2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Taalverzorging

H 2                    WERKWOORDSPELLING 

2.1                      Persoonsvorm in de t.t.

2.2                     Persoonsvorm in de v.t.

2.3                     Voltooid en tegenwoordig deelwoord

2.4                     Engelse werkwoorden

Lesdoel

Je spelt het voltooid deelwoord juist, ook als je het 

als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.

Wat valt je op als je naar de voltooid deelwoorden kijkt?

Het voltooid deelwoord

Wat is een tegenwoordig deelwoord?

Terugblik

Hoe vind je de persoonsvorm?

Het werkwoord 'stranden'

het vrachtschip ......... (t.t.)

het vrachtschip ......... (v.t.)

het vrachtschip is ......... (vd)

het ...................... vrachtschip (bnw)

voltooid en tegenwoordig deelwoord

                              Is het een pv?

                              NEE? Schrijf het werkwoord zo simpel mogelijk                                    (langer maken)

We maken van 2.3 opdracht 4 samen

Opdracht 4

Van de dikgedrukte deelwoorden zijn er 6 fout, welke zijn dat en waarom?

Aan de slag

2.3: opdracht 1, 2, 3

KLAAR?

De extra opdrachten

Hoe goed ben je in werkwoordspelling?

0100

tot de volgende les