1.1.2b

1.1 Producten maken
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1.1 Producten maken

Slide 1 - Diapositive

Wat is een bedrijfskolom ook alweer?

Slide 2 - Carte mentale


Als je niet meer weet wat een bedrijfskolom is... of graag nog wat extra uitleg wil: kijk het filmpje op de volgende slide.
 

Wil je dat niet? Sla het filmpje dan over.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Je koopt ijsbergsla. Welk product heeft een langere bedrijfskolom?
A
B

Slide 5 - Quiz

Je koopt ijsbergsla. Welk product is waarschijnlijk duurder?
A
B

Slide 6 - Quiz

Na deze les...
  • weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen;
  • kun je uitleggen wat de kosten van kapitaalgoederen zijn.

Slide 7 - Diapositive

Veelgebruikte woorden: producent vs. consument

  • Producent (Produceren)
    - Het maken (produceren) van een product.


  • Consument (Consumeren)
    - Het kopen van een product voor jezelf of een ander.

Slide 8 - Diapositive

Ik koop een voetbal in de sportwinkel.
A
Ik ben een consument
B
Ik ben een producent

Slide 9 - Quiz

Ik ga naar de kapper om mijn haren te laten knippen.
A
Ik ben een consument
B
Ik ben een producent

Slide 10 - Quiz

Eva maakt armbandjes en verkoopt deze. Zij is een..
A
Consument
B
Producent

Slide 11 - Quiz

Ik pluk appels om appelsap te maken.
A
Ik ben een consument
B
Ik ben een producent

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Wat is een technologische ontwikkeling?
A
Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen
B
Hulpmiddelen die gebruikt worden om te produceren.
C
Kapitaalgoederen kopen waarmee je kunt produceren
D
Alle bedrijven die vooruitgang nastreven.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive



Welk begrip?
Alles waarmee je kunt produceren
A
Kapitaalgoederen
B
Productiefactoren
C
Investeren
D
Bedrijfskolom

Slide 16 - Quiz

De telefoon is in de loop van de jaren verder ontwikkeld. Dit is een voorbeeld van een:
A
Kapitaalgoederen
B
Investeringen
C
Arbeid
D
Technologische ontwikkeling

Slide 17 - Quiz


Deze foto van een kledingverkoper die kleding 
recht hangt is een voorbeeld 
van productiemiddel:
A
natuur
B
kapitaalgoederen
C
arbeid

Slide 18 - Quiz


De graafmachines die je ziet op de afsluitdijk, zijn een voorbeeld van productiemiddel:
A
natuur
B
kapitaalgoederen
C
arbeid

Slide 19 - Quiz


Aardappels zijn een voorbeeld van dit productiemiddel:
A
natuur
B
kapitaalgoederen
C
arbeid

Slide 20 - Quiz

Kapitaal
Productiefactoren (Kapitaal, arbeid en natuur)
Arbeid
Natuur
Gas
Olie
Vruchtbare grond
Machines
Fabrieksgebouw
Geld
Iemand die in de winkel vakken vult
Iemand die de machines bestuurd

Slide 21 - Question de remorquage

Na deze les...
  • weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen;
  • kun je uitleggen wat de kosten van kapitaalgoederen zijn.

Slide 22 - Diapositive

Ik weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Ik kan uitleggen wat de kosten van kapitaalgoederen zijn.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage

Aan het werk
Wat: maak §1.1
Hoe: in je boek.
Doen: alleen.
Hoelang: je krijgt …. minuten.
Hulp: vraag eerst een buur, dan de docent.
Klaar: lees de andere teksten uit §1.1. Kijk je werk na.
Resultaat: we sluiten gezamenlijk af.

Slide 25 - Diapositive