Mevrouw Pietersen is 75 jaar oud en perst elke dag drie sinaasappels uit ‘voor de vitamines.’ Wat zou je haar adviseren?
A
Om twee sinaasappels uit te persen, drie is te veel.
B
Om één sinaasappel te eten, en een glas water erbij te drinken.
C
Niets, ze is goed bezig. Alles wat je te veel aan vitamines binnenkrijgt, plas je weer uit.
Slide 2 - Quiz
Vruchtensap zit vol koolhydraten, wat snel wordt omgezet in glucose. Hierdoor kan mevrouw Pietersen een piek in haar bloedglucosewaarden krijgen.
Slide 3 - Diapositive
Kan metformine zorgen voor een hypo, als een diabeet het inneemt zonder erbij te eten?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quiz
Het zorgt wel voor een verhoogde insulinegevoeligheid van je lichaam en geeft een correctie op je glucosevorming uit je lever, op het moment dat je glucose laag worden.
Slide 5 - Diapositive
Helpt water drinken bij een hyper?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Waarom moet metformine tijdens (of na) het eten ingenomen worden? En dus niet van tevoren?
A
Omdat je cliënt anders een hyper kan krijgen.
B
Er is niks aan de hand als je cliënt voor het eten metformine neemt.
C
Omdat er dan minder bijwerkingen zijn.
Slide 7 - Quiz
Wat gebeurt er met de bloedsuikerspiegel na het drinken van een biertje?
A
De bloedsuikerspiegel stijgt.
B
De bloedsuikerspiegel daalt, maar na een paar uur stijgt hij.
C
De bloedsuikerspiegel daalt.
D
De bloedsuikerspiegel stijgt direct, maar na een paar uur daalt hij weer.
Slide 8 - Quiz
Als een diabeet grotere hoeveelheden drinkt, dan is de lever – die een belangrijke taak heeft in de regulatie van de glucosespiegel in het lichaam – alleen nog maar bezig met het afbreken van de alcohol.
Slide 9 - Diapositive
Verzorgende Marja: ‘Mijn cliënt -mevrouw Berends- is 85 jaar en dolblij met haar dagelijkse koekjes bij de koffie mét suiker. Maar voor haar diabetes is het niet top: soms meet ik een suikerwaarde van 20. Moet ik haar die koekjes afraden?’
A
Ja, want het is blijkbaar ongezond
B
Alleen als mevrouw ook daadwerkelijk last heeft van haar hoge waardes
C
Nee, laat haar lekker genieten
Slide 10 - Quiz
Als je ouder dan 70 bent en al langer dan 10 jaar diabetes hebt, dan wordt een hele strakke instelling minder van belang. Het risico dat je nog complicaties van je diabetes gaat krijgen is dan minder hoog.
Slide 11 - Diapositive
Bij diabetes type 2 is de kwaliteit van koolhydraten belangrijker dan de hoeveelheid.
A
B. Niet waar
B
A. Waar
Slide 12 - Quiz
Producten met langzame koolhydraten bevatten over het algemeen meer vezels. Vezels verminderen niet alleen de bloedglucosepieken, maar ze geven ook eerder en langer een verzadigd gevoel.
Slide 13 - Diapositive
In welk van de volgende voedingsproducten zitten snelle koolhydraten: vruchtensap, aardappel, witbrood, melk.
A
Allemaal, behalve witbrood
B
Allemaal, behalve melk
C
Allemaal
D
Allemaal, behalve aardappel
Slide 14 - Quiz
Het is noodzakelijk om bij cliënten die 1-maal daags insuline gebruiken, elke dag 4 keer per dag hun glucosewaarden te meten
A
Ja, anders weet je niet wat er gaande is
B
Nee, dat is echt overdreven want zoveel schommelen waarden meestal niet
C
Nee, als de waarden stabiel zijn is zo nu en dan nuchter meten voldoende
Slide 15 - Quiz
Er is dus geen Gouden Standaard over hoe vaak te meten. Wél is het zo dat je je altijd moet afvragen waarom je meet – gewoon uit routine? Of is er iets waarom je je zorgen maakt dat je de bloedglucose waarde wil weten?’