Formuleren H3/Formuleren H6, les 1

Programma

1) Bespreken huiswerk
2) Vragen
3) Symmetrie in zinnen
4) Oefenen met LessonUp
5) Huiswerk


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma

1) Bespreken huiswerk
2) Vragen
3) Symmetrie in zinnen
4) Oefenen met LessonUp
5) Huiswerk


Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

1) Je leert een beknopte bijzin  herkennen en je leert wanneer deze fout is en hoe je die dan kunt verbeteren.
2) Je kunt symmetriefouten in een zin herkennen en verbeteren.

Slide 2 - Diapositive

Bespreken opdr. 1 Formuleren par. 4 blz. 236
  • a de minister - idem= verzwegen ow: goed
  • b een chaos - het Centraal Station van Utrecht=verzw.ow: fout
  • c de kandidaat van De slimste mens - idem = verzw. ow: goed
  • d de treindeur - wij= verzw.ow: fout
  • e het boek- (bijvoorbeeld) de schrijver = verzw.ow: fout
  • f de bergbeklimmers - idem = verzw. ow= goed

Slide 3 - Diapositive

Bespreken opdr. 3, blz. 237
  • a geen beknopte bijzin
  • b wel een beknopte bijzin: goed
  • c geen beknopte bijzin
  • d wel een beknopte bijzin: fout:
  • Omdat Greco was beschuldigd van een tweevoudige moord, waren de Italiaanse autoriteiten naar hem op zoek.
  • Beschuldigd van tweevoudige moord, werd Greco gezocht door de Italiaanse autoriteiten.

e wel een beknopte bijzin.
f wel een beknopte bijzin
g geen beknopte bijzin
h wel een beknopte bijzin
i wel een beknopte bijzin

Slide 4 - Diapositive

Bespreken opdr. 3, blz. 237
  • e wel een beknopte bijzin: goed.
  • f wel een beknopte bijzin: fout
  • Doordat hij werkte als pizzabakker, kon de politie hem niet vinden.
  • Door te werken als pizzabakker, wist hij zich schuil te houden voor de politie.
  • g geen beknopte bijzin
  • h wel een beknopte bijzin: goed
  • i wel een beknopte bijzin: goed

Slide 5 - Diapositive

Vragen over de beknopte bijzin?

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk
  • Maak opdracht 2.1 van Formuleren par. 3 op blz. 237 INDIVIDUEEL (beknopte bijzin)
  • Wissel uit met een klasgenoot


Slide 7 - Diapositive

Symmetrie in zinnen
Bij een opsomming in een zin moeten de delen van de zin symmetrisch zijn.
Er moet in alle delen van de zin bijvoorbeeld sprake zijn van enkelvoud OF meervoud, de tegenwoordige tijd OF de verleden tijd.

Daarnaast moeten de delen van de zin dezelfde grammatica vorm hebben. De delen moeten allemaal een hoofdzin OF een bijzijn OF een beknopte bijzin OF een woordgroep zijn.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Hoe herken je hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin en woordgroep?
Een hoofdzin wordt voorafgegaan door een nevenschikkend voegwoord (en, maar, dus, of, want) en onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar in de zin.
Ik ga morgen naar de stad, want ik wil de nieuwe expositie in het museum zien.
Wij gaan op vakantie en onze buurjongen gaat mee.

Een bijzin wordt meestal voorafgegaan door een onderschikkend voegwoord of 'dat' en het onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar OF er kan iets tussen.
Ik ga op vakantie naar Frankrijk, omdat ik het land ontzettend mooi vind.
Terwijl zij  sliep, hebben haar ouders de huiskamer versierd.
Terwijl zij (urenlang) sliep, hebben haar ouders de huiskamer versierd.


Slide 10 - Diapositive

Hoe herken je hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin en woordgroep?
Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp en persoonsvorm in de zin, maar een constructie met een vd, od of 'te + infinitief'.
Lachend om de grap,  viel zij van haar stoel.
Gewezen op de fout, verbeterde hij deze snel.
Na gefietst te hebben, zweetten zij zich een ongeluk.

Een woordgroep heeft geen werkwoord maar bestaat uit bijvoorbeeld zn ,bv, lw, vz ....
de vriendelijke, lachende jongen
een herhaling van zetten
ter voorkoming van meer ongelukken


Slide 11 - Diapositive

Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.

'een meerderheid aan stemmen' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.

'dat iedereen voor 10 april stemt' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.

'om les te krijgen' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 14 - Quiz

Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.

'voor de gezelligheid' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 15 - Quiz

Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.

'omdat het genre me niet aanspreekt' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.

'en ik ben geen fan van de schrijver' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 17 - Quiz

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 1) Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.
  • woordgroep en bijzin
  • 2 woordgroepen: ...een meerderheid aan stemmen en een stemming voor 10 april
  • 2 bijzinnen: ...dat de meerderheid voor ons stemt en dat iedereen voor 10 april stemt.

Slide 18 - Diapositive

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 2) Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.
  • beknopte bijzin en woordgroep
  • 2 beknopte bijzinnen: ... om les te krijgen en om het gezellig te hebben.
  • 2 woordgroepen: ... voor de lessen en voor de gezelligheid.


Slide 19 - Diapositive

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 3) Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.
  • bijzin en hoofdzin
  • 2 bijzinnen: ... omdat het genre me niet aanspreekt en omdat ik geen fan ben van de schrijver.
  • 2 hoofdzinnen: ..., want het genre spreekt me niet aan en ik ben geen fan van de schrijver.

Slide 20 - Diapositive

Huiswerk
  • Maak opdracht 2.1 van Formuleren par. 3 op blz. 237 (beknopte bijzin)
  • Maak opdracht 1 van Formuleren par. 7 op blz. 242-243 (symmetrie)


Slide 21 - Diapositive