Verkoopcijfers OP3 Week 3

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
VerkoopcijfersMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welke twee soorten kosten zijn er?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is zonder btw?
A
Inkoopfactuurprijs
B
Consumentenprijs
C
Verkoopprijs
D
Consumentenomzet

Slide 7 - Quiz

Welke formule gebruik je om de brutowinst uit te rekenen?

Slide 8 - Question ouverte

Welke formule gebruik je om de nettowinst uit te rekenen?

Slide 9 - Question ouverte

Wat moet er op de puntjes staan?

Als je de brutowinst en de inkoopwaarde bij elkaar optelt krijg je de ....
A
Verkoopprijs
B
Omzet
C
Verkoopwaarde
D
Consumentenprijs

Slide 10 - Quiz

Wat is de brutowinst?

Afzet: 10.000
Inkoopwaarde: 5.000 euro
Consumentenprijs: 14,52 euro

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Uit welke drie onderdelen is de verkoopprijs opgebouwd?

Slide 18 - Carte mentale

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Uit welke twee onderdelen bestaat de kostprijs van een product?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Totale directe kosten: 5.000 euro
Totale indirecte kosten: 2.000 euro
Wat is het opslagpercentage voor de indirecte kosten?

Slide 26 - Question ouverte

Totale directe kosten: 6.250 euro
Totale indirecte kosten: 3.400 euro
A. Wat is het opslagpercentage voor de indirecte kosten?
B. Wat is de kostprijs per stuk bij een afzet van 100?

Slide 27 - Question ouverte

Totale directe kosten: 7.500 euro
Totale indirecte kosten: 2.400 euro
Afzet: 1000 stuks

Wat is de kostprijs per stuk?

Slide 28 - Question ouverte

Totale directe kosten: 25.000 euro
Totale indirecte kosten: 7.000 euro
Afzet: 500 stuks

Wat is de kostprijs per stuk?

Slide 29 - Question ouverte

Totale directe kosten: 70.000 euro
Totale indirecte kosten: 25.000 euro
Afzet: 500 stuks
Winstopslag: 10% van de kostprijs

Wat is de verkoopprijs per stuk?

Slide 30 - Question ouverte

Totale directe kosten: 70.000 euro
Totale indirecte kosten: 25.000 euro
Afzet: 500 stuks
Winstopslag: 10% van de verkoopprijs

Wat is de verkoopprijs per stuk?

Slide 31 - Question ouverte

Inkooprijs: 120 euro
Verkooprijs: 160 euro

A. Hoeveel is de brutowinst per stuk?
B. Hoeveel is de brutowinstopslag als percentage van de verkoopprijs?

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive