2.3. Hoe wil je wonen?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom!

*                                                                                                                                                                       

Planning

1. Herhalen

2. Lesdoelen

3. Afmaken 2.2 + 2.3

4. Opdrachten maken

5. Pauze

6. Quiz afmaken!

7.  Les afsluiten

1. Herhalen

Wat houdt het recht op een deugdelijk product in?

1. Dat het product heeft een keurmerk.
2. Dat het recht op garantie bij aankoop van een particulier.
3. Dat het product bij normaal gebruik een bepaalde tijd meegaat.
4. Dat het product voldoet aan duurzaamheidseisen.

Wat laat een keurmerk zien?

1. Hoelang je garantie hebt op een product
2. Hoe de kwaliteit van een merk is
3. Een logo van een consumentenorganisatie
4. Of een product voldoet aan bepaalde eisen.

Wat houdt consumerpower in? Geef een voorbeeld.

Een puntzak drop kost € 2,50 voor 150 gram.

Hoeveel kost 100 gram?

1. € 1,65
2. € 1,66
3. € 1,67
4. € 1,68

Een broodje gezond kost bij de HEMA €4,50 en bij Bakker Bart €5,-.
Hoeveel procent is Bakker Bart duurder dan de HEMA?

(Je vergelijkt dus de prijs tot de HEMA!)

1. 10%
2. 11,1%
3. 12,1%
4. 10,1%

Whiteboard

Waarom is er consumentenrecht?

Welke wet beschermt je tegen onveilige producten?

1. De Warenwet
2. De Wet productaansprakelijkheid
3. De Wet koop op afstand
4. De Colportagewet

Welke wet geeft je bedenktijd bij bepaalde aankopen?

1. De Warenwet
2. De Wet productaansprakelijkheid
3. De Wet koop op afstand
4. De Colportagewet

Je hebt een abonnement van € 120 op de Telegraaf afgesloten op straat. Mag je dit opzeggen na 8 dagen?

1. Nee, want je hebt een product op maat gekocht.
2. Ja, want je hebt een bestelbon ingevuld.
3. Nee, want je hebt een aankoop onder de € 150 gedaan.
4. Ja, want je hebt een aankoop op straat gedaan boven de € 50.

Instanties die toezien op bedrijven

Als bedrijven zich niet aan het consumentenrecht houden. 

- NVWA: Nederlandse voedsel- en warenautoriteit

- ACM: autoriteit consument en markt: 

1.  bedrijven moet consumenten eerlijk behandelen en 

2. bedrijven moeten eerlijk met elkaar concurreren

- De Geschillencommissie

Zij houden toezicht op het naleven van regels.

2.3.  Hoe wil je wonen?

*                                                                                                                                                                       

Doelen van deze les 

• Ik kan uitleggen wat er bedoeld wordt met de woningmarkt. 
• Ik kan uitleggen hoe het huren van een huis in zijn werk gaat en wat huurtoeslag inhoudt. 
• Ik weet hoe het kopen van een huis in z'n werk gaat en welke stappen ik daarbij moet doorlopen. 
• Ik weet wat een hypothecaire lening is.
• Ik kan voorbeelden geven van gemeentelijke belastingen.
  

De woningmarkt is oververhit!

• Woningmarkt: vraag en aanbod van woningen
• Er zijn te weinig huizen te koop of te huur: aanbod.
• Er zijn te veel mensen op zoek naar een (eigen) huis: vraag.

--> Gevolg: historische prijsstijgingen van huur- en koopwoningen.

Hoe zouden we dit op kunnen lossen? 

Wat kan ik nu het beste doen?

Woningmarkt

Vrije sector (particulier)

- minder regels

Huurwoningen

Sociale huurwoningen

- maximale huurprijs

Koopwoningen

Optie 1: Huren

• Huur tot ongeveer €750 per maand: sociale huur bij woningcorporaties. Je moet je inschrijven bij de corporatie. 
  
• Huurhuizen boven de €750 bevinden zich meestal in de vrije sector. Je huurt dan bij bedrijven of investeerders en reageert op advertenties

Huurtoeslag

Is het inkomen van een gezin te laag? Dan hebben zij recht op een vergoeding voor de huur: huurtoeslag. Zij krijgen dit van de belastingdienst toeslagen (overheid). Dit geldt alleen voor woningen die onder de huurtoeslag grens vallen (grens sociale huur). 

Huren

•  Als je gaat huren sluit je een huurovereenkomst
  
• Als je weinig verdient kan je in aanmerking komen voor huurtoeslag

Huurtoeslag

Is het inkomen van een gezin te laag? Dan hebben zij recht op een vergoeding voor de huur: huurtoeslag. Zij krijgen dit van de belastingdienst toeslagen (overheid). Dit geldt alleen voor woningen die onder de huurtoeslag grens vallen (grens sociale huur). 

Optie 2: Huis kopen

Stap 1: Ga op zoek naar een woning. 

Stap 2: Huis gevonden?

Je gaat het huis bezichtigen. Is het huis naar wens? Dan doe je een bod bij de verkopers van het huis. 

Huis kopen

Hoe betaal je een huis?

• Sparen
• Lenen 

--> Hypothecaire lening

= een lening met een huis als onderpand (met rente!).

--> Deels aftrekbaar bij belasting!

Huis kopen

Stap 3. Je bod is geaccepteerd! 

Bijkomende kosten koper:

• Overdrachtsbelasting (2%)
• Notariskosten: transportakte, ingeschreven bij het Kadaster. 

De notaris zorgt er vervolgens voor dat het geld wordt overgemaakt. Het huis is nu officieel van jou!

Kosten koper

Bijkomende kosten als je een huis koopt:

• overdrachtsbelasting (ongeveer 2% van de koopprijs)
  
• makelaarskosten
• kosten notaris

_________________________________________

= kosten koper(k.k.) 

= ongeveer 5% van de koopprijs

Hypothecaire lening in een plaatje

Hypothecaire lening

Wat zijn gemeentelijke belastingen?

Voor huisbezitters:

WOZ-waarde: waarde van je woning die door de gemeente
                             wordt vastgesteld
- Onroerend zaakbelasting/OZB: deel van de WOZ-waarde (WOZ 
                                                                    Wet Onroerendezaakbelasting)

Voor iedereen:

- rioolheffing en afvalstoffenheffing

Bereken

Bekijk het overzicht van gemeentelijke belastingen.

De familie Broere woont daar, met hun hond Puck.                              De WOZ-waarde van hun huis is door de gemeente vastgesteld op € 190.000. 

Hoeveel betaalt de familie Broere per maand aan gemeentelijke belastingen? 

Overzicht tarieven gemeentelijke belastingen

Onroerende zaakbelasting (ozb) 0,129% van de WOZ-waarde

Afvalstoffenheffing € 245 voor een gezin

Afvalstoffenheffing € 125 voor alleenstaanden

Rioolheffing € 163

Hondenbelasting € 70 per hond

*Alle tarieven zijn per jaar.

Antwoord

0,129% van € 190.000 = 0,129% = 0,129 ÷ 100 = 0,00129

0,00129 x 190.000 = € 245,10

Afvalstoffenheffing € 245

Hondenbelasting € 70

Rioolheffing € 163 

245,10 + 245 + 70 + 163

Totaal € 723,10  per jaar : 12 = € 60,26 per maand

Wat is juist?

1. Bij een huurhuis is de huurbaas de eigenaar.
2. Bij een koophuis betaal je huur.
3. Een hypotheek wordt iedere maand hoger.
4. Bij een huurhuis heb je altijd recht op huurtoeslag.

Wie betaalt de onroerendezaakbelasting (OZB)?

1. de eigenaar van een huis
2. de huurder van een huis
3. de overheid
4. de makelaar