1.3 Ontwikkeling in verschillende snelheden

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  1. je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen
  2. je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen
  3. je kunt door het vergelijken van kaarten aantonen dat een land arm is

Slide 2 - Diapositive

Waarom zijn sommige landen rijk en sommige landen arm?

Slide 3 - Carte mentale

Noem interne oorzaken waarom een land arm/rijk is

Slide 4 - Carte mentale

Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
De oorzaken moet je soms zoeken in het land zelf (interne oorzaken) en soms erbuiten (externe oorzaken). Wanneer in een land veel negatieve factoren samenvallen, is de kans op armoede onder de bevolking groter.

Slide 5 - Diapositive

Noem externe oorzaken waarom een land rijk of arm is

Slide 6 - Carte mentale

Interne oorzaken
  1. Natuurlijke oorzaken
  • ontwikkelingskansen: er is voldoende vruchtbare grond, goed klimaat, natuurlijke hulpbronnen
  • ligging: een goed bereikbaar land heeft meer kansen dan een land omringd door andere landen

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Interne oorzaken
2. Menselijke oorzaken
  • politieke systeem: corruptie en slecht bestuur is niet goed voor een land. Een sterke overheid zorgt voor rust!
  • bevolkingsopbouw: arme landen veel jongeren en rijke landen vergrijzing. Ideaal is een goede mix

Slide 9 - Diapositive

Interne oorzaken:
menselijke factoren:
het politieke systeem
Het politieke systeem is de wijze waarop het land wordt bestuurd. Arme landen worden slecht bestuurd, zijn weinig democratisch en worden gekenmerkt door corruptie, vriendjespolitiek en onvrijheid.

Slide 10 - Diapositive

Interne oorzaken:
menselijke factoren:
mate van ongelijkheid
Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de sociale ongelijkheid toe. Sommige groepen profiteren meer van de groeiende welvaart dan andere. Sociale ongelijkheid druk je uit met de Gini-coëfficiënt. Grote ongelijkheid in combinatie met een grote groep jongeren zonder uitzicht op werk, kan leiden tot ernstige sociale onrust in een land.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Interne oorzaken:
menselijke factoren:
bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw
Het geboortecijfer daalt wereldwijd, maar in de arme landen groeit de bevolking nog snel. Het nadeel daarvan is, dat het bnp sterk moet groeien om de welvaart per persoon te laten stijgen. Rijke landen hebben juist te maken met vergrijzing. Ook dat tast op den duur de welvaart aan, want een krimpende beroepsbevolking moet dan het geld verdienen voor een groeiende groep bejaarden. Ideaal is een leeftijdsopbouw met een grote, jonge beroepsbevolking die goed is opgeleid.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Externe oorzaken
Hierbij gaat het om het soort relatie dat een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen

Slide 15 - Diapositive

Externe oorzaken
1. Koloniaal verleden
  • exploitatie kolonie: leveren van grondstoffen en landbouwproducten aan het moederland
  • vestigingskolonie: kolonisten gingen in het land wonen
2. rol land in de wereldeconomie
  • goede ligging zodat mno's zich er gaan vestigen

Slide 16 - Diapositive

Externe oorzaken:
Koloniaal verleden
Veel arme landen van nu waren vroeger koloniën. Hun rol was het exporteren van grondstoffen, landbouwproducten en later ook laagwaardige industriegoederen naar de moederlanden. Die rol spelen ze nog steeds. Nadeel is dat je hiermee veel minder verdient dan met de productie van hoogwaardige industrieproducten en diensten zoals de rijke landen doen.

Slide 17 - Diapositive

Noem 3 redenen waarom een mno in een land zich zal vestigen

Slide 18 - Question ouverte

Externe oorzaken:
Rol van een land in de wereldeconomie
De globalisering heeft voor mno's de wereld geopend. Of zij investeren in een land hangt af van economische (bijv. hoogte van het loon) en politieke (bijv. betrouwbare overheid) factoren. Landen in de periferie die niet aantrekkelijk zijn voor buitenlandse investeerders, moeten zich op eigen kracht ontwikkelen en dat is niet eenvoudig.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Leerdoelen
  1. je weet een aantal interne en externe oorzaken voor verschil in ontwikkeling te noemen
  2. je begrijpt dat in- en externe oorzaken van armoede met elkaar samenhangen
  3. je kunt door het vergelijken van kaarten aantonen dat een land arm is

Slide 21 - Diapositive

Aan de slag
Lees de paragraaf nog een keer door
Maak een samenvatting van de paragraaf
Lever deze in via Teams! (huiswerk)

Slide 22 - Diapositive