a) Havo 4 heeft Nederlands.
b) Havo 4 leert over foutieve samentrekking.
c) Havo 4 heeft Nederlands en (…) leert over foutieve samentrekking.
In zin a en b gaat het om dezelfde Havo 4 (betekenis), Havo 4 is beide keren enkelvoud (vorm) en Havo 4 is beide keren het onderwerp van de zin (functie). Daarom mag je in zin c Havo 4 de tweede keer weglaten.