BS 6 Voedselbereiding

Bs 6 :voedselbereiding 
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bs 6 :voedselbereiding 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

BS 6
Blz 97 : Voedselbereiding
5 minuten de leerstof doorlezen
timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De weg van mond tot kont, welke organen kom je tegen?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Darmperistaltiek, leg uit wat het is.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Samengestelde producten 
Samengestelde producten zijn voedingsmiddelen die uit verschillende grondstoffen bestaan. Je noemt het dan ingrediënten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Manieren van bereiden 
Voedingsmiddelen kun je op meerdere manier klaarmaken, dit noem je bereiden.
Bij bakken, koken en frituren wordt het voedsel bereid door het te verhitten. Bij frituren dompel je voedsel in heel heet vet.
Soms is verhitten niet nodig, bepaalde voedingsmiddelen  kun je rauw eten zoals sla.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom voedsel bereiden
Plantaardige voedingsmiddelen zijn dan beter te verteren
De celwand wordt kapot gemaakt
waardoor je beter kunt kauwen, zoals bij sperziebonen.



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom voedsel bereiden
  • Het eten wordt vaak lekkerder
  • Bacteriën en schimmels worden gedood 
       door verhitten

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bederven van voedsel 
Voedsel kan besmet zijn met bacteriën en schimmels.  Van bedorven voedsel kun je ziek worden. Je kunt een voedselvergiftiging oplopen.
Een voedselvergiftiging kun je voorkomen door eten goed te bewaren. En door hygiënisch werken in de keuken. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschimmeld brood
Schimmeldraden

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Houdbaarheid 
Op de meeste voedingsmiddelen staat een houdbaarheidsdatum. Dit is de uiterste datum tot wanneer je een voedingsmiddel kunt gebruiken. 
Vooral dierlijke voedingsmiddelen bederven snel.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voedsel hygiëne en kruisbesmetting
voedsel hygiëne betekent dat je op een schone manier met voedsel en keukenmaterialen omgaat. 
Kruisbesmetting: bij het bereiden van voedsel kunnen bacteriën en schimmels van de een naar de ander worden overgebracht. 
Bij verhitten worden bacteriën gedood. 
Leg rauw en klaargemaakt voedsel nooit bij elkaar.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisbesmetting

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hygiëne in de keuken
Let op kruisbesmetting                                              

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu maken
opdr. 1 t/m 5
blz 98 t/m 101

timer
10:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

energie
Een groot deel van je voedsel gebruik je als brandstof. Brandstof geeft je lichaam energie. 
De eenheid die we hiervoor gebruiken heet kilojoule (kj) of kilocalorie (kcal)

1 kcal = 4.2 kj

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over/ondergewicht
Gezond = dagelijks eet je evenveel als je energiebehoefte
Afvallen = dagelijks eet je minder dan je energiebehoefte
Doe je dit te veel > ondergewicht
Aankomen = dagelijks eet je meer dan je energiebehoefte
Doe je dit te veel > overgewicht

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebehoefte

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Energiebehoefte
De hoeveelheid energie die je nodig hebt, is afhankelijk van je energiebehoefte. Meer beweging = meer energiebehoefte (kcal). 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gewicht
Wat je eet, heeft invloed op je gewicht. Eet je meer dan je nodig hebt dan wordt een deel opgeslagen als reservestoffen. 

gewicht heeft ook te maken met:
- De een heeft een zwaardere bouw dan een ander.
- De stofwisseling kan verschillen.
- De dikte van de onderhuidse vetlaag verschilt per mens 

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overgewicht
Bij overgewicht of obesitas (ernstig overgewicht) is er teveel vet in het lichaam opgeslagen.

Mensen met overgewicht hebben meer kans op hart- en vaatziekten en diabetes (suikerziekte).
Overgewicht is ook slecht voor de gewrichten.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overgewicht

  • Overgewicht
  • Obesitas
  • Gezondheidsrisico's

Slide 29 - Diapositive

Bij overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) is er te veel overtollig vet in het lichaam opgeslagen. Mensen met overgewicht lopen meer gezondheidsrisico’s dan mensen met een gezond gewicht. Naarmate het overgewicht groter is, treden de gezondheidsproblemen vaker op en zijn ze ernstiger.
Overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) ontstaan als de hoeveelheid energie die iemand binnenkrijgt via eten en drinken voor een langere tijd hoger is dan het lichaam verbrandt. Bij overgewicht en obesitas is er te veel overtollig vet in het lichaam opgeslagen, wat uiteindelijk kan leiden tot gezondheidsproblemen. Er zijn verschillende factoren die bij kunnen dragen aan het ontstaan van overgewicht en de moeite om gewicht te verliezen. Dit zijn de obesogene omgeving, individuele oorzaken en genetische invloeden. 
 
Ziekten gerelateerd aan overgewicht en obesitas zijn diabetes type 2 (suikerziekte), hoge bloeddruk, galstenen, hart- en vaatziekten, rug- en gewrichtsklachten, slaapapneu en bepaalde soorten kanker.

Eetstoornissen 
https://www.proud2bme.nl/info

- Anorexia nervosa
- Boulimia
- BED
- NAO

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is kruisbesmetting?
A
Bij kruisbesmetting komen er ziekmakende bacteriën van het ene product op het andere.
B
Bij een kruisbesmetting moet je kruisjes zetten in het besmette voedsel.
C
Een kruisbesmetting bestaat niet.
D
Een kruisbesmetting is het klaarmaken van voedsel dat slecht geworden is met andere ingrediënten.

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisbesmetting ontstaat als je:
A
De juiste snijplanken gebruikt.
B
De handen wast.
C
Groente snijdt op een plank waar rauwe kip op heeft gelegen.
D
Schone bedrijfskleding aan hebt.

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1. kilojoule is gelijk aan?
A
4,2 kilocalorie
B
8,4 kilocalorie
C
0,42 kilocalorie
D
0,82 kilocalorie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk woord hoort bij deze omschrijving?

Een psychische eetstoornis. De stoornis gaat vaak gepaard met hevige eetbuien
A
obestitas
B
anorexia
C
boulimia
D
diabetes

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je energiebehoefte hangt af van
A
leefstijl, geslacht, opleiding, leeftijd
B
leeftijd, werk, geslacht, seizoen
C
Geslacht, leefstijl, leeftijd, werk
D
Werk, geslacht, opleiding, leefstijl

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

exit ticket: Wat kunnen de lichamelijke gevolgen zijn van anorexia?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

exit ticket: Wat zijn kenmerken van anorexia?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions