Werknemersvaardigheden Communiceren

• Werknemersvaardigheden
• MBO
• Studiejaar 1

Werknemersvaardigheden

Periode 03

Communiceren

Lesdoelen

Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:

• hoe het communicatieproces verloopt;
  
• ruis in de communicatie;
  
• wat verbale en non-verbale communicatie is

Welke vormen van communicatie ken je?

Zender > Wil een boodschap overbrengen

Ontvanger > Ontvangt boodschap en geeft terugkoppeling (feedback)

Boodschap = de informatie die wordt overgebracht

Waarmee kun je communiceren?

Medium kiezen

Stem het communicatiemiddel af op de doelgroep en de boodschap.

Je kunt hierbij de volgende vragen stellen:

• Wil je een kleine of een grote groep mensen bereiken?
• Wat is de inhoud van de boodschap?
• Wat is gebruikelijk binnen de organisatie?

Welke medium zou het Drenthe College moeten gebruiken om te communiceren?

Opdracht

Docent zegt een woord of zin die alle studenten fluisterend door moeten geven.

Wat gebeurt er met de boodschap?

Ruis in communicatie

Verbaal en non-verbaal communiceren

Zelfstandig inoefenen

(Inoefenen, hoe wordt er gewerkt aan het bereiken van de lesdoelen?) 

Verbaal communiceren

Voor- en nadelen van

mondelinge communicatie

Voor- en nadelen van

schriftelijke communicatie

Non-verbaal communiceren

Hiermee ondersteun je wat je met woorden zegt. 

Dit kan op verschillende manieren:

Actief luisteren

Oefenen met communiceren

- Maak tweetallen waarbij 1 vertelt en 1 luistert

- De vertellers denken na waar ze over vertellen

- De luisteraars krijgen een opdracht van de docent

- Wat viel jullie op?

Weet je nu...

hoe het communicatieproces verloopt?

wat ruis in de communicatie is?

wat verbale en non-verbale communicatie is?

Wat ging er goed en wat kan er beter?

Tot volgende week