
C
pak
D
schil

Slide 15 - Quiz

Schillen
تقشير (taqshir)
soymak
 削皮 (xiāopí)
peel
ምምላጽ (mmlats)
чистити (chystyty)
diirin
pelar
Ik schil
Jij schilt 
Hij schilt
Zij schilt
Wij schillen
Jullie schillen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Zij .... de soep.
A
schenkt
B
drinkt
C
roert
D
kookt

Slide 18 - Quiz

Roeren
تحريك (tahrik)
karıştırmak
搅拌 (jiǎobàn)
stir
ምቅርባብ (mqrbab)
мішати (mishaty)
walaaqid
revolver
Ik roer
Jij roert
Hij roert
Zij roert
Wij roeren
Jullie roeren

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

De man ..... wodka in de glazen.
A
drinkt
B
schenkt
C
vindt
D
lust

Slide 21 - Quiz

Schenken
سكب (sakb)
dökmek
倒 (dào)
pour
ምንፋጥ (mnfat)
наливати (nalyvaty)
shubid
verter
Ik schenk
Jij schenkt
Hij schenkt
Zij schenkt
Wij schenken
Jullie schenken

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Het meisje ..... de broccoli niet lekker.
A
eet
B
loopt
C
vindt
D
ziet

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Lusten
يشتهي
istah
喜欢 
like
እደሊ (edeli), met ontkenning: ኣይደሊን (aydelin)
любити (lyubyty)
не любити (ne lyubyty)
jeclaan 
Ma jecli
gustar /me gusta/me no gusta)

Ik lust
Jij lust
Hij lust
Zij lust
Wij lusten
Zij lusten

Slide 26 - Diapositive

Eet smakelijk!
Lekker eten!
Geniet van je maaltijd!
Het eten is lekker.

Slide 27 - Diapositive