Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
klaar.....Lezen
Slide 1 - Diapositive
Formuleren
zinnen correct begrenzen, symmetrisch formuleren
Slide 2 - Diapositive
Symmetrie
Als iets niet symmetrisch is, dan zijn de verschillende onderdelen niet gelijk. Symmetrie = evenredig, gelijk aan vorm.
Dat geldt ook voor de taal: als je iets opsomt, moeten alle onderdelen van die opsomming op dezelfde manier geformuleerd worden.
Slide 3 - Diapositive
Zinnen symmetrisch formuleren en correct begrenzen
In nevenschikkingen moeten delen dezelfde vorm hebben. Dat heet symmetrie.
– Joery kon niet naar zijn werk, doordat zijn auto niet wou starten en het openbaar vervoer die dag staakte. (een bijzin naast een bijzin)
Slide 4 - Diapositive
zinnen symmetrisch formuleren en correct begrenzen
Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.
De Duitser schijnt veel vlees te eten , maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.
Slide 5 - Diapositive
In de volgende zinnen ontbreekt de symmetrie:
– * In Italië etenze ’s avonds erg laat, maar men ontbijt dan ook nauwelijks. (ze naast men)
– * De Duitser schijnt veel vlees te eten, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van. (enkelvoud naast meervoud)
Slide 6 - Diapositive
– * Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen. (een woordgroep naast een beknopte bijzin)
– * Met je vrienden op vakantie gaan leidt tot een hechtere vriendschap of je krijgt schreeuwende ruzie. (een woordgroep naast een zin)
Slide 7 - Diapositive
– * Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken
. (een bijzin naast een hoofdzin)
Slide 8 - Diapositive
Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan:
Een bijzin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin gepresenteerd (losstaand zinsdeel):
– Op de camping deden de jongens elke dag de boodschappen. * Waarna de meisjes een eenvoudige doch voedzame maaltijd bereidden.
Het moet zijn: … boodschappen, waarna …
Slide 9 - Diapositive
Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte ‘aan elkaar geplakt’ (zinnen ten onrechte samenvoegen):
– * In de zomervakantie wordt Terschelling overspoeld door toeristen, veel jongeren onder hen kamperen op campings als Cnossen en Appelhof. Het moet zijn: … toeristen. Veel …
Je kunt hoofdzinnen wel samenvoegen, maar dan moet je een puntkomma gebruiken (… toeristen; veel …) of een nevenschikkend voegwoord (en, maar, of, want, dus): … toeristen en veel …
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Taalverzorging
H4 - Incongruentie en onjuiste inversie
H5 - Bedrijvende en lijdende vorm
H6 - Zinnen symmetrisch formuleren en correct begrenzen
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.