Het Romeinse Rijk

Oorzaak neolithische revolutie?
A
mensen gingen in grotere groepen samenleven
B
dorpen ontstonden
C
dieren trokken weg
D
het klimaatsverandering
1 / 48
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Oorzaak neolithische revolutie?
A
mensen gingen in grotere groepen samenleven
B
dorpen ontstonden
C
dieren trokken weg
D
het klimaatsverandering

Slide 1 - Quiz

Wat zijn de twee gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op een vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.

Slide 2 - Quiz

Een vereiste voor het voortbestaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
dat er goede bestuurders zijn
B
dat er handel is
C
dat er een landbouwoverschot is
D
dat er ambachtslieden zijn

Slide 3 - Quiz

Lees de bron.

Van welke bestuursvorm was Plato voorstander?
A
aristocratie
B
democratie
C
monarchie
D
tirannie

Slide 4 - Quiz


Hippokrates kwam erachter dat ziektes zich minder verspreiden wanneer water kookt.
Waar is dit een goed voorbeeld van?
A
Wetenschappelijk denken
B
Mythisch denken

Slide 5 - Quiz

1
2
3
4
5
Pythagoras bedenkt zijn beroemde stelling 
jagers maken rotsschilderingen in Lascaux
Neolithische revolutie
De staat Egypte wordt opgericht
Alexander de Grote verovert de Griekse poleis

Slide 6 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
Griekse wetenschappers verhuizen richting het Midden-Oosten
jagers maken rotsschilderingen in Lascaux
Egyptische schrijvers ontwikkelen het hiëroglief schrift
De eerste boerderijen ontstaan in Mesopotamië
In Athene wordt de democratie ingevoerd

Slide 7 - Question de remorquage

Gebruik de bron.
Uit de door Thucydides beschreven omstandigheden is een voorwaarde af te leiden voor het ontstaan van het Griekse wetenschappelijk denken.

Noem die voorwaarde en leg daarmee uit waarom de Griekse stadstaten gunstiger waren voor de ontwikkeling van het Griekse wetenschappelijk denken dan de situatie die Thucydides beschrijft.
(3pt)

Slide 8 - Question ouverte

Het Romeinse Rijk


tijdvak 2 Grieken en Romeinen
3000 v.Chr. - 500 na Chr.

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen wat een imperium is
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun imperium uitbreidden en onder controle hielden.
  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het Romeinse Rijk een Grieks- Romeinse mengcultuur verspreidde.
  • Je kunt voorbeelden herkennen van de Grieks- Romeinse vormentaal in gebouwen

Slide 10 - Diapositive

Ontstaan Rome
In 753 v.Chr. gesticht door Romulus?

Waarschijnlijk ontstaan uit samenwerking tussen dorpen op verschillende Romeinse  bergen

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Van stad tot imperium
  • 509 v. Chr - laatste Romeinse koning verjaagd; Rome wordt republiek.
  • In republiek veel macht voor adelijke families (=aristocratie)
  • In de eeuwen hierna veroverde Rome een groot rijk (=imperium)
  • Voordelen van veroveringen zorgden voor nog meer veroveringen;
Voordelen als slaven, meer belastingen en meer landbouwgrond.
  • Romeinen waren mild voor veroverde volken, mits ze Romeinse overheersing accepteerden.
Republiek = land zonder koning, de macht is verdeeld onder (een deel van) de burgers

Slide 13 - Diapositive

0

Slide 14 - Vidéo

Grieks- Romeinse cultuur
  • Door verovering van Griekse koloniën en Griekenland kwamen Romeinen in aanraking met Griekse cultuur.
  • Voor Romeinen werden Grieken een voorbeeld, in Griekse architectuur veel symmetrie en zuilen. Romeinen doen dit ook
  • Romeinen verbeterden Griekse architectuur op 2 punten; bogen en beton.
  • Omdat Romeinen grote gebieden veroverden verspreidde de klassieke cultuur (=Grieks- Romeinse vormentaal) zich over Europa.

Slide 15 - Diapositive

Parthenon in Athene, een Griekse tempel met veel zuilen aan alle zijden

Slide 16 - Diapositive

Pantheon in Rome, een Romeinse tempel met veel zuilen aan de voorzijde

Slide 17 - Diapositive

Pantheon, binnenzijde met een goed zicht op de koepel (en het gat daarin) De koepel konden ze alleen bouwen door het gebruik van beton

Slide 18 - Diapositive

Aquaduct (de Romeinse versie van een waterleiding) met heel veel bogen

Slide 19 - Diapositive

Colloseum, een arena in Rome. Gebruik van zuilen, symmetrie, bogen

Slide 20 - Diapositive

Plattegrond Colloseum, Rome

Slide 21 - Diapositive

Grieks- Romeinse cultuur
  • Romeinen namen vaak slaven mee van de overwonnen volken.
  • Niet alle slaven deden zwaar werk, sommigen werden huisslaaf.
  • Griekse ontwikkelde slaven werden arts, leraar of schrijver. Zo verspreidde Griekse wetenschap en filosofie.


Slide 22 - Diapositive

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen wat een imperium is
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun imperium uitbreidden en onder controle hielden.
  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het Romeinse Rijk een Grieks- Romeinse mengcultuur verspreidde.
  • Je kunt voorbeelden herkennen van de Grieks- Romeinse vormentaal in gebouwen

Slide 23 - Diapositive

Verwerking
beantwoord de leerdoelen
maak §2.2 opdr. 4

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren van romanisering

  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van romanisering

  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het West- Romeinse Rijk groepen Germanen vestigden en wat daarvan de gevolgen waren.

  • Je kunt verschillen noemen tussen het West- en het Oost- Romeinse Rijk

Slide 25 - Diapositive

Van republiek tot keizerrijk
  • In Romeinse republiek was macht verdeeld, meeste macht bij rijke families
  • Romeinse imperium bleef groeien en na machtstrijd wordt omgevormd tot keizerrijk onder allereerste keizer Augustus 

Slide 26 - Diapositive

Keizer Augustus 

Slide 27 - Diapositive

Romanisering
  • Gebieden waar Romeinen de baas waren veel invloed van Romeinen.
  • Bestuurlijk door Romeinse wetten, economisch want veilig handelen, sociaal doordat iedereen onderdeel uit kon maken van Romeinse Rijk.
  • Maar wel culturele verschillen tussen oosten en westen van het Rijk. 
  • In oosten was al landbouw- stedelijke samenleving.
  • Hier namen Romeinen juist veel van bestaande cultuur over. 
  • In westen stichtten Romeinen zelf veel steden, naar Romeins voorbeeld.

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Romanisering

  • In westen nam Germaanse volk veel over van Romeinen zoals schrift, kledingstijl en Romeinse taal (Latijn).
  • Dit verschijnsel heet Romanisering.
  • Romanisering werd versneld doordat Germanen soldaten werden in Romeinse leger. Beloning voor Germanen: Romeins Burgerrecht. 

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Romeinse baden, Bath (GB)

Slide 32 - Diapositive

Grenzen onder druk
  • Romeinen lieten sommige veroverde volken zichzelf besturen. Motivatie om vijanden buiten te houden, anders raakten ze hun macht kwijt.
  • Romeinen konden snel ter plaatse zijn dankzij hun wegennet.
  • Langs grenzen (=limes) legden Romeinen een verdedigingssysteem aan met legerkampen en wachttorens.
  • In vredestijd kon grens worden overgestoken en kon er worden gehandeld aan beide zijden van de grens.

Slide 33 - Diapositive

Romeinse limes In het huidige Nederland

Slide 34 - Diapositive

Muur van Hadrianus in Groot Brittannië
De grens tussen het Romeinse Rijk en de rest van Engeland

Slide 35 - Diapositive

Grenzen onder druk
  • Vanaf 2e eeuw vielen steeds meer Germanen  Romeinse Rijk binnen.
  • Germanen gaan in Rijk wonen óf ze kwamen plunderen
  • Bestuur van Romeinse Rijk ook minder stabiel, steeds vaker grepen generaals de macht 
  • Westen verzwakte, terwijl oosten hier geen last van had.
  • Daarom werd rijk gesplitst in Oost en West
  • In 476 n.Chr. stortte het West-Romeinse Rijk in 

Slide 36 - Diapositive

Splitsing in West en Oost-Romeinse Rijk

Slide 37 - Diapositive

Wat was de Limes?
A
Reeks forten om het rijk te beschermen
B
Een rang in het Romeinse leger
C
De natuurlijke grenzen van het rijk
D
Een soort van tweede kamer van de Romeinen

Slide 38 - Quiz

Welk volk wierp het Romeinse rijk omver?
A
De Germanen
B
De Perzen
C
De Hunnen
D
De Ottomanen

Slide 39 - Quiz

Zet de onderstaande zinnen over de Romeinen in de juiste chronologische volgorde,
van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
Het Romeinse Rijk wordt een Republiek met een senaat als bestuur.
Het Romeinse Rijk werd gesplitst in een West- en een Oost-Romeinse Rijk

Romulus en Remus worden grootgebracht door de wolvin.
Julius Caesar wordt vermoord.
Augustus wordt de eerste keizer.

Slide 40 - Question de remorquage

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren van romanisering

  • Je kunt uitleggen wat de gevolgen waren van romanisering

  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het West- Romeinse Rijk groepen Germanen vestigden en wat daarvan de gevolgen waren.

  • Je kunt verschillen noemen tussen het West- en het Oost- Romeinse Rijk

Slide 41 - Diapositive

Plaats  de gebeurtenissen in  chronologische volgorde
1
2
3
4
5
Augustus wordt eerste Romeinse keizer
in Athene wordt de democratie uitgevonden
Romeinse Rijk gesplitst in Oost en West
Alexander de Grote verspreidt de Griekse cultuur
West Romeinse Rijk stort in

Slide 42 - Question de remorquage

Plaats  de gebeurtenissen in  chronologische volgorde
1
2
3
4
5
in de Griekse poleis gaan filosofen rationeel denken
in Lascaux maken jagers rotsschilderingen
Langs de Nijl ontstaan grote steden
in Mesopotamië vestigen zich de eerste boeren
West Romeinse Rijk stort in

Slide 43 - Question de remorquage

Verwerking
beantwoord de leerdoelen
maak §2.2 opdr. 5 en 7

Slide 44 - Diapositive

Betrouwbaarheid
Om te onderzoeken of een bron betrouwbaar is, werk je volgens het volgende stappenplan:
  • wat voor een soort bron? (primair/secundair; dagboek, propaganda etc)
  • wie is de maker/wat is de achtergrond van de maker?
  • bevat de bron feiten of meningen?

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

0

Slide 47 - Vidéo

0

Slide 48 - Vidéo