Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
'Tijd' in de verhaalanalyse
Slide 2 - Carte mentale
Verhaalanalyse: Tijd
De schrijver kan de tijd beïnvloeden: Vroeger en nu, in volgorde of niet, vooruit of terug laten denken, vertragen of versnellen of zelfs overslaan, in de geschiedenis of de toekomst...
Leer de begrippen!
Slide 3 - Diapositive
Historische tijd
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Vidéo
04:16
Wat valt er op aan de 'tijd' in deze videoclip van Coldplay?
Slide 8 - Question ouverte
Tijd
chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
fabel: samenvatting van het verhaal in chronologische volgorde
sujet: samenvatting van het verhaal in de volgorde zoals ze in het verhaal voorkomen
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Sujet (plot): H1: Het wrak van de Titanic wordt ontdekt (1985) H2: bejaarde Rose Dawson herkent zichzelf op de gevonden tekening H3: Rose gaat het onderzoeksteam helpen, vertelt haar verhaal H4-10: Liefdesgeschiedenis tussen Rose en Jack op de Titanic (in 1912)
Wat is de juiste volgorde van de fabel (chronologische geschiedenis)?
A
H1 - H2 - H3 - H4-10
B
H4-10 - H1 - H2 -H3
C
H3 - H2 - H1 - H4-10
D
H4-10 - H1 - H2 - H3
Slide 11 - Quiz
Tijd
Vertelheden: het nu in het verhaal
Belevend ik: personage maakt gebeurtenissen mee terwijl er over verteld wordt.
Vertellend ik: vertelwijze achteraf (vertelheden is lastig te achterhalen).
Slide 12 - Diapositive
Tijd
chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
flashback: lezer wordt teruggenomen naar het verleden
terugverwijzing: kort iets uit het verleden benoemen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Tijd
chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
flashback: lezer wordt teruggenomen naar het verleden
terugverwijzing: kort iets uit het verleden benoemen
flashforward: meegenomen naar de toekomst
vooruitwijzing: kort iets wat gaat gebeuren benoemen
Slide 15 - Diapositive
Lieve Kitty, Vanaf zondagmorgen tot nu lijkt een afstand van jaren. Er is zoveel gebeurd dat het is of de hele wereld zich plotseling omgedraaid heeft, maar Kitty, je merkt dat ik nog leef, en dat is de hoofdzaak zegt vader.
Ik had mijn rijbewijs net opgehaald op het gemeentehuis van de gemeente Renkum. De rij was gelukkig kort geweest.
Hij keek nog een keer achterom, maar trapte toen stevig door en kwam gelukkig ruim voor de bel bij het fietsenhok aan. Opgelucht liep hij de school binnen. Maar Wouter wist niet dat die beslissing bij het spoor hem nog duur zou komen te staan!
Mulder denkt terug aan de vorige keer dat hij in dit land op bezoek was. Het was een ervaring waar hij zijn verdere leven de gevolgen van zal dragen.
Belevend ik
Vertellend ik
Flashforward
Flashback
Slide 16 - Question de remorquage
Wat is een 'proloog'?
A
Een proloog is het middenstuk van het verhaal.
B
Een proloog vertelt wat er na het verhaal met de personages gebeurt.
C
Een proloog is een inleiding op het verhaal.
D
Een proloog is een citaat uit een boek. En dit kan verwijzen naar het thema van het verhaal.
Slide 17 - Quiz
Welk begrip hoort bij de omschrijving: 'de tijd waarin het verhaal zich afspeelt'
A
vertelde tijd
B
historische tijd
C
tegenwoordige tijd
D
verteltijd
Slide 18 - Quiz
Een flashforward...
A
Slaat periodes (regels wit) over door er geen woorden aan te besteden.
B
Geeft informatie over het verleden en maakt het heden zo begrijpelijker.
C
Onderbreekt de chronologie van een verhaal.
D
Zinspeelt op iets dat nog moet gebeuren.
Slide 19 - Quiz
In een flashback...
A
...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
B
...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
C
...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
D
...blijft de chronologie van het verhaal gelijk
Slide 20 - Quiz
Wat is een vooruitwijzing?
A
Een korte aanwijzing over iets dat verderop in het verhaal gaat gebeuren.
B
Een flashforward.
C
Een onderbreking in de chronologie door uitgebreid iets te vertellen dat
verderop in het verhaal gaat gebeuren.
D
Een sprong in de tijd, waarover niet verteld wordt
Slide 21 - Quiz
Wat is vaak de bedoeling van een vooruitwijzing?
A
spanning opwekken
B
een flashback geven
C
nieuwsgierig maken
D
informatie verduidelijken
Slide 22 - Quiz
Een flashforward en een vooruitwijzing zijn hetzelfde
A
Niet waar
B
Waar
Slide 23 - Quiz
Lees tekst 3, p. 187, een fragment uit Merdeka! Welk type verteller is hier? Markeer ook een zin als bewijs.