Les 23 Hoe geef je je mening in een gesprek?
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Wat is een mening?
A
Iets wat gewoon zo is
B
Iets wat ik vind, daar kan iemand anders het mee oneens zijn
C
Iets wat ik vind en daar moet iemand anders het mee eens zijn
D
Een feit
Slide 10 - Quiz
Mening
Een mening is controleerbaar.
Een mening is controleerbaar.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat zijn argumenten? Argumenten zijn...
A
Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
B
Woorden die de mening van de schrijver aangeven
C
Een onderbouwing van de reden waarom je iets vind of niet vind
D
Voorbeelden die gegeven worden in de tekst
Slide 12 - Quiz
Mening of argument?
Omdat ik morgen naar de tandarts moet.
Omdat ik morgen naar de tandarts moet.
A
Argument
B
Mening
Slide 13 - Quiz
Mening of argument?
Koken is moeilijk.
Koken is moeilijk.
A
Argument
B
Mening
Slide 14 - Quiz
Mening of argument?
Chocolade is lekker.
Chocolade is lekker.
A
Argument
B
Mening
Slide 15 - Quiz
Feit, mening of argument?
'...want het is een veelzijdig vak.'
'...want het is een veelzijdig vak.'
A
Argument
B
Mening
Slide 16 - Quiz
Geef je mening met een argument over het Vechtdal College
