1.1.2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

1.1 Producten maken

Instructie

• Je gaat zelfstandig aan de slag met 1.1 aan de hand van deze Lessonup.
• Pak je boek erbij.
• Je hebt oortjes/een koptelefoon nodig. Heb je die niet bij je, dan kun je de filmpjes niet kijken. Dat zorgt voor overlast.

Je krijgt zo eerst een vraag om je voorkennis op te halen.

Wat is een bedrijfskolom ook alweer?

Als je niet meer weet wat een bedrijfskolom is... of graag nog wat extra uitleg wil: kijk het filmpje op de volgende slide.

 

Wil je dat niet? Sla het filmpje dan over.

Je koopt ijsbergsla. Welk product heeft een langere bedrijfskolom?

1. 
2. 

Je koopt ijsbergsla. Welk product is waarschijnlijk duurder?

1. 
2. 

Na deze les...

• weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen;
• kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.

Veelgebruikte woorden: producent vs. consument

• Producent (Produceren)
  - Het maken (produceren) van een product.

• Consument (Consumeren)
  - Het kopen van een product voor jezelf of een ander.

Ik koop een voetbal in de sportwinkel.

1. Ik ben een consument
2. Ik ben een producent

Ik ga naar de kapper om mijn haren te laten knippen.

1. Ik ben een consument
2. Ik ben een producent

Eva maakt armbandjes en verkoopt deze. Zij is een..

1. Consument
2. Producent

Ik pluk appels om appelsap te maken.

1. Ik ben een consument
2. Ik ben een producent

Wat is een technologische ontwikkeling?

1. Nieuwe kennis van de techniek en nieuwe uitvindingen
2. Hulpmiddelen die gebruikt worden om te produceren.
3. Kapitaalgoederen kopen waarmee je kunt produceren
4. Alle bedrijven die vooruitgang nastreven.

Kapitaal

Productiefactoren (Kapitaal, arbeid en natuur)

Arbeid

Natuur

Gas

Olie

Vruchtbare grond

Machines

Fabrieksgebouw

Geld

Iemand die in de winkel vakken vult

Iemand die de machines bestuurd

Bereken de afschrijving per jaar.
Martin heeft voor € 5.000 een auto gekocht en hij wil die in 4 jaar afschrijven.

1. € 1.000
2. € 1.250
3. € 1.500
4. € 5.000

Je koopt een nieuwe telefoon. De telefoon kost €649. Je wil er 3 jaar mee doen. Bereken de afschrijving per jaar.

Een boer koopt een nieuwe trekker. De trekker kost €102.950,- Hij wil de trekker in 10 jaar afschrijven. Wat is de afschrijving per jaar?

Na deze les...

• weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen;
  
• kun je de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.

Ik weet je welk voordeel producenten en consumenten hebben van technologische ontwikkelingen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de jaarlijkse afschrijving op kapitaalgoederen berekenen.

😒🙁😐🙂😃

Aan het werk

Wat: maak §1.1

Hoe: in je boek.

Doen: alleen.

Hoelang: je krijgt …. minuten.

Hulp: vraag eerst een buur, dan de docent.

Klaar: lees de andere teksten uit §1.1. Kijk je werk na.

Resultaat: we sluiten gezamenlijk af.