5.3 zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

5.3 - zenuwstelsel

Heb je je huiswerk van de vorige les B1 af?

1. ja
2. nee

lesdoelen 5.3

Je weet welke indeling er is in het zenuwstelsel (incl. indeling hersenen). (blz 22, 26,27)

Je kan uitleggen wat een prikkel en een impuls is. (blz 22,23)

Je weet hoe een zenuwcel eruit ziet en hoe hij werkt (incl. synaps). (blz 23,24)

Je weet welke typen zenuwcellen en zenuwen er zijn.  (blz 24,25)

Je kent de bouw en functie van het ruggenmerg. (blz 28,29)

Wat is een prikkel?

Wat is een impuls?

Wat is een ander woord voor zenuwcel?

1. leukocyt
2. fagocyt
3. neurotransmitter
4. neuron

Welk woord hoort hier niet bij?

1. centraal
2. hersenen
3. perifeer
4. ruggenmerg

Welk gedeelte van het zenuwstelsel stuurt deze bewegingen aan?

1. animaal
2. autonoom
3. vegetatief

Nummer 1 is:

1. axon
2. cellichaam
3. dendriet
4. synaps

Referentie:

http://www.homeopathienetwerk.nl/wp-content/uploads/Zenuwcel_klein-300x180.jpg

welke 3 typen
zenuwcellen zijn er?

welke 3 typen
zenuwen zijn er?

Wat zien we hier?

Een axon is altijd langer dan een dendriet.

1. ja
2. nee, alleen bij een motorisch neuron
3. nee, alleen bij een schakelneuron
4. nee, alleen bij een sensorisch neuron

Oligodendrocytes (from Greek 'cells with a few branches'), or oligodendroglia, are a type of neuroglia whose main functions are to provide support and insulation to axons in the central nervous system of some vertebrates, equivalent to the function performed by Schwann cells in the peripheral nervous system.

Wat past bij het autonome zenuwstelsel?

1. Bewust
2. Onbewust
3. Willekeurig
4. Onwillekeurig