Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Welke twee soorten kosten zijn er?
Slide 6 - Question ouverte
Wat is zonder btw?
A
Inkoopfactuurprijs
B
Consumentenprijs
C
Verkoopprijs
D
Consumentenomzet
Slide 7 - Quiz
Welke formule gebruik je om de brutowinst uit te rekenen?
Slide 8 - Question ouverte
Welke formule gebruik je om de nettowinst uit te rekenen?
Slide 9 - Question ouverte
Wat moet er op de puntjes staan?
Als je de brutowinst en de inkoopwaarde bij elkaar optelt krijg je de ....
A
Verkoopprijs
B
Omzet
C
Verkoopwaarde
D
Consumentenprijs
Slide 10 - Quiz
Wat is de brutowinst?
Afzet: 10.000 Inkoopwaarde: 5.000 euro Consumentenprijs: 14,52 euro
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Uit welke drie onderdelen is de verkoopprijs opgebouwd?
Slide 18 - Carte mentale
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Uit welke twee onderdelen bestaat de kostprijs van een product?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Totale directe kosten: 5.000 euro Totale indirecte kosten: 2.000 euro Wat is het opslagpercentage voor de indirecte kosten?
Slide 26 - Question ouverte
Totale directe kosten: 6.250 euro Totale indirecte kosten: 3.400 euro A. Wat is het opslagpercentage voor de indirecte kosten? B. Wat is de kostprijs per stuk bij een afzet van 100?
Slide 27 - Question ouverte
Totale directe kosten: 7.500 euro Totale indirecte kosten: 2.400 euro Afzet: 1000 stuks
Wat is de kostprijs per stuk?
Slide 28 - Question ouverte
Totale directe kosten: 25.000 euro Totale indirecte kosten: 7.000 euro Afzet: 500 stuks
Wat is de kostprijs per stuk?
Slide 29 - Question ouverte
Totale directe kosten: 70.000 euro Totale indirecte kosten: 25.000 euro Afzet: 500 stuks Winstopslag: 10% van de kostprijs
Wat is de verkoopprijs per stuk?
Slide 30 - Question ouverte
Totale directe kosten: 70.000 euro Totale indirecte kosten: 25.000 euro Afzet: 500 stuks Winstopslag: 10% van de verkoopprijs
Wat is de verkoopprijs per stuk?
Slide 31 - Question ouverte
Inkooprijs: 120 euro Verkooprijs: 160 euro
A. Hoeveel is de brutowinst per stuk? B. Hoeveel is de brutowinstopslag als percentage van de verkoopprijs?