Formuleren par 4/Formuleren par 7, les 2

Programma

1) Overzicht toetsstof
2) Uitleg symmetrie in zinnen
3) Oefenen met LessonUp
4) Huiswerk

Morgen inzien boekentoets


1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma

1) Overzicht toetsstof
2) Uitleg symmetrie in zinnen
3) Oefenen met LessonUp
4) Huiswerk

Morgen inzien boekentoets


Slide 1 - Diapositive

Toetsstof
Par. 2 Formuleren: de samentrekking (getal, functie, betekenis)
Par 4. Formuleren/par. 7 Grammatica:  beknopte (bijwoordelijke) bijzin (verzwegen ond. = aan onderwerp in de hoofdzin)
Par 7 Formuleren: Symmetrie en zinnen correct begrenzen (hoofdzinnen met voegwoord aan elkaar, geen losse bijzinnen). 

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen

Je kunt symmetriefouten in een zin herkennen 
en verbeteren.

Slide 3 - Diapositive

Symmetrie in zinnen
Bij een opsomming in een zin moeten de delen van de zin symmetrisch zijn.
Er moet in alle delen van de zin bijvoorbeeld sprake zijn van enkelvoud OF meervoud, de tegenwoordige tijd OF de verleden tijd.

Daarnaast moeten de delen van de zin dezelfde grammatica vorm hebben. De delen moeten allemaal een hoofdzin OF een bijzijn OF een beknopte bijzin OF een woordgroep zijn.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Hoe herken je hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin en woordgroep?
Een hoofdzin wordt voorafgegaan door een nevenschikkend voegwoord (en, maar, dus, of, want) en onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar in de zin.
Ik ga morgen naar de stad, want ik wil de nieuwe expositie in het museum zien.
Wij gaan op vakantie en onze buurjongen gaat mee.

Een bijzin wordt meestal voorafgegaan door een onderschikkend voegwoord of 'dat' en het onderwerp en persoonsvorm staan niet naast elkaar OF er kan iets tussen.
Ik ga op vakantie naar Frankrijk, omdat ik het land ontzettend mooi vind.
Terwijl zij  sliep, hebben haar ouders de huiskamer versierd.
Terwijl zij (urenlang) sliep, hebben haar ouders de huiskamer versierd.


Slide 6 - Diapositive

Hoe herken je hoofdzin, bijzin, beknopte bijzin en woordgroep?
Een beknopte bijzin heeft geen onderwerp en persoonsvorm in de zin, maar een constructie met een vd, od of 'te + infinitief'.
Lachend om de grap,  viel zij van haar stoel.
Gewezen op de fout, verbeterde hij deze snel.
Na gefietst te hebben, zweetten zij zich een ongeluk.

Een woordgroep heeft geen werkwoord maar bestaat uit bijvoorbeeld zn ,bv, lw, vz ....
de vriendelijke, lachende jongen
een herhaling van zetten
ter voorkoming van meer ongelukken


Slide 7 - Diapositive

Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.

'een meerderheid aan stemmen' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 8 - Quiz

Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.

'dat iedereen voor 10 april stemt' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 9 - Quiz

Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.

'om les te krijgen' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 10 - Quiz

Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.

'voor de gezelligheid' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 11 - Quiz

Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.

'omdat het genre me niet aanspreekt' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.

'en ik ben geen fan van de schrijver' is:
A
een woordgroep
B
beknopte bijzin
C
bijzin
D
hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 1) Wij willen een meerderheid aan stemmen en dat iedereen voor 10 april stemt.
  • woordgroep en bijzin
  • 2 woordgroepen: ...een meerderheid aan stemmen en een stemming voor 10 april
  • 2 bijzinnen: ...dat de meerderheid voor ons stemt en dat iedereen voor 10 april stemt.

Slide 14 - Diapositive

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 2) Wij gaan naar school om les te krijgen en voor de gezelligheid.
  • beknopte bijzin en woordgroep
  • 2 beknopte bijzinnen: ... om les te krijgen en om het gezellig te hebben.
  • 2 woordgroepen: ... voor de lessen en voor de gezelligheid.


Slide 15 - Diapositive

Onderstaande zinnen zijn niet symmetrisch. Verbeter de zinnen op twee manieren!
  • 3) Ik wil dit boek niet lezen, omdat het genre me niet aanspreekt en ik ben geen fan van de schrijver.
  • bijzin en hoofdzin
  • 2 bijzinnen: ... omdat het genre me niet aanspreekt en omdat ik geen fan ben van de schrijver.
  • 2 hoofdzinnen: ..., want het genre spreekt me niet aan en ik ben geen fan van de schrijver.

Slide 16 - Diapositive

Symmetrie kan ook ontbreken doordat:
1) er verschillende persoonlijke voornaamwoorden worden gebruikt (bijv. Men doet het wel, maar je wordt er niet beter van.
2) er enkelvoud en meervoud worden gebruikt (bijv. Duitsers eten graag worst, maar de Fransman eet liever brie).
3) er tegenwoordige tijd en verleden tijd wordt gebruikt
(Loop ik over straat, zag ik daar een koe oversteken).

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk

  • Maak opdracht 1 van Formuleren par. 7 op blz. 242-243 (symmetrie)


Slide 18 - Diapositive