Rekenen met machten

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Rekenen met machten

5​7​​

Sleep de getallen naar de juiste term 

Macht

Grondtal

Exponent

7

5⁷

5

Bereken:

2​4​​

1. 8
2. 12
3. 16
4. 32

2​4​​=2⋅2⋅2⋅2=16

2⁴ spreek je uit als:

2 tot de macht 4   of   twee tot de vierde

Bereken:

10​6​​

1. 1000000
2. 60
3. 100000
4. 6000000

10​6​​=10⋅10⋅10⋅10⋅10⋅10=1000000

10⁶ spreek je uit als:

10 tot de macht 6   of   tien tot de zesde

Sleep de macht naar het juiste antwoord!

16

7

0

8

64

1

4

32

2⁴

1⁷

7¹

0⁴

8²

Bereken:

(−2)​4​​

1. -16
2. 16
3. -8
4. 8

(−2)​4​​=−2⋅−2⋅−2⋅−2=16

(-2)⁴ spreek je uit als:

-2 tot de macht 4   of   min twee tot de vierde

4x vermenigvuldigen met een negatief getal (even aantal) geeft altijd een positieve uitkomst!

Bereken:

−2​4​​

1. -16
2. 16
3. -8
4. 8

−2​4​​=−2⋅2⋅2⋅2=−16

Eerst machtsverheffen (2⁴ uitrekenen) en dan de min ervoor.

Bereken:

(−3)​3​​

1. -9
2. 9
3. -27
4. 27

−3​3​​=−3⋅−3⋅−3=−27

(-3)³ spreek je uit als:

-3 tot de macht 3   of   min drie tot de derde

3x vermenigvuldigen met een negatief getal (oneven aantal) geeft altijd een negatieve uitkomst!

Bereken:

−3​3​​

1. -9
2. 9
3. -27
4. 27

−3​3​​=−3⋅3⋅3=−27

Eerst machtsverheffen (3³ uitrekenen) en dan de min ervoor.

Einde!