Woche 37 (K1 GRE)

H2e Duits, Woche 37
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

H2e Duits, Woche 37

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Beginopdracht


Check of je Aufgabe 15 op blz. 21 af hebt. 
Al af = 5 minuten Wörterliste G op blz. 39 doorlezen.
Nog niet af = 5 minuten afmaken.

Slide 3 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
Lesen: Aufgabe 28
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik E
An die Arbeit
Wörterliste G
Wer bist du?
Hausaufgaben

Slide 4 - Diapositive

Grammatik E
- Aan het einde van de les ken je de vertalingen van de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden.

- Aan het einde van de les heb je de vervoegingen van haben en sein een keer in je schrift geschreven.

Slide 5 - Diapositive

Grammatik E
Maak een tabel van 
3x7 vakjes in je schrift.

In de eerste kolom 
komen de persoonlijke 
voornaamwoorden.
Haal ze uit het verhaaltje
op de volgende slide.


Slide 6 - Diapositive

Grammatik E
Hallo! Ich bin Anna und ich wohne in Bonn mit meinen Eltern, mit meiner kleinen Schwester und mit meinem großen Bruder. Meine Schwester heißt Laura, sie ist 9 Jahre alt. Mein Bruder heißt Jonas, er ist 17 Jahre alt. 
Meine Eltern heißen Paul und Kathrin, sie sind beide 45 Jahre alt. 
Wir wohnen in einer Wohnung im Stadtzentrum von Bonn. Es ist eine sehr schöne Stadt. Meine Oma wohnt auch in der Nähe. Ich besuche sie immer nach der Schule, und frage dann: "Oma, brauchen Sie noch was vom Supermarkt?" Oma sagt mir dann immer: "Ja, kannst du noch Kekse holen, auch für Laura & Jonas? Dann könnt ihr sie selber auch essen!"



Slide 7 - Diapositive

Grammatik E
In de tweede kolom komt
de vervoeging van het 
werkwoord haben (= hebben)
en in de derde kolom komt 
sein (= zijn). 

Luister naar de liedjes om
alle vormen in te vullen! 


ich
habe
bin
du
hast
bist
er/sie/es
hat
ist
wir
haben
sind
ihr
habt
seid
sie/Sie
haben
sind
volt. dw.
gehabt
gewesen

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

An die Arbeit
Aufgabe 17
S. 22

Kijk naar de plaatjes. Welke persoonlijke voornaamwoorden passen hierbij? 
Maak tot slot een tekening van het persoonlijk voornaamwoord dat nog ontbreekt en schrijf het erbij.

Slide 11 - Diapositive

Hausaufgaben für Donnerstag
Ich heiße.....

Ich komme aus.....

Januar            April          Juli                       Oktober
Februar          Mai            August                November
März                Juni           September        Dezember

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Beginopdracht


Maak zelfstandig (= stil) Aufgabe 31 op blz. 30.
Welke woorden uit Wörterliste G worden beschreven?
Probeer zoveel mogelijk woorden zonder te kijken in te vullen.
Kom je er niet uit, dan pak je Wörterliste G op blz. 39 erbij.

Slide 14 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
HW nakijken
Herhaling Grammatik E
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
Lesen: Aufgabe 28
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik E
An die Arbeit
Wörterliste G
Hausaufgaben

Slide 15 - Diapositive

An die Arbeit
1. Maak Aufgabe 18 op blz. 23.
Bij A schrijf je de juiste vormen van haben op.
Bij B schrijf je de juiste vormen van sein op.
Kijk goed welke persoonlijke voornaamwoorden er staan.

2. Maak Aufgabe 19 op blz. 23.
Schrijf de juiste vormen van haben en sein in het verhaaltje op. Achter elk nummer staat tussen haakjes welk werkwoord je moet kiezen. 
Let goed op welke persoonlijke voornaamwoorden er staan.

Slide 16 - Diapositive

Hausaufgaben für Freitag
- Maken: Aufgabe 18 + 19 (S. 23)

- Leren: Wörterliste G, helemaal (S. 39)



Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Beginopdracht
Vertaal:

Versie A
Versie B
de letter
de tweeling (enkelvoud)
de ouders
de broers en zussen
stom
nu
houden van
maken, doen
misschien
mooi

Slide 19 - Diapositive

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
An die Arbeit
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik E
Lesen: Aufgabe 28
Wörterliste A
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik E
An die Arbeit
Wörterliste G
Hausaufgaben

Slide 20 - Diapositive

Herhaling Grammatik E
Nakijken: Aufgabe 18 + 19 (S. 23)

Daarna: Stencils


Slide 21 - Diapositive

Lesen
Aufgabe 28
S. 28-29

We lezen de tekst op blz. 28-29 samen.
Maak tijdens het lezen de opdrachten A & B.


Slide 22 - Diapositive

Wörterliste A
S. 72



Slide 23 - Diapositive

Hausaufgaben für Dienstag
- Maken: 

- Leren: Wörterliste A, eerste helft, "der Besuch" t/m "das Fest" (S. 72)



Slide 24 - Diapositive